Pagina 1
Digitale spiegelreflexcamera K-500 B B edieningshandleiding Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
Pagina 2
Bedankt voor uw aankoop van deze digitale PENTAX-camera K-500. Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar de handleiding daarom op een veilige en gemakkelijk bereikbare plaats. Geschikte objectieven Voor deze camera kan gebruik gemaakt worden van DA-, DA L-, D FA- en FA J-objectieven en objectieven met een s positie op de diafragmaring.
Pagina 3
Aan de gebruikers van deze camera • Gebruik of bewaar deze camera niet in de buurt van apparatuur die krachtige magnetische velden of straling genereert. Krachtige statische ontladingen of magnetische velden door bv. radiozenders kunnen de werking van de monitor storen, opgeslagen gegevens beschadigen, of gevolgen hebben voor de elektronica in de camera en een goed functioneren verstoren.
Pagina 4
Over de camera Waarschuwing • Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera bevat onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische schokken bestaat. • Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat de camera valt of anderszins wordt beschadigd, raak dan nooit het vrijgekomen gedeelte aan.
Pagina 5
• Probeer het product niet te demonteren of te veranderen. Dit kan resulteren in brand of een elektrische schok. • Als het product gaat roken of een vreemde geur afgeeft, of in geval van welke andere onregelmatigheid dan ook, houdt u onmiddellijk op de camera te gebruiken en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center.
Pagina 6
Over de oplaadbare lithium-ionbatterij Waarschuwing • Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw ogen, wrijf ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts. Let op • Gebruik alleen de aangegeven batterij in deze camera. Het gebruik van andere batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken.
Pagina 7
• Combineer bij vervanging van de batterijen geen batterijen van verschillende merken, types of capaciteiten. Combineer ook geen oude batterijen met nieuwe. Onjuiste plaatsing van de batterijen kan een explosie of brand veroorzaken. • Probeer nooit de batterijen kort te sluiten of aan vuur bloot te stellen. Demonteer de batterijen nooit.
Pagina 8
Over de oplaadbare lithium-ionbatterij en batterijlader • Voor een optimale werking van de batterij bewaart u ze niet in volledig opgeladen toestand of bij hoge temperaturen. • Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt terwijl een batterij is geplaatst, kan de batterij te ver ontladen, wat ten koste gaat van de levensduur.
Pagina 9
De camera opbergen • Berg de camera niet op in de nabijheid van conserveermiddelen of chemicaliën. Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kan schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit de tas en berg hem op een droge en goed geventileerde plaats op.
Pagina 10
• Let op dat door het verwijderen van gegevens op een SD-geheugenkaart, of door het formatteren van een SD-geheugenkaart, de originele gegevens niet volledig verwijderd worden. Verwijderde gegevens kunnen soms hersteld worden met behulp van commercieel beschikbare software. Indien u uw SD-geheugenkaart gaat weggooien, weggeven of verkopen, dan dient u ervoor te zorgen dat de gegevens op de kaart volledig verwijderd worden of dat de kaart zelf vernietigd wordt indien deze persoonlijke of gevoelige informatie bevat.
Pagina 11
Inhoudsopgave Voor een veilig gebruik van de camera..........1 Aandachtspunten tijdens het gebruik........... 5 Inhoudsopgave ..................9 Samenstelling van de handleiding ............. 15 Voordat u de camera gaat gebruiken De inhoud van het pakket controleren ........... 18 Namen en functies van de onderdelen .......... 19 Opnamestand ..................
Pagina 12
Basisbediening Basishandelingen bij opnamen............68 De camera de optimale instellingen laten bepalen ......68 Werken met de ingebouwde flitser ..........72 De flitsinstelling instellen..............72 Werken met de ingebouwde flitser............. 75 Opnamen bekijken................. 76 Opnamen weergeven................. 76 Eén opname wissen................78 Opnamefuncties Werken met de opnamefuncties ............
Pagina 13
De functie Shake Reduction gebruiken om het effect van camerabewegingen te voorkomen........126 Opnamen maken met de functie Shake Reduction ......126 Opnamen maken met de zelfontspanner ......... 128 Opnamen maken met een afstandsbediening (optioneel) ....130 Continuopnamen maken.............. 132 Continuopname................
Pagina 14
Weergavefuncties en bewerking van opnamen Gebruik van de weergave/ bewerkingsfuncties ......192 Palet van de weergavestand items ..........192 Items van het menu Weergeven ............194 De weergavemethode instellen ........... 195 Selectie van de Weergavefuncties ..........196 Vergroten van Beelden ..............196 Weergave van meerdere opnamen ..........
Pagina 15
Instellingen voor bestandsbeheer..........241 Een SD-geheugenkaart formatteren ..........241 Beveiliging van opnamen tegen wissen (Beveiligen) ....... 242 Het systeem voor benoeming van de map instellen ......244 Nieuwe mappen aanmaken ............. 246 De bestandsnaam instellen.............. 247 Fotograafgegevens instellen............248 Gebruik van een Eye-Fi-kaart ............250 De DPOF-instellingen instellen ............
Pagina 16
Bijlage Standaardinstellingen ..............280 Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties ..288 De brandpuntafstand instellen ............291 De diafragmaring gebruiken............. 292 De CMOS-sensor reinigen............294 Stof verwijderen door de CMOS-sensor te schudden (Stof verwijderen)................294 Stof verwijderen met een blaaskwastje..........295 Het GPS-toestel gebruiken ............
Pagina 17
Samenstelling van de handleiding Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken. 1 Voordat u de camera gaat gebruiken Beschrijft de geleverde accessoires en de namen en functies van de werkende onderdelen. 2 Voorbereidingen Beschrijft de eerste stappen van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen.
Pagina 18
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd. Geeft de paginanummers aan waarnaar wordt verwezen voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel. Geeft nuttige informatie. Geeft aan dat bij gebruik van de camera voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen. In deze handleiding wordt op de volgende manier naar de pijltoetsen op de vierwegbesturing verwezen.
Pagina 19
Voordat u de camera gaat gebruiken Controleer de inhoud van het pakket en de namen en functies van de diverse onderdelen voordat u de camera in gebruik neemt. De inhoud van het pakket controleren ....18 Namen en functies van de onderdelen ....19 Functie-instellingen wijzigen ........40...
Pagina 20
De inhoud van het pakket controleren De volgende accessoires zitten in het pakket van de camera. Controleer of alle accessoires zijn bijgeleverd. Flitsschoenbeschermer F Oogschelp F Dop cameravatting (gemonteerd op de camera) (gemonteerd op de camera) (gemonteerd op de camera) Draagriem Oplaadbare Batterijlader...
Pagina 21
Namen en functies van de onderdelen Microfoon Beeldvlakindicator AF-hulplicht Riembevestiging Index (rode stip) op objectiefvatting Spiegel Zelfontspannerlampje/ Afstandsbedienings- AF-koppeling sensor Objectiefinformatie contacten Flitsschoen Ingebouwde flitser Dioptriecorrectieknop Luidspreker Zoeker Riembevestiging Gleuf voor SD-geheugenkaart Monitor Kaartklep Klepje van de aansluitingen LED voor schrijven Draadontspanner naar/lezen van de kaart...
Pagina 22
Opnamestand Hier ziet u welke onderdelen gebruikt worden en hoe ze werken in opnamestand. De standaardfabrieksinstelling voor elk onderdeel wordt hier uitgelegd, maar sommige onderdelen hebben meerdere functies en de werking ervan is afhankelijk van de geselecteerde instelling.
Pagina 23
1 m (Belichtingscorrectie)- 9 V/Y-knop knop U kunt aan deze knop een functie toewijzen. (p.180) Indrukken om de waarden voor belichtingscorrectie 0 Schakelaar in te stellen. (p.100) scherpstelstand Draai om de instelling te Hiermee wordt de wijzigen aan de e-knop (S) scherpstelmodus gewijzigd.
Pagina 24
e Q (Weergeven)-knop g Vierwegbesturing (2345) Hiermee wisselt u naar de afspeelstand. (p.76) Toont het instellingenmenu van de Gevoeligheid/ f 4-knop Witbalans/Flitsinstelling/ Druk tijdens weergave van Transportstand. (p.80) het bedieningspaneel of een Als het bedieningspaneel menuscherm op deze knop of een schermmenu wordt om het geselecteerde item weergegeven, verplaatst u de te bevestigen.
Pagina 25
Weergavestand Hier ziet u welke onderdelen gebruikt worden en hoe ze werken in weergavestand. 1 m (Belichtingscorrectie)- 2 Ontspanknop knop Halverwege indrukken om over te gaan naar de opnamestand. Als de bestandsindeling van de laatst gemaakte opname 3 Hoofdschakelaar JPEG is, en de gegevens Bewegen om de camera uit van de opname nog in het en aan te zetten.
Pagina 26
5 U/i(Verwijderen)-knop 9 4-knop Indrukken om opnamen te Bevestigt de instelling die verwijderen. (p.78) u hebt geselecteerd in het menu of weergavescherm. 6 M-knop 0 Vierwegbesturing Wijzigt het type informatie dat (2345) in weergavestand getoond wordt. (p.31) Gebruik dit om de cursor te bewegen of het gewenste 7 E-knop aan de item te wijzigen in het menu-...
Pagina 27
Monitorscherm Afhankelijk van de camerastatus kan de volgende informatie op de monitor worden weergegeven. Het helderheidsniveau en de kleur van de monitor kunnen worden aangepast. (p.231) Opnamestand Met deze camera kunt u opnamen maken terwijl u door de zoeker kijkt, of terwijl u naar het beeld op het scherm kijkt.
