Problemen oplossen
t Memo
• In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de camera niet
werkt vanwege oorzaken zoals statische elektriciteit, etc.
Dit kunt u oplossen door de batterij te verwijderen en opnieuw
te plaatsen. Er is geen reparatie nodig als de camera hierna
weer correct werkt.
Probleem
Oorzaak
De batterij is niet
op de juiste wijze
De camera kan
geplaatst.
niet worden
ingeschakeld.
De batterij is bijna
leeg.
De ingebouwde
flitser wordt
opgeladen.
Er is geen vrije
ruimte op de
geheugenkaart.
Gegevens worden
verwerkt.
De sluiter kan
De diafragmaring
niet worden
van het objectief
ontspannen.
is op een andere
positie ingesteld
dan 9.
De AF-modus
staat ingesteld
op x en het
onderwerp is niet
scherp gesteld.
Oplossing
Controleer of de batterij in de
juiste richting is geplaatst.
Laad de batterij op.
Wacht tot het opladen
gereed is.
Plaats een geheugenkaart
met voldoende vrije ruimte of
verwijder overbodige opnamen.
Wacht totdat de verwerking is
voltooid.
Zet de diafragmaring van
het objectief in de stand 9
of selecteer [Activeren] bij
[24 Diafragmaring gebruiken]
in menu E4. (p.133)
Stel de scherpstellingsmethode
in op w en stel handmatig
scherp.
Probleem
Oorzaak
Er kan moeilijk
worden scherp
gesteld op het
De autofocus
onderwerp.
werkt niet.
Het onderwerp is
te dichtbij.
f is ingesteld op
De scherpstelling
[Actief AF-gebied]
kan niet worden
van Live
vergrendeld.
weergave.
De flitsstand is
De ingebouwde
ingesteld op A of
flitser gaat niet af.
B.
De camera wordt
De USB-
niet herkend als
verbindingsstand
deze aangesloten
is ingesteld op
is op een
[PTP].
computer.
Oplossing
v werkt niet goed bij objecten
met een laag contrast
(de hemel, witte muren, etc.),
donkere kleuren, ingewikkelde
patronen, snel bewegende
objecten of landschaps-
opnamen via een venster of
een netachtig patroon.
Vergrendel de scherpstelling
op een ander object dat zich
op dezelfde afstand als uw
onderwerp bevindt, richt dan op
het doel en maak een opname.
Als alternatief kan gebruik
worden gemaakt van w.
Neem meer afstand tot
het onderwerp en maak
een opname.
Stel [Actief AF-gebied] in op
e, 0, h of i. (p.71)
Wanneer de flitser is ingesteld
op A of B, gaat de flitser niet
af als het onderwerp helder is.
Wijzig de flitsstand. (p.66)
Stel [USB-aansluiting] in op
[MSC] in menu D3.
7
139