Werken met de ingebouwde flitser
1
Druk op C in de standby-stand.
2
Selecteer een flitsstand.
3
Auto ontladen
A
flitser
Auto + Anti Rode
B
Ogen
C
Flitser aan
Flits aan +
D
AntiRodeOgen
Lange-
E
sluitertijdsync
66
Auto ontladen flitser
Auto ontladen flitser
0.0
0.0
EV
EV
±0
±0
EV
EV
Annul.
Annul.
Meet het omgevingslicht
automatisch en bepaalt of de
flitser gebruikt moet worden.
Hiermee gaat eerst een voorflits
af om rode ogen tegen te gaan
voordat een automatische flits
afgaat.
Schakelt de flitser in bij elke
opname.
Activeert voor elke opname
een voorflits voor anti rode ogen
voordat de hoofdflits afgaat.
Stelt een lagere sluitertijd
in en activeert een flits voor
elke opname.
Gebruik deze optie bijvoorbeeld
voor het maken van een portret-
opname met de zonsondergang
op de achtergrond.
Lange-sltrt +
F
AntiRodeOg.
2e sluitergordijn-
H
G
sync
Handm.
OK
OK
K
ontladen flitser
Beschikbare bedieningshandelingen
R
Compenseert de flitsbelichting.
Selecteert de hoeveelheid flitsontlading
(wanneer [Handm. ontladen flitser] is
geselecteerd).
M
Hiermee wordt de correctiewaarde
teruggezet naar de standaardinstelling.
3
Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
4
Druk op 1.
De ingebouwde flitser wordt
geopend.
Eerst gaat een voorflits af om rode
ogen tegen te gaan. Daarna gaat
de hoofdflits af met lange-
sluitertijdsynchronisatie.
Activeert een flits onmiddellijk
voordat de sluiter wordt gesloten.
Stelt een lange sluitertijd in.
Maakt opnamen van bewegende
onderwerpen met een lichtspoor
erachter.
Stelt de ontlading van de flitser in
tussen FULL en 1/128 vermogen.