Pagina 28
Statusscherm De instellingen voor het maken van opnamen terwijl de zoeker getoond wordt. (Alle items worden hier voor uitlegdoeleinden weergegeven. In werkelijkheid kan er iets anders worden weergegeven.) 2000 1600 +1.0 +1.0 G1A1 G1A1 123/999 123/999 Opnamestand (p.88) 15 LW-staafgrafiek Belichtingsgeheugen (p.104) 16 Gevoeligheid (p.94) GPS-positiebepaling status...
Pagina 29
Live Weergave Live Weergave wordt getoond als de U/i knop ingedrukt wordt. U kunt tijdens het maken van opnamen de compositie op het scherm controleren. (Alle items worden hier voor uitlegdoeleinden weergegeven. In werkelijkheid kan er iets anders worden weergegeven.) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 001/999 001/999...
Pagina 30
* Bij indicator 25 worden er meerdere gezichtsdetectieframes getoond indien [Contrast-AF] ingesteld is op [Gezichtsherkenning]. Een hoofd gezichtsdetectieframe wordt geel, en de andere frames wit, weergegeven. (p.115) • Het beeld dat in Live weergave kan afwijken van de uiteindelijke opname als de lichtomstandigheden afwijken van normaal (te veel of te weinig licht).
Pagina 31
Bedieningspaneel Druk op de knop M in standbymodus om het bedieningspaneel weer te geven en de instellingen te wijzigen. (p.41) Fotostand Aangepaste opname Aangepaste opname Aangepaste opname Helder Helder Helder C-stand Belichtingsvoorkeur Belichtingsvoorkeur Belichtingsvoorkeur Programma AE Programma AE Programma AE 1:15'30"...
Pagina 32
Display opname-info Als u op de M knop drukt terwijl het bedieningspaneel wordt weergegeven, kunt u het type informatie selecteren dat in standbymodus weergegeven wordt voor opnamen met de zoeker. Gebruik de vierwegbesturing (2345) om een weergavetype te kiezen, en druk op de 4 knop. Schermaanduiding Weergegeven informatie De instellingen voor het maken van opnamen met...
Pagina 33
Weergavestand De opname en opname-informatie worden weergegeven in enkelbeeldweergave of weergavestand. 1Opnamen weergeven (p.76) Druk op de knop M om het selectiescherm voor display van de weergave-info te openen. Gebruik de vierwegbesturing (2345) om een weergavetype te kiezen dat getoond wordt in de enkelbeeldweergave en druk op de knop 4.
Pagina 34
• Als u het keuzevak voor [Display weergave-info] wist in [Geheugen] van het [A Opnamemodus 4] menu dan wordt de Standaard Infoweergave altijd eerst getoond als de camera ingeschakeld wordt. (p.236) • Als [Licht/donker geb] (p.195) in het menu [Q Weergeven 1] geactiveerd is door het keuzevak te selecteren, knipperen de (overbelichte) gedeeltes rood, terwijl de donkere (onderbelichte) gedeeltes geel knipperen.
Pagina 35
Gedetailleerde Infoweergave Ga van de ene naar de andere pagina met de vierwegbesturing (23). (Alle items worden hier voor uitlegdoeleinden weergegeven. In werkelijkheid kan er iets anders worden weergegeven.) Pagina 1 Foto 100-0001 100-0001 4 5 6 2000 2000 50mm 50mm ±0 ±0 ±0 ±0...
Pagina 37
Histogramweergave/RGB Histogramweergave Gebruik de vierwegbesturing (23) om te wisselen tussen de Histogramweergave en de RGB-histogramweergave. 100-0001 100-0001 100-0001 100-0001 2000 2000 F2.8 F2.8 2000 2000 F2.8 F2.8 Histogramweergave RGB-histogramweergave Histogram (Helderheid) Diafragmawaarde Beveiligingsinstelling Gevoeligheid Mapnummer-bestandsnummer Histogram (R) RAW-data opslaan Histogram (G) Bestandsindeling Histogram (B) Sluitertijd...
Pagina 38
Werken met het histogram Een histogram toont de helderheidsverdeling van een opname. De horizontale as vertegenwoordigt helderheid (donker aan de linkerzijde en licht aan de rechterzijde) en de verticale as vertegenwoordigt het aantal pixels. (Donker) ←Helderheid→ (Licht) De vorm en de indeling van het Donkere Lichte histogram voor en na de opname...
Pagina 39
Bedieningsindicaties Op de monitor wordt het volgende weergegeven als indicatie van de toetsen, knoppen en e-knoppen die op dat moment kunnen worden bediend. Voorbeeld: Vierwegbesturing (2) d-knop Vierwegbesturing (3) M-knop Vierwegbesturing (4) m-knop Vierwegbesturing (5) U/i-knop 3-knop =/L-knop 4-knop |/Y-knop e-knop aan de voorzijde Ontspanknop e-knop achterzijde...
Pagina 40
Zoeker De volgende informatie wordt in de zoeker getoond als deze gebruikt wordt voor het maken van opnamen. AF-kader Spotmeetkader (p.105) Flitsindicatie (p.75) Brandt: wanneer de flitser beschikbaar is. Knippert: wanneer het gebruik van de flitser wordt aangeraden maar deze nog niet is ingesteld of wordt opgeladen. Scherpstelstand (p.110) Wordt weergegeven indien ingesteld op \.
Pagina 41
Gevoeligheid/Resterende opslagcapaciteit Wordt onderstreept wanneer het kan worden gewijzigd. Weergave van het aantal beschikbare opnamen (maximaal “9999”) onmiddellijk na het maken van een opname. Toont de correctiewaarde terwijl de LW-correctie wordt ingesteld. Belichtingsgeheugen (p.104) Wordt weergegeven als de functie Belichtingsgeheugen is geactiveerd. AF-punt wijzigen (p.114) Weergave als het AF-punt gewijzigd kan worden.
Pagina 42
Functie-instellingen wijzigen Functie-instellingen kunt u wijzigen met de richtingsknoppen, het bedieningspaneel of de menu’s. In dit gedeelte worden de basishandelingen beschreven voor het wijzigen van functie-instellingen. De richtingsknoppen gebruiken U kunt in standbymodus de Gevoeligheid, Witbalans, Flitserstand en Besturingsstand instellen door te drukken op de vierwegbesturing (2345).
Pagina 43
Het bedieningspaneel gebruiken In standbymodus kunt u naar het bedieningspaneel gaan en de instellingen wijzigen. Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe [JPEG kwaliteitsniveau] wordt ingesteld. Druk op de knop M in standbymodus. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Gebruik de vierwegbesturing Aangepaste opname Aangepaste opname (2345) om het item...
Pagina 44
Gebruik de vierwegbesturing (45) JPEG kwaliteitsniveau JPEG kwaliteitsniveau of de e-knop aan de achterzijde (S) om een instelwaarde te selecteren. Items die bij de huidige camera-instellingen niet beschikbaar Annul. Annul. zijn, kunt u niet selecteren. MENU Druk op de knop 4. U keert terug naar het bedieningspaneel.
Pagina 45
De menu’s gebruiken In dit gedeelte wordt beschreven hoe de volgende menu’s worden gebruikt: [A Opnamemodus], [C Video], [Q Weergeven], [R Instellen] en [A Pers.instelling]. Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe [Ruisond. lange sltrtijd] wordt ingesteld in het menu [A Opnamemodus 3] wordt bij wijze van voorbeeld beschreven.
Pagina 46
Selecteer een item met de vierwegbesturing (23). Ruisond. hoge ISO-wrd Ruisond. hoge ISO-wrd Ruisond. lange sltrtijd Ruisond. lange sltrtijd Compositie aanpassen Compositie aanpassen Shake Reduction Shake Reduction Inv brandp afstand Inv brandp afstand Einde Einde MENU Druk op de vierwegbesturing (5). De beschikbare instellingen worden in het Ruisond.
Pagina 47
Druk op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu-item selecteerde, wordt opnieuw weergegeven. Uw instellingen worden misschien niet opgeslagen als de camera verkeerd uitgeschakeld wordt (bijvoorbeeld door het verwijderen van de batterijen terwijl de camera aanstaat). •...
Pagina 49
Voorbereidingen In dit hoofdstuk worden de eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen beschreven. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op. De draagriem bevestigen ........48 De batterij plaatsen ..........49 Een SD-geheugenkaart plaatsen/verwijderen ..56 Een objectief bevestigen ........58 Correctie van de zoekerdioptrie ......60 De camera aan- en uitzetten ........61...
Pagina 50
De draagriem bevestigen Trek het uiteinde van de riem door de riembevestiging en maak de riem vast aan de binnenkant van de gesp. Bevestig het andere uiteinde van de riem eveneens op de hiervoor beschreven manier.
Pagina 51
De batterij plaatsen Met de camera kunnen de volgende stroomvoorzieningen worden gebruikt. • Oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI109 • AA-batterijhouder D-BH109 met vier AA-batterijen • Netvoedingsadapterset K-AC128 (los verkrijgbaar) * Een van deze voedingseenheden wordt met de camera mee geleverd. Welke dat is, hangt af van het land of de regio waar de camera is gekocht.
Pagina 52
Houd de markering 2 op de batterij naar boven en plaats de batterij in de batterijlader. Plaats de batterij eerst in een hoek, zoals getoond in de afbeelding, en druk de batterij vervolgens naar beneden totdat deze vast klikt. Het indicatielampje licht op bij het laden en gaat uit als de batterij volledig opgeladen is.
Pagina 53
De batterij plaatsen/uitnemen • Open de klep van het batterijcompartiment niet en neem de batterij niet uit het compartiment als de camera ingeschakeld is. • Plaats de batterij op de juiste manier. Als de batterij verkeerd wordt geplaatst, kunt u deze mogelijk niet meer verwijderen. Veeg de contactpunten van de batterij met een zachte, droge doek schoon alvorens de batterij te plaatsen.
Pagina 54
Sluit de batterijklep. De batterijklep is vergrendeld. Gebruik van de AA batterijen Als u gebruikmaakt van AA-batterijen, zorg er dan voor dat u de AA-batterijhouder D-BH109 gebruikt. Gebruik vier AA-lithiumbatterijen, oplaadbare AA Ni-MH-batterijen of AA-alkalinebatterijen. Geschikte batterijen Kenmerken AA lithiumbatterijen Aanbevolen bij gebruik van de camera in koude klimaten.
Pagina 55
Open de klep van het batterijcompartiment. Zie stap 1 op p.51. Plaats de batterijhouder in het batterijcompartiment totdat deze vergrendelt, en sluit de batterijklep. • Als u de AA-batterijen gebruikt, stel dan het type AA-batterij in bij [AA-batterij] in het menu [R Instellen 3] voordat u de camera in gebruik neemt. (p.235) •...
Pagina 56
Gebruik van de netvoedingsadapter We adviseren u gebruik te maken van de optionele netvoedingsadapter kit K-AC128 als u de monitor langdurig gebruikt of de camera aansluit op uw computer of audiovisueel apparaat. De netvoedingsadapter kit K-AC128 bevat netvoedingsadapter D-AC120, gelijkstroomkoppelstuk D-DC128, en een netsnoer. Controleer of de camera is uitgezet.
Pagina 57
Sluit de DC-koppeling en de netvoedingsadapter aan. Sluit de netvoedingsadapter aan op het netsnoer. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact. • Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken. • Zorg ervoor dat de kabels goed aangesloten zijn op de aansluitpunten. De SD-geheugenkaart of de gegevens kunnen beschadigd raken indien de verbinding met de netstroom wordt verbroken terwijl er op de kaart wordt gewerkt.
Pagina 58
Een SD-geheugenkaart plaatsen/verwijderen Deze camera gebruikt een commercieel beschikbare SD-, SDHC- of SDXC-geheugenkaart. Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de SD-geheugenkaart te plaatsen of te verwijderen. • Verwijder de SD-geheugenkaart niet wanneer de LED voor schrijven naar/lezen van de kaart brandt. •...
Pagina 59
Druk de SD-geheugenkaart verder naar binnen om deze te verwijderen. Sluit de klep van het kaartcompartiment (3), en schuif het vervolgens in de richting van de pijl (4). Zorg ervoor dat de kaartklep goed gesloten is. De camera werkt niet als de kaartklep open is.
Pagina 60
Een objectief bevestigen Bevestig een geschikt objectief op de camera. Als u één van de volgende objectieven gebruikt met deze camera, zijn alle opnamestanden van de camera beschikbaar. DA-, DA L-, D FA-, FA J-objectieven Objectieven met een stand s (Auto) als de stand s wordt gebruikt •...
Pagina 61
Zorg dat de richttekens objectiefvatting (de rode puntjes: 3) op de camera en het objectief tegenover elkaar liggen. Draai vervolgens het objectief met de klok mee tot het vast klikt. Draai het objectief, nadat u het op de camera hebt bevestigd, tegen de klok in om ervoor te zorgen dat u het goed heeft gemonteerd.
Pagina 62
Correctie van de zoekerdioptrie U kunt de zoekerdioptrie aan uw gezichtsvermogen aanpassen. De oogschelp F is op het zoekergedeelte aangesloten wanneer de camera vanuit de fabriek wordt verzonden De dioptrie kan met de oogschelp bevestigd, gecorrigeerd worden. Correctie is echter eenvoudiger als de oogschelp verwijderd is.
Pagina 63
De camera aan- en uitzetten Zet de hoofdschakelaar op [ON]. De camera wordt ingeschakeld. Zet de hoofdschakelaar in de stand [OFF] als u de camera wilt uitzetten. • Zet de camera altijd uit wanneer deze niet in gebruik is. • De camera wordt automatisch uitgeschakeld als er gedurende bepaalde tijd geen bedieningshandelingen zijn verricht (Automatisch uitschakelen).
Pagina 64
Eerste instellingen De eerste keer dat de camera ingeschakeld wordt, zal het scherm [Language/u] getoond worden. Volg onderstaande procedure voor het instellen van de taal die op het scherm getoond wordt en voor de actuele datum en tijd. Als het [Datum instellen] scherm getoond Datum instellen Datum instellen wordt, ga dan verder naar “De datum en tijd...
Pagina 65
Selecteer met de vierwegbesturing Thuistijd Thuistijd (45) een plaats. Draai aan de e-knop aan de achterzijde (S) om de regio te wijzigen. Zie “Lijst met steden voor Wereldtijd” Amsterdam Amsterdam (p.229) voor steden die als thuistijd Zomertijd Zomertijd kunnen worden geselecteerd. Annul.
Pagina 66
• Als de thuistijd en de datum en tijd niet worden ingesteld, zal het scherm [Basisinstellingen] of het scherm [Datum instellen] wederom worden weergegeven als u de volgende keer de camera weer aanzet. • U kunt het tekstformaat later in het [R Instellen 1] wijzigen. In deze handleiding worden de hierna volgende menuschermen beschreven met [Tekstformaat] ingesteld op [Stand.].
Pagina 67
Stel de maand in met de Datum instellen Datum instellen vierwegbesturing (23). Datumnotatie Datumnotatie dd/mm/jj dd/mm/jj Stel de dag en het jaar Dat, Dat, 0 1 / 0 1 / 2 0 1 3 0 1 / 0 1 / 2 0 1 3 op dezelfde wijze in.
Pagina 69
Basisbediening Dit hoofdstuk legt de basisprocedures uit voor het maken van opnamen door de functiekiezer in te stellen op n (Auto Picture) zodat de camera op basis van het onderwerp de optimale instellingen kan selecteren. Raadpleeg de hoofdstukken vanaf hoofdstuk 4 voor informatie over geavanceerde functies en instellingen voor opnamen.
Pagina 70
Basishandelingen bij opnamen De camera de optimale instellingen laten bepalen De camera is uitgerust met verschillende opnamestanden, scherpstelstanden en transportstanden. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u opnamen maakt door eenvoudigweg op de ontspanknop te drukken. U kunt opnamen maken terwijl u door de zoeker kijkt, of terwijl u naar het beeld op het scherm kijkt.
Pagina 71
Kijk door de zoeker voor een beeld van het onderwerp. Als u een zoomobjectief gebruikt, draait u de zoomring naar rechts of links om de beeldhoek te wijzigen. Breng het onderwerp binnen het AF-kader, en druk de ontspanknop tot halverwege in. Het autofocussysteem treedt in werking.
Pagina 72
Beschikbare bewerkingen p.78 Wist het beeld. ( U/i-knop p.196 E-knop aan de Vergroot het beeld. ( achterzijde (S) Opslaan van het RAW-beeld (alleen als m-knop p.77 de gegevens beschikbaar is). ( 1De weergave voor momentcontrole instellen (p.232) • U kunt het geluidssignaal dat klinkt als is scherp gesteld, uitschakelen. (p.226) •...
Pagina 73
• U kunt het scherpgestelde centrale deel vergroten door op de knop 4 te drukken terwijl de scherpstelling vergrendeld is (behalve wanneer [Contrast-AF] ingesteld is op [Traceren]). (p.118) • De uitleg en voorbeelden in deze handleiding zijn voornamelijk voor opnamen maken met de zoeker.
Pagina 74
Werken met de ingebouwde flitser Gebruik een flitser om opnamen te maken bij zwakke belichting of met achtergrondlicht. De ingebouwde flitser werkt optimaal op een afstand tot het onderwerp van circa 0,7 m tot 5 meter. Vignettering (de hoeken van de opname worden dan zwart vanwege een gebrek aan licht) kan optreden bij een afstand van minder dan 0,7 m (deze afstand varieert enigszins, afhankelijk van het gebruikte objectief en de ingestelde gevoeligheid (p.268)).
Pagina 75
Flitsinstelling Functie Produceert een flits onmiddellijk voordat het 2e sluitergordijn- sluitergordijn wordt gesloten. Daarmee maakt sync u opnamen van bewegende onderwerpen alsof die een lichtspoor achterlaten. Draadloze U kunt een optionele externe flitser zonder bediening een sync. kabel te gebruiken. (p.273) Welke flitsfuncties kunnen worden geselecteerd, is afhankelijk van de opnamestand.
Pagina 76
De flitsintensiteit corrigeren U kunt de flitsintensiteit wijzigen binnen een bereik van -2,0 tot +1,0. Op basis van het stapinterval dat ingesteld is bij [1. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling 1] kunt u de volgende flitscorrectiewaarden instellen. LW-stappen Te selecteren flitscorrectiewaarde -2,0;...
Pagina 77
Werken met de ingebouwde flitser Druk op de E knop. De ingebouwde flitser klapt uit en wordt opgeladen. Wanneer de flitser wordt opgeladen, verschijnt E op de zoeker of Live Weergave-scherm. E stopt met knipperen en blijft continu branden als de filters volledig opgeladen is.
Pagina 78
Opnamen bekijken Opnamen weergeven U kunt gemaakte opnamen weergeven op het scherm. Druk op de Q knop. De camera schakelt over naar enkelbeeldweergave of weergavestand en de laatst gemaakte opname (die met het hoogste bestandsnummer) wordt op de monitor weergegeven. Bekijk de gemaakte opname op de monitor.
Pagina 79
• Als de bestandsindeling van de laatst gemaakte opname JPEG is, en de gegevens van de opname nog in het buffergeheugen aanwezig zijn, kunt u de RAW opname tijdens weergave opslaan (als [RAW-data opslaan] geactiveerd is in [Momentcontrole] van het [A Opnamemodus 4] menu (p.232)).
Pagina 80
Eén opname wissen U kunt opnamen één voor één wissen. • Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald. • Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist. (p.242) Druk op de Q knop en toon een te wissen opname. Druk op de knop U/i. Het scherm voor bevestiging van het wissen verschijnt.
Pagina 81
Opnamefuncties In dit hoofdstuk worden de elementaire en de geavanceerde opnamefuncties van de camera besproken. Werken met de opnamefuncties ......80 Selecteren van de juiste opnamestand ....88 Instelling van de belichting ........94 Scherp stellen ............110 Controle van de scherptediepte (Preview) ...124 De functie Shake Reduction gebruiken om het effect van camerabewegingen te voorkomen ............126...
Pagina 82
Werken met de opnamefuncties U kunt de opname-instellingen wijzigen met de richtingsknoppen, het bedieningspaneel, het menu [A Opnamemodus], menu [C Video] of menu [A Pers.instelling]. Zie “Functie-instellingen wijzigen” (p.40) voor meer informatie over het werken met de menu's en richtingsknoppen. Instelling van de richtingsknoppen Druk op de vierwegbesturing (2345) in stand-by stand om de volgende items...
Pagina 83
Opnamemodus - Menu-onderdelen De volgende items zijn beschikbaar in de [A Opnamemodus 1-4] menu’s. Druk op de 3 knop in standbystand voor het weergeven van het [A Opnamemodus 1] menu. Menu Onderdeel Functie Pagina Stelt de opnamestand in als de Belichtingsfunctie functiekiezer ingesteld is op B p.187...
Pagina 84
Menu Onderdeel Functie Pagina Instellen van de handeling voor AF.A l/k als de opnamen met p.112 de zoeker gemaakt worden. Instellen of scherpstellen op uw onderwerp blijft doorgaan gebaseerd op de informatie van de scherpstelpunten rond het Uitgebreid AF-gebied geselecteerde scherpstelpunt, als p.115 uw onderwerp even weg is uit het geselecteerde scherpstelpunt als...
Pagina 85
Menu Onderdeel Functie Pagina Stelt in of de ruisonderdrukkings- Ruisond. hoge ISO-wrd p.107 instelling in bij ISO-gevoeligheid. Stelt the ruisonderdrukking in Ruisond. lange sltrtijd wanneer u opnamen maakt met p.109 een lage sluitersnelheid. Stelt u in staat om de compositie van uw opname met gebruik van Compositie aanpassen p.167...
Pagina 86
Videomenu De volgende items zijn beschikbaar op het [C Video 1] menu. Druk op de knop 3 wanneer de functiekiezer ingesteld is op C om het menu [C Video 1] op te roepen. Menu Onderdeel Functie Pagina Selecteert de belichtingsstand voor Belichtingsvoorkeur het opnemen van video uit de opties e, c, of a stand.
Pagina 87
Items van het menu van de persoonlijke instellingen De volgende items van de [A Pers.instelling 1-3] menu’s stellen u in staat om uw camera optimaal te gebruiken. Menu Onderdeel Functie Pagina Stelt de aanpassingsstappen voor 1. LW-stappen p.100 de belichting in. 2.
Pagina 88
Menu Onderdeel Functie Pagina 8. Opties Bulb Bepaalt de handeling wanneer u op p.99 (B)-modus de ontspanknop drukt in p stand. Stelt de witbalansoptie in bij gebruik 9. WB bij flitsen p.157 van de flitser. Stelt in of de kleurtoon van lamplicht al dan niet moet worden aangepast als 10.
Pagina 89
Menu Onderdeel Functie Pagina Stelt in om de sluiter te ontspannen 15. Ontspant bij tijdens het opladen van de ingebouwde p.75 opladen flitser. Stelt de flitsmethode voor het ontladen 16. Draadloos flitsen van de ingebouwde flitsers in p.274 draadloze stand in. Stelt in of de laatste menutab die op het scherm wordt weergegeven, 17.
Pagina 90
Selecteren van de juiste opnamestand Deze camera beschikt over verschillende opnamestanden, zodat u foto’s kunt maken die helemaal passen binnen uw visie op fotografie. De camera is uitgerust met de volgende opnamestanden. Opnamestand Kenmerken Pagina Selecteert automatisch de optimale n (Auto Picture)-stand p.89 opnamestand voor het onderwerp.
Pagina 91
De geselecteerde opnamestand wordt gedurende 3 seconden getoond op het scherm (Hulpdisplay). Programma Programma Automatische belichting Automatische belichting U kunt de camera zo instellen, dat de gidsen in [LCD-display] van het [R Instellen 1] menu niet worden weergegeven. (p.230) Auto Picture-standen Indien ingesteld op de stand n (Auto Picture), selecteert de camera voor het onderwerp automatisch de optimale stand uit de volgende opnamestanden.
Pagina 92
Stand Kenmerken Opnamen van zonsopgang of zonsondergang Zonsondergang in mooie, levendige kleuren. Voor het maken van opnamen van een blauwe hemel. Blauwe hemel Zorgt voor een indrukwekkend diep blauw. Versterkt kleuren van bomen en zonnestralen door het gebladerte en levert levendige kleuren op. De autofocus stand is bij het maken van opnamen met de zoeker vast ingesteld op f.
Pagina 93
Stand Kenmerken Voor het maken van opnamen van een blauwe hemel. d Blauwe hemel Zorgt voor een indrukwekkend diep blauw. Versterkt kleuren van bomen en zonnestralen door x Bos het gebladerte en levert levendige kleuren op. Opnamestand voor ’s nachts. Gebruik een statief of vlak A Nachtopname oppervlak zodat de camera niet beweegt.
Pagina 94
Een scènestand selecteren Zet de functiekiezer op H. De camera schakelt over naar het H stand statusscherm. Druk op de M knop. Op het bedieningspaneel wordt het pictogram van de op dat moment geselecteerde opnamestand weergegeven. Selecteer [Scènemodus] met de Scènemodus Scènemodus vierwegbesturing (2345)
Pagina 95
Als de 3 toets ingedrukt wordt 2 3 4 wanneer de functiekiezer ingesteld is Scènemodus Scènemodus op H, wordt het item [Scènemodus] Digitaal filter Digitaal filter in het [A Opnamemodus 1] menu getoond. HDR-opname HDR-opname Druk op de vierwegbesturing (5) zodat Opname-instell.
Pagina 96
Instelling van de belichting Instellen van de Gevoeligheid U kunt de gevoeligheid instellen op basis van het omgevingslicht. De gevoeligheid kan worden ingesteld op [ISO AUTO] of binnen een gevoeligheidsbereik tussen ISO 100 en 51200. De standaardinstelling is [ISO AUTO]. Druk in de standbystand op de vierwegbesturing (2).
Pagina 97
• In de stand L, of Z (HDR-nachtbeeld)/l (Nachtsnapshot)/ n (Podiumbelichting) van de stand H wordt de gevoeligheid vast ingesteld op [ISO AUTO] (tot ISO 6400 voor de stand H). • In de stand K of p wordt [ISO AUTO] niet weergegeven. De gevoeligheid wordt ingesteld op de laatste vast ingestelde waarde als de functiekiezer op p wordt gezet.
Pagina 98
De belichtingsstand wijzigen Deze camera beschikt over de volgende belichtingsstanden. Bij elke belichtingsstand zijn de volgende instellingen mogelijk. z: Beschikbaar #: Beperkt ×: Niet beschikbaar Wijzigen Wijzigen Gevoeligheid Belichtings- Belichtingsfunctie sluitersnelheid diafragmawaarde wijzigen correctie Programma Automatische belichting Gevoel. × × voorkeuze Auto belichting Sl.tijd voorkeuze...
Pagina 99
R of S wordt op het statusscherm getoond voor de waarde die gewijzigd 2000 kan worden. 1600 De waarde die gewijzigd kan worden, is in de zoeker onderstreept. Tijdens de Live Weergave verschijnt 5 voor de waarde die gewijzigd kan worden.
Pagina 100
In a stand wordt de afwijking van de juiste belichting weergegeven in een staafgrafiek, terwijl de sluitersnelheid of diafragmawaarde aangepast worden. De belichtingswaarde wordt in rood getoond wanneer het verschil met de juiste belichting ±3,0 of meer wordt. • Wanneer de gevoeligheid ingesteld is op een vaste waarde (p.94), kan het dat u geen juiste belichting verkrijgt met de geselecteerde sluitersnelheid en diafragmawaarde.
Pagina 101
• U kunt de werking van de ontspanknop in de stand p instellen bij [8. Opties Bulb (B)-modus] van het menu [A Pers.instelling 2]. Modus 1 De belichting gaat verder zolang de ontspanknop is ingedrukt. (standaardinstelling) Modus 2 De belichting start als de ontspanknop de eerste keer wordt ingedrukt en eindigt als de ontspanknop een tweede keer wordt ingedrukt.
Pagina 102
Correctie van de belichting Hiermee kunt u met opzet overbelichte (lichte) of onderbelichte (donkere) opnamen maken. De compensatiewaarde kan worden ingesteld tussen -5 en +5 LW (-2 en +2 LW in C stand). De waarde die u kunt instellen, varieert overeenkomstig de stappenintervallen, ingesteld in [1.
Pagina 103
+1.7 +1.7 ±0EV ±0EV 2000 2000 F2.8 F2.8 1600 1600 Beschikbare bewerkingen Start/beëindigt de selectie van de m-knop compensatiewaarde. Hiermee wordt de correctiewaarde teruggezet d-knop naar de standaardinstelling. • LW-compensatie is niet beschikbaar in de stand p. • De ingestelde belichtingscorrectie wordt niet geannuleerd als u de camera uitzet of een andere opnamestand kiest.
Pagina 104
Belichtingsbracketing is niet beschikbaar in de volgende situaties. • wanneer p stand, of \ (Beweg. onderwerp)/Z (HDR-nachtbeeld)/ Z (Huisdier)/R (Kinderen) van H stand ingesteld is • wanneer intervalopname, meervoudige belichting of HDR-opname is ingesteld Druk in de standbystand op de vierwegbesturing (5). Het instelscherm voor de transportstand verschijnt.
Pagina 105
Druk de ontspanknop helemaal in. Houd de ontspanknop ingedrukt totdat drie opnamen gemaakt zijn. De opnamen worden gemaakt volgens de volgorde die ingesteld is bij [6. Volgorde bracketing] van het menu [A Pers.instelling 1]. • Wanneer de scherpstelstand is ingesteld op l, wordt de scherpstellingspositie vergrendeld bij de eerste opname en wordt deze gebruikt voor de volgende opnamen uit de reeks.
Pagina 106
Vergrendeling van de belichting vóór het maken van de opname (Belichtingsgeheugen) Belichtingsgeheugen is een functie die de belichting (helderheid) voor het maken van de opname vast zet. Gebruik dit als het onderwerp te klein is voor een correcte belichting, of als er achtergrondverlichting is. Ken [Belichtingsgeheugen] toe aan de =/L toets.
Pagina 107
De methode voor lichtmeting selecteren Selecteer het gedeelte van de zoeker dat moet worden gebruikt voor lichtmeting en het bepalen van de belichting. De sensor meet de helderheid in meerdere zones. (standaardinstelling) Zelfs bij locaties met tegenlicht wordt bij deze functie L Meervlaks automatisch bepaald welk helderheidsniveau elk gedeelte van het beeld heeft en wordt de belichting...
Pagina 108
• U kunt de instelling ook wijzigen vanuit het [A Opnamemodus 1] menu. • Lichtmeting wordt direct na inschakeling van de camera, of als de opnamestand gewijzigd wordt, uitgevoerd. Stel de bedrijftijd van de lichtmeter in bij [3. Bedrijftijd lichtmtr] van het menu [A Pers.instelling 1]. Kies tussen [10sec] (standaardinstelling), [3sec] of [30sec].
Pagina 109
Beeldruisonderdrukking (NR) Bij het maken van opnamen met een digitale camera doet zich beeldruis (ruwe of ongelijkmatige opnamen) voor in de volgende situaties. • bij het maken van opnamen met een hoge gevoeligheidsinstelling • bij opnamen met lange belichtingstijd • als de temperatuur van de CMOS-sensor hoog is U kunt de beeldruis verminderen met behulp van ruisonderdrukking.
Pagina 110
Druk op de knop 4. Ga verder naar stap 7 als u [Auto], [Zwak], [Normaal], [Sterk] of [Uit] selecteert. Selecteer [Instelling] met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm verschijnt waarin op basis van de ISO-gevoeligheid het ruisreductieniveau kan worden ingesteld.
Pagina 111
Lage sluitersnelheid NR Onderdrukt ruis bij lange belichtingstijden. Selecteer [Ruisond. lange sltrtijd] in het [A Opnamemodus 3] menu, en druk op de vierwegbesturing (5). Selecteer een instelling met de vierwegbesturing (23) en druk Ruisond. hoge ISO-wrd Ruisond. hoge ISO-wrd op de 4 knop. Ruisond.
Pagina 112
Scherp stellen Instelling van de scherpstelstand Stel de scherpstelstand functiekiezer in op l, A, of \. De autofocus methodes voor opnamen met de zoeker verschillen van die voor opnamen met Live Weergave. DDL autofocus op basis van Phase Matching: Opnamen Selecteer l, k, of f stand waardoor automatisch met de overschakelen tussen l en k mogelijk is.
Pagina 113
Autofocus standen bij opnamen met de zoeker De volgende autofocus standen kunnen bij opnamen met de zoeker geselecteerd worden. Als de ontspanknop half ingedrukt is, en er is scherp gesteld op het onderwerp, dan wordt de focus in die positie vergrendeld (focusvergrendeling).
Pagina 114
Er wordt continu scherp gesteld op het onderwerp zolang de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. De scherpstelindicatie ] wordt weergegeven in de zoeker en u hoort een geluidssignaal zodra scherpgesteld is op het onderwerp. De sluiter kan zelfs worden ontspannen als het onderwerp niet scherp is.
Pagina 115
Het scherpstelpunt selecteren (AF-punt) Instellen van het scherpstelpunt bij opnamen met de zoeker. De camera selecteert uit 5 AF-punten het optimale Auto AF-punt, zelfs als het onderwerp niet in het midden (5 AF-punten) staat. (standaardinstelling) De camera selecteert uit 11 AF-punten het optimale Auto AF-punt, zelfs als het onderwerp niet in het midden (11 AF-punten)
Pagina 116
Het gewenste scherpstelpunt selecteren Selecteer S in Stap 3 op p.113, en druk op de 4 knop. Druk op de knop 3 of druk de ontspanknop half in. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname. Selecteer het gewenste AF-punt.
Pagina 117
• De positie van het gewijzigde AF-punt wordt opgeslagen zelfs als de scherpstelpunt selectiestand ingesteld is op b, c of O, of als de camera uitgeschakeld is. • Indien [Actief AF-gebied] is toegewezen aan de knop V/Y bij [Knoppen aanpassen] van het menu [A Opnamemodus 4] (p.180), druk dan op de knop V/Y om wijziging van het AF-punt in of uit te schakelen, en draai aan de e-knop aan de voor/achterzijde om het AF-punt te wijzigen zoals beschreven in stap 4.
Pagina 118
Druk op de M knop in standby stand. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Druk op de vierwegbesturing (2345) voor selecteren [Contrast-AF], en druk op de 4 knop. Het [Contrast-AF] scherm wordt weergegeven. Kies de gewenste stand met de Contrast-AF Contrast-AF vierwegbesturing (45) en druk Gezichtsherkenning Gezichtsherkenning op de knop 4.
Pagina 119
Selecteren van het gewenste scherpstelgebied U kunt het bereik van het autofocusgebied instellen (AF area). Selecteer G in Stap 3 op p.116 en druk op de 4 knop. U keert terug naar het bedieningspaneel. Druk op de knop 3 of druk de ontspanknop half in. De camera is gereed voor het maken van een opname.
Pagina 120
Controle van de scherpstelling Bij het maken van opnamen in de Live Weergave kunt u de scherpstel vergrendelingspositie controleren door het beeld op de monitor te vergroten, en te centreren rond het scherpgestelde gebied. Bekijk het onderwerp op de monitor en druk de ontspanknop half in.
Pagina 121
Handmatige regeling van de scherpstelling (Handmatige scherpstelling) Draai, terwijl u door de zoeker of op het Live Weergave-scherm kijkt, de scherpstelring totdat het onderwerp duidelijk zichtbaar is. De sluiter kan in \ stand vrijgegeven worden door de ontspanknop volledig los te laten als er niet scherpgesteld is op het onderwerp.
Pagina 122
Wanneer het moeilijk is om de scherpstelling te controleren, druk dan op de 4 knop. Het beeld op het beeldscherm wordt vergroot. x4 x4 Beschikbare bewerkingen E-knop aan achterzijde (S) Vergroot het beeld (tot 6 keer) naar rechts (y) E-knop aan achterzijde (S) Verkleint het beeld (tot 2 keer) naar links (f) Vierwegbesturing (2345)
Pagina 123
AF-aanpassing U kunt van uw objectieven met behulp van het autofocus systeem van de camera aanpassen. • Gebruik [AF-aanpassing] alleen als dat nodig is. Gebruik de functie voorzichtig, want aanpassing van autofocus kan het moeilijk maken om opnamen te maken met de juiste scherpstelling. •...
Pagina 124
Beschikbare bewerkingen Vierwegbesturing (5)/ Scherpstelling dichterbij halen. E-knop aan achterzijde (S) naar rechts (y) Vierwegbesturing (4)/ Scherpstelling verder weg plaatsen. E-knop aan achterzijde (S) naar links (f) | knop Reset de aanpassingswaarde naar de standaardinstelling. Druk op de knop 4. De aanpassingswaarde wordt opgeslagen.
Pagina 125
Opnamen in Catch-In Focus stand Indien [18. Catch-in focus] van het menu [A Pers.instelling 3] ingesteld is op [Aan], en een van de volgende objectieftypes bevestigd is, dan wordt Catch-in Focus geactiveerd en wordt de sluiter automatisch ontspannen zodra er scherp gesteld is op het onderwerp.
Pagina 126
Controle van de scherptediepte (Preview) U kunt met de voorbeeldfunctie de scherptediepte, de compositie, de belichting en de scherpstelling controleren voordat u een opname maakt. Er zijn twee voorbeeldmethoden. Voorbeeldmethode Beschrijving Voor het controleren van de scherptediepte Optisch voorbeeld door de zoeker. Voor het beoordelen van compositie, belichting Digitaal voorbeeld en scherpstelling op de monitor.
Pagina 127
Haal uw vinger van de V/Y knop. De functie Optisch voorbeeld wordt afgesloten en de camera is gereed voor het maken van een opname. Het Digitale Voorbeeld weergeven Wijs [Digitaal voorbeeld] toe aan de V/Y knop. Zie “Instellen van de werking van de V/Y Knop” (p.180) voor bijzonderheden.
Pagina 128
De functie Shake Reduction gebruiken om het effect van camerabewegingen te voorkomen Opnamen maken met de functie Shake Reduction De functie Shake Reduction vermindert het schudden van de camera tijdens het indrukken van de ontspanknop. De functies Shake Reduction werkt effectief bij het maken van opnamen in de volgende situaties.
Pagina 129
Selecteer Q of R met de Shake Reduction Shake Reduction vierwegbesturing (45) en druk op de knop 4. U keert terug naar het bedieningspaneel. Annul. Annul. MENU Maakt gebruik van Shake Reduction. (standaardinstelling) Maakt geen gebruik van Shake Reduction. Druk de ontspanknop tot halverwege in. De Shake Reduction functie is geactiveerd, en k verschijnt in het statusscherm, de zoeker...
Pagina 130
Opnamen maken met de zelfontspanner Zelfontspanner De sluiter ontspant na circa 12 seconden. Gebruik deze (12sec) stand om als fotograaf ook op de foto te komen. De sluiter wordt ontspannen na circa 2 seconden nadat Zelfontspanner de ontspanknop ingedrukt is. Gebruik deze stand om te (2sec) voorkomen dat de camera beweegt als de ontspanknop ingedrukt wordt.
Pagina 131
Druk de ontspanknop helemaal in. Voor g, begint de zelfontspannerlamp langzaam te knipperen en vervolgens 2 seconden snel te knipperen voordat de sluiter ontspannen wordt. Een pieptoon is te horen, en de snelheid verhoogt. De sluiter wordt ontspannen na circa 12 seconden nadat de ontspanknop volledig ingedrukt is.
Pagina 132
Opnamen maken met een afstandsbediening (optioneel) De sluiter kan met een optionele afstandsbediening op afstand worden ontspannen. De sluiter wordt ontspannen onmiddellijk nadat de Afstandsbediening ontspanknop op de afstandsbediening is ingedrukt. De sluiter wordt ontspannen na circa 3 seconden Afstandsbed. 3sec nadat de ontspanknop op de afstandsbediening vertraging is ingedrukt.
Pagina 133
Richt de afstandsbediening richt op de afstandsbedieningssensor op de voorzijde van de camera en druk de ontspanknop van de afstandsbediening in. Het maximale bereik van de afstandsbediening is circa 4 m vanaf de voorkant van de camera. Nadat de foto is gemaakt, licht het lampje van de ontvanger van de afstandsbediening voor 2 seconden op en gaat dan weer knipperen.
Pagina 134
Continuopnamen maken Continuopname U kunt continu fotograferen door de ontspanknop volledig ingedrukt te houden. g Continuopname Maakt continu opnamen op hoge snelheid. (snel) h Continuopname Maakt continu opnamen met lage snelheid. (langzaam) • Continuopnamen is niet beschikbaar in de volgende situaties. •...
Pagina 135
Druk de ontspanknop helemaal in. Opnamen worden continu gemaakt als de ontspanknop geheel ingedrukt is. Haal om te stoppen uw vinger van de ontspanknop. • De opnamestand staat vast op g in \ (Beweg. onderwerp)/Z (Huisdier)/ R (Kinderen) van de H stand. •...
Pagina 136
Intervalopname Maakt opnamen met een ingesteld interval vanaf een vastgesteld tijdstip. De volgende items kunnen worden ingesteld. Programmeer de interval tussen de opnamen van 3 seconde Interval tot 24 uur. Ingestelde tijd: 2 tot 999. Aantal Het aantal opnamen dat u kunt instellen, varieert afhankelijk opnamen van de opnamecondities, bijvoorbeeld de beschikbaar ruimte op de SD geheugenkaart.
Pagina 137
Selecteer [Aantal opnamen] met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5). Druk op de vierwegbesturing (45) en selecteer het aantal opnamen dat moet worden gemaakt met de vierwegbesturing (23). Druk op de knop 4 om de instelling te voltooien. Selecteer [Int opname starten] met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 138
Druk de ontspanknop helemaal in. Als [Int opname starten] is ingesteld op [Nu], zal de eerste opname gemaakt worden. Als ingesteld op [Tijdstip], start de opname op de ingestelde tijd. Bij het maken van meerdere opnamen worden de opnamen gemaakt met het bij stap 3 ingestelde interval.
Pagina 139
Dubbelopnamen U kunt een opname maken door dubbelopnamen te maken en ze samen te voegen tot een enkele opname. Dubbelopnamen is niet beschikbaar in de volgende situaties • als Z (HDR-nachtbeeld) van H stand, of C stand ingesteld is • wanneer intervalopname, digitale filter of HDR-opname is ingesteld Selecteer [Dubbelopnamen] in het menu [A Opnamemodus 2], en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 140
Maak de opname. De samengestelde opname wordt elke keer dat de ontspanknop ingedrukt wordt in de momentopname getoond. Tijdens momentcontrole kunnen de volgende handelingen worden verricht. Beschikbare bewerkingen Verwijdert de opnamen die tot op dat moment gemaakt U/i-knop werden, en maak opnieuw opnamen vanaf het eerste kader.
Pagina 141
Video-opnamen maken Met deze camera kunt u video-opnamen in het volgende formaat maken. • Geluid Mono • Bestandsindeling MPEG-4 AVC/H.264 (Bestandsextensie: .MOV) Wijziging van de instellingen voor video-opnamen U kunt de instellingen voor video-opnamen wijzigen in het menu [C Video] of het bedieningspaneel. Hieronder leggen we met een voorbeeld uit hoe u de instellingen in het menu [C Video 1] kunt wijzigen.
Pagina 142
Gebruik de vierwegbesturing (23) voor het selecteren van [Opname-instell. films], en druk op de vierwegbesturing (5). Het [Opname-instell. films] scherm verschijnt. Selecteer [Resolutie]. Weergavere- Opnamesnelheid Resolutie Verhoudingen solutie (fps) 1920×1080 30/25/24 (standaardinstelling) 1280×720 60/50/30/25/24 640×480 30/25/24 Wanneer u de instelling wijzigt, verschijnt bovenaan rechts op het scherm hoe lang u bij die instelling kunt filmen.
Pagina 143
Gebruik de vierwegbesturing (23) voor het selecteren van Q of R, en druk op de 4 knop. Maakt gebruik van Video Shake Reduction. (standaardinstelling) Maakt geen gebruik van Video Shake Reduction. Druk op de 3 knop. De camera is gereed voor het opnemen van video. U kunt de instellingen, beschreven in dit deel, ook via het bedieningspaneel instellen.
Pagina 144
Beschikbare bewerkingen E-knop aan Belichtingsinstelling c/a: Past de de achterzijde (S) diafragmawaarde aan (alleen voor het opnemen). E-knop aan Belichtingsinstelling a: Past de de voorzijde (R) sluitersnelheid aan. Belichtingsinstelling e/c: Pas de m-knop E-knop aan belichtingscorrectie aan (±2 LW). de achterzijde (S) Vierwegbesturing (2) Belichtingsinstelling a: Past de gevoeligheidsinstelling aan.
Pagina 145
• Ongeacht de instelling van de scherpstelstand wanneer u een video opneemt, begint de opname wanneer de ontspanknop volledig ingedrukt is, ook al is het onderwerp niet scherp. • U kunt een video opnemen van maximaal 4 GB of 25 minuten. Als de SD-geheugenkaart vol is, stopt het opnemen en wordt de video opgeslagen.
Pagina 146
Selecteer [Intervalvideo] in het menu [C Video 1] en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Intervalvideo] verschijnt. Selecteer [Interval] met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5). Selecteer het opname-interval met Intervalvideo Intervalvideo de vierwegbesturing (23) en druk Opnamen starten Opnamen starten op de knop 4.
Pagina 147
Selecteer [Opnamen starten] met de vierwegbesturing (23) en druk op de 4 knop. De camera is gereed voor het opnemen van video. Druk de ontspanknop tot halverwege in. Het autofocussysteem treedt in werking. Druk de ontspanknop helemaal in. Als [Int opname starten] is ingesteld op [Nu], wordt de opname onmiddellijk gemaakt.
Pagina 148
Video’s afspelen U kunt opgenomen video weergeven in de weergavestand, op dezelfde manier als opgeslagen foto-opnamen. Selecteer welke video u wilt afspelen in de enkelbeeldweergave van de weergavestand. Het eerste beeldje van de video wordt weergegeven op de monitor. Druk op de vierwegbesturing (2). De weergave van de video wordt gestart.
Pagina 149
• U kunt gebruikmaken van de optionele netvoedingskabel om op een tv of een ander AV-apparaat video-opnamen weer te geven. (p.221) • QuickTime is nodig voor het afspelen van video's die overgezet zijn op een computer. (p.258) Een beeldje uit een video isoleren als foto U kunt een enkel beeldje isoleren uit een video-opname en opslaan als JPEG-foto.
Pagina 150
Video bewerken Video-opnamen kunnen worden gesplitst en ongewenste segmenten kunnen worden gewist. Selecteer welke video u wilt afspelen in de enkelbeeldweergave van de weergavestand. Het eerste beeldje van de video wordt weergegeven op de monitor. Druk op de vierwegbesturing (3). Het weergavepalet verschijnt.
Pagina 151
Druk op de U/i knop. Het scherm verschijnt waarop u het segment/de segmenten kunt selecteren dat/die u wil wissen. Verplaats het geselecteerde beeld met de vierwegbesturing (45) en druk op de 4 knop. 00'05" 00'05" De segmenten die u wilt verwijderen zijn 10'00"...
Pagina 153
Opname-instellingen Dit hoofdstuk beschrijft de beeldbestandsindelingen en de gebruiksinstellingen voor de camera in de opnamestand. Een bestandsindeling instellen ......152 Instelling van de witbalans ........155 Opnamen corrigeren ..........161 Afwerking van de opname ........169 De knop aanpassen/Functies van de e-knop ..177 Veelgebruikte instellingen opslaan .......184...
Pagina 154
Een bestandsindeling instellen Instellen van bestandsformaat, opnameresolutie, kwaliteitsniveau, en kleurruimte van foto’s. Selecteer [Opname-instell. foto’s] in het menu [A Opnamemodus 1], en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Opname-instell. foto’s] verschijnt. Selecteer [Bestandsindeling], Opname-instell. foto's Opname-instell. foto's [JPEG-resolutie], [JPEG Bestandsindeling Bestandsindeling kwaliteitsniveau] of [Kleurruimte]...
Pagina 155
Bestandsindeling U kunt het formaat van beeldbestanden instellen. Opnamen worden gemaakt in de JPEG-indeling. (standaardinstelling) JPEG U kunt de [JPEG-resolutie] en [JPEG kwaliteitsniveau] instellingen wijzigen. Maakt opnamen in een CMOS-zoekeruitvoerformaat zonder verwerking. RAW-bestanden worden opgeslagen in de DNG (Digital Negative)-indeling die voor algemene doeleinden ontwikkeld is door Adobe Systems.
Pagina 156
JPEG-resolutie Stelt de opnamegrootte in van opnamen wanneer de bestandsindeling ingesteld is op [JPEG]. Resolutie Pixels 4928x3264 (standaardinstelling) 4224×2816 3456×2304 2688×1792 • De bestandsgrootte is groter als er meer pixels zijn. De bestandsgrootte is eveneens afhankelijk van de instelling bij [JPEG kwaliteitsniveau]. •...
Pagina 157
Instelling van de witbalans Past de kleur van een beeld aan gebaseerd op het omgevingslicht zodat witte voorwerpen wit lijken. Onderdeel Instelling Kleurtemperatuur Wijzigt automatisch de witbalans. F Auto Ca. 4.000 tot 8.000K (standaardinstelling) Voor het maken van opnamen Daglicht Ca.
Pagina 158
Onderdeel Instelling Kleurtemperatuur Gebruik deze instelling voor het bij opnamen handmatig aanpassen Manueel 1-3 van de witbalans aan het licht. — Er kunnen tot drie instellingen opgeslagen worden. Gebruik dit voor het instellen Kleur- van de waarde van de — temperatuur kleurtemperatuur.
Pagina 159
Druk op de M knop. Het scherm voor fijnafstemming wordt weergegeven. De witbalans fijn afstemmen. G3 G3 A2 A2 Voorbeeld Voorbeeld Annul. Annul. MENU ±0 ±0 Beschikbare bewerkingen Vierwegbesturing Aanpassing van de kleurtinten tussen groen (G) (23) en magenta (M). Vierwegbesturing Aanpassing van de kleurtinten tussen blauw (B) (45)
Pagina 160
Witbalans handmatig aanpassen U kunt deze instelling gebruiken voor het bij opnamen handmatig aanpassen van de witbalans aan het licht. Selecteer K in Stap 2 bij p.156, en druk op de vierwegbesturing (3). Gebruik de vierwegbesturing (45) Manuele witbalans Manuele witbalans voor het selecteren van K1 tot K3.
Pagina 161
Druk op de knop 4. De camera is gereed voor het maken van een opname. Als een opname extreem over- of onderbelicht is, kan de witbalans mogelijk niet worden aangepast. Pas in dat geval eerst de belichting aan en vervolgens de witbalans.
Pagina 162
De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur Gebruik dit voor het instellen van de waarde van de kleurtemperatuur. Selecteer K in Stap 2 bij p.156, en druk op de M knop. Pas de kleurtemperatuur aan met de e-knoppen op de voor- en achterzijde.
Pagina 163
Opnamen corrigeren De eigenschappen van de camera en het objectief kunnen automatisch worden aangepast voor het maken van opnamen. Regeling van de helderheid Vergroot het dynamisch bereik, verruimt de expressie van gradaties door de CMOS-sensor en zorgt voor minder over- en onderbelichte gebieden. Druk op de M knop in standby stand.
Pagina 164
Wanneer de gevoeligheid ingesteld is op minder dan ISO 200, kan [Hooglichtcorrectie] niet worden ingesteld op [Aan]. Instellen van [Hooglichtcorrectie] en [Schaduwcorrectie] is tevens mogelijk in [Instellingen D-range] van het [A Opnamemodus 2] menu. Opname met hoog dynamisch bereik Fotografie met een hoog dynamisch bereik is een manier om het volledige scala van donkere tot heldere gebieden uit te drukken door meerdere opnamen te maken met verschillende belichtingen (onderbelicht, juist belicht (standaard), en overbelicht), en ze in een enkel beeld te...
Pagina 165
Druk op de vierwegbesturing (5) HDR-opname HDR-opname en selecteer een instelling met HDR-opname HDR-opname de vierwegbesturing (23) terwijl Automatisch uitlijnen Automatisch uitlijnen Waarde belicht.bracket. Waarde belicht.bracket. u op de 4 knop drukt. Annul. Annul. MENU Selecteer [Automatisch uitlijnen] met de vierwegbesturing (23).
Pagina 166
• De procedure van Stap 2 kan ook via het bedieningspaneel uitgevoerd worden. • Wanneer zowel Shake Reduction als Automatische Centrering aan zijn, moet u op de volgende punten letten. • Houd de camera stevig vast, zodat de compositie van de opname niet verandert terwijl u de drie beelden vastlegt.
Pagina 167
Objectiefcorrectie Correctie van vervormingen en laterale chromatische aberratie die het gevolg zijn van eigenschappen van het objectief. Vervorming Vervorming is het fenomeen waarbij het centrale deel van een opname opgeblazen lijkt (tonvervorming) of juist samengetrokken (kussenvervorming). Vervorming treedt sneller op bij gebruik van een zoomobjectief of een objectief met een kleine diameter, en rechte muren en de horizon worden op de opname gebogen weergegeven.
Pagina 168
• Correcties kunnen alleen worden uitgevoerd bij gebruik van een DA-, DA L- of D FA-objectief of bij sommige FA-objectieven. De functies van de objectiefcorrectie kunnen niet worden geselecteerd wanneer een niet-compatibel objectief is bevestigd. (p.288) • De functies van Objectiefcorrectie kunnen niet worden gebruikt in combinatie met een accessoire zoals een tussenring of rear converter die tussen de camera en het objectief is aangesloten.
Pagina 169
Compositie Aanpassen Hiermee kunt u de compositie van uw opname met gebruik van het Shake Reduction-mechanisme aan te passen. Gebruik dit als u de compositie wilt aanpassen, zoals bij het gebruik van een statief. Selecteer [Compositie aanpassen] in het [A Opnamemodus 3] menu, en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 170
Druk op de knop 4. U keert terug naar de normale Live weergave; de camera is gereed voor het maken van een opname. • [Shake Reduction] is niet beschikbaar. • De aanpassingswaarde wordt gereset bij beëindiging van Live weergave. • Als u de Compositiecorrectie functie regelmatig gebruikt, kunt u de functie toewijzen aan de |/Y knop.
Pagina 171
Afwerking van de opname Opnamen maken met instellingen die aangepast zijn aan uw creatieve fotografische visie. Aangepaste Opname Selecteer de gewenste opnamestijl uit de volgende standen en maak foto’s met een creatieve afwerking. Beeldtint Opname Verzadiging, tint en contrast staan relatief hoog ingesteld om Helder een helder, scherp beeld te creëren.
Pagina 172
Druk op de M knop in standby stand. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Selecteer [Aangepaste opname] met de vierwegbesturing (2345) en druk op de 4 knop. Het instelscherm voor aangepaste opname verschijnt. De laatst gemaakte opname wordt in de achtergrond getoond. Selecteer met de vierwegbesturing Helder Helder...
Pagina 173
De volgende parameters kunnen gewijzigd worden volgens de geselecteerde afwerking voor het beeld. Beeldtint Parameter Kleurverzadiging: -4 tot +4 Helder/ Natuurlijk/ Tint: -4 tot +4 Portret/ Landschap/ Hoog/laag stemming: -4 tot +4 Levendig/ Contrast: -4 tot +4 Schitterende kleur Scherpte: -4 tot +4 Kleurverzadiging: -4 tot +4 Kleur aanpassen: Uit/Groen/Geel/Oranje/Rood/ Magenta/Paars/Blauw/Cyaan...
Pagina 174
Regel de parameterwaarde met de vierwegbesturing (45). U kunt kleurverzadiging en tint controleren met behulp van het diagram. Beschikbare bewerkingen E-knop aan de Overschakelen tussen [Scherpte] en [Fijne scherpte]. achterzijde (S) Reset de aanpassingswaarde naar de d-knop standaardinstelling. Druk op de knop 4. Opnieuw verschijnt het scherm dat werd weergegeven bij stap 3.
Pagina 175
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om s (Kruisverwerking opslaan) te selecteren, en druk op de knop 4. De camera zal zoeken naar opnamen die zijn uitgevoerd met Kruisverwerking en hierbij beginnen bij de meest recente opname. (Tijdens het zoeken wordt een zandloperpictogram getoond.) Als een opname wordt gevonden, verschijnt een scherm waarin u de instellingen kunt opslaan.
Pagina 176
Digitaal Filter Wanneer u foto’s maakt, kunt u een filtereffect toepassen. U kunt kiezen uit de volgende filters. Filternaam Effect Parameter Onttrokken kleur 1: Rood/Magenta/ Blauw/Cyaan/Groen/Geel Om één of twee specifieke kleuren Onttrekbaar kleurbereik 1: 1 tot 5 Kleurextractie te onttrekken en Onttrokken kleur 2: Uit/Rood/Magenta/ de rest van het beeld Blauw/Cyaan/Groen/Geel...
Pagina 177
• Digitaal filter is niet beschikbaar in de volgende situaties. • als Z (HDR-nachtbeeld) van de H stand ingesteld is • wanneer de bestandsindeling ingesteld is op [RAW] of [RAW+] • Als Digitaal filter geselecteerd is, zijn de volgende functies niet beschikbaar. •...
Pagina 178
Gebruik de vierwegbesturing (23) Schaduwniveau Schaduwniveau om een parameter te selecteren en de vierwegbesturing (45) om de waarde te wijzigen. Druk op de d knop voor het resetten van de correctiewaarde naar de standaardinstelling. Annul. Annul. Voorbeeld Voorbeeld MENU Druk op de knop 4. Opnieuw verschijnt het scherm dat werd weergegeven bij stap 3.
Pagina 179
De knop aanpassen/Functies van de e-knop Het is mogelijk om functies toe te kennen aan de e-knop aan de voor-/ achterzijde, V/Y knop, en =/L knop. De functies die momenteel zijn toegewezen aan knoppen kunt u controleren met guide display. Programma Programma Automatische belichting...
Pagina 180
Druk op de vierwegbesturing (5), Belichtingsfunctie Belichtingsfunctie en gebruik de vierwegbesturing (23) om de gewenste instelling te selecteren. De volgende instellingen kunnen voor elke belichtingsstand geselecteerd worden. Annul. Annul. MENU E-knop aan de E-knop aan de Belichtings- voorzijde achterzijde | knop functie (standaard- instelling)
Pagina 181
E-knop aan de E-knop aan de Belichtings- voorzijde achterzijde | knop functie (standaard- instelling) (standaard- eLINE instelling) bSHIFT cSHIFT – (standaard- – – instelling) – – – – Afhankelijk van de [Belichtingsvoorkeur] (p.139) van het [C Video 1] menu. b: Sluitersnelheid wijzigen c: Diafragmawaarde wijzigen o: Gevoeligheid wijzigen m: LW-correctiewaarde aanpassen }e: Terug naar e eLINE: Programmalijn eSHIFT: Programma shift –: Niet beschikbaar Druk op de knop 4.
Pagina 182
Instellen van de werking van de V/Y Knop U kunt één van de volgende functies toekennen aan de V/Y knop. Wijzigt tijdelijk de bestandsindeling. Slaat de opname gelijktijdig op in zowel de JPEG- als RAW-indeling, 1x voor ongeacht de instelling bij [Bestandsindeling]. U kunt bestandsform.
Pagina 183
Druk op de vierwegbesturing (5) Knoppen aanpassen Knoppen aanpassen en selecteer een functie met de 1x voor bestandsform. 1x voor bestandsform. vierwegbesturing (23) terwijl Belichtingsbracketing Belichtingsbracketing Optisch voorbeeld Optisch voorbeeld u op de 4 knop drukt. Digitaal voorbeeld Digitaal voorbeeld Compositie aanpassen Compositie aanpassen Actief AF-gebied...
Pagina 184
Druk op de vierwegbesturing (5). Knoppen aanpassen Knoppen aanpassen Selecteer a bestandsformaat met 1x voor bestandsform. 1x voor bestandsform. de vierwegbesturing (23) en druk Stop na 1 opname Stop na 1 opname op de 4 knop. MENU Druk driemaal op de 3 knop. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu-item selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
Pagina 185
Selecteer met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5). Het =/L toetsicoon met C is de instelling voor de opname van films. Het scherm voor het selecteren van een functie voor de =/L knop wordt weergegeven. Druk op de vierwegbesturing (5) Knoppen aanpassen Knoppen aanpassen en selecteer een functie met de...
Pagina 186
Veelgebruikte instellingen opslaan U kunt de huidige camera-instellingen in de stand A opslaan en later gemakkelijk weer ophalen. De volgende instellingen kunnen opgeslagen worden. • Opnamestand • Kleurruimte • Autom. lichtmeting • Gevoeligheid • AF.A • Witbalans • AF-punt • Flitsinstelling/ •...
Pagina 187
De instellingen opslaan U kunt de instellingen opslaan als USER1 of USER2 stand, en ze gebruiken door de functiekiezer in te stellen op B of C. Selecteer een opnamestand en voer de noodzakelijke instellingen in. Selecteer [USER-stand opslaan] in het [A Opnamemodus 4] menu, en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 188
Een instelnaam wijzigen U kunt de naam van de A stand waarin de instellingen zijn opgeslagen, wijzigen. Selecteer [USER-st. hernoemen] in stap 3 van “De instellingen opslaan”, en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [USER-st. hernoemen] verschijnt. Gebruik de vierwegbesturing (23) voor het selecteren van [USER1] of [USER2], en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 189
Verplaats de cursor voor tekstselectie na het invoeren van tekst naar [Volt.] en druk op de 4 knop. De naam wordt gewijzigd en de camera keert terug naar het scherm [USER-st. hernoemen]. De opgeslagen USER-instellingen controleren Selecteer [Opgesl. instellingen controleren] in Stap 3 van p.185, en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 190
Opgeslagen USER-instellingen gebruiken Het is heel eenvoudig om opgeslagen instellingen weer te activeren. Stel de functiekiezer in op B of C. De A standgeleiding wordt gedurende 30 seconden weergegeven en de opgeslagen instellingen worden opgehaald. Gebruik de vierwegbesturing (23) voor het controleren van de opgeslagen instellingen.
Pagina 191
Standaardinstellingen herstellen Reset de instellingen die zijn opgeslagen in de A stand naar de standaard instellingen. Selecteer [USER-stand resetten] bij Stap 3 van p.185 en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [USER-stand resetten] verschijnt. Gebruik de vierwegbesturing (23) voor het selecteren van [USER1] of [USER2], en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 193
Weergavefuncties en bewerking van opnamen Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van de diverse weergavefuncties en de bewerking van gemaakte opnamen. Gebruik van de weergave/ bewerkingsfuncties ..192 De weergavemethode instellen ......195 Selectie van de Weergavefuncties .......196 Wissen van meerdere opnamen ......203 Opnamen verwerken ..........206 Ontwikkeling van RAW-opnamen ......217 De camera aansluiten op een audiovisueel...
Pagina 194
Gebruik van de weergave/ bewerkingsfuncties Geef de instellingen in voor de weergave en de bewerking van beelden in het palet van de weergavestand of het [Q Weergeven] menu. Zie “De menu’s gebruiken” (p.43) voor meer informatie over het werken met de menu's.
Pagina 195
Onderdeel Functie Pagina Stelt het aantal afdrukken in en stelt in of de *1 *2 r DPOF datum wordt afgedrukt op opnamen die zijn p.254 opgeslagen op de SD geheugenkaart. u Diavoorstelling Geeft de opnamen doorlopend weer. p.201 K Opslaan als Slaat de witbalansinstellingen van een gemaakte p.159 handm WB...
Pagina 196
Items van het menu Weergeven De volgende items zijn beschikbaar in het [Q Weergeven] menu. Druk op de 3 knop in weergavestand om het [Q Weergeven 1] menu weer te geven. Menu Onderdeel Functie Pagina Geeft de opnamen doorlopend weer. Diavoorstelling U kunt instellen hoe opnamen worden p.200...
Pagina 197
De weergavemethode instellen U kunt de aanvankelijke vergroting instellen voor wanneer opnamen worden vergroot, en instellen of in de weergavestand de waarschuwing voor lichte/donkere gebieden moet worden weergegeven. Selecteer [Snel zoomen] in het [Q Weergeven 1] menu en druk op de vierwegbesturing (5). Gebruik de vierwegbesturing (23) om de vergroting te selecteren Diavoorstelling...
Pagina 198
Selectie van de Weergavefuncties U kunt beelden in een lijst tonen of opgeslagen beelden één voor één weergeven. Vergroten van Beelden U kunt opnamen in de weergavestand tot maximaal 16 keer vergroten. Selecteer een opname in de enkelbeeldstand. Draai de e-knop aan de achterzijde 100-0001 100-0001 (S) naar rechts (richting y).
Pagina 199
• De standaardinstelling voor de eerste klik is 1,2 keer. U kunt dit wijzigen in [Snel zoomen] van het [Q Weergeven 1] menu. (p.195) • Verticale opnamen worden aanvankelijk volledig weergegeven met een vergroting van 0,75 x die van horizontale opnamen, zodat de vergroting bij de eerste klik in dat geval een vergroting is van 1 keer.
Pagina 200
Selecteer het beeld/de beelden die u wil weergeven. Beschikbare bewerkingen Vierwegbesturing Verplaatst het selectiekader. (2345) Wist de geselecteerde beelden. (p.203) U/i-knop Toont het geselecteerde beeld in de 4-knop enkelbeeldstand. Toont het eerste beeld van de geselecteerde map in de enkelbeeldstand (in mapweergave). Draai de e-knop aan de achterzijde (S) naar rechts (richting y).
Pagina 201
Kalenderfilmstripweergave Aantal opnamen dat op deze datum is gemaakt Beelden worden gegroepeerd en weergegeven per datum van opname. 2013.5 2013.5 11 11 20 20 24 24 2013.6 2013.6 25 25 107-0002 107-0002 Opname- Miniatuur datum Beschikbare bewerkingen Vierwegbesturing (23) Selecteert een opnamedatum. Vierwegbesturing (45) Selecteert een opname die op de geselecteerde opnamedatum is gemaakt.
Pagina 202
Continue weergave van beelden U kunt alle beelden, opgeslagen op uw SD geheugenkaart, één voor één in een diavoorstelling weergeven. Instelling van de weergave van de diavoorstelling Stelt in hoe opnamen worden weergegeven tijdens een diavoorstelling. Selecteer [Diavoorstelling] in het [Q Weergeven 1] menu en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 203
De diavoorstelling starten Selecteer [Starten] bij stap 2 on p.200 en druk op de knop 4. Of selecteer u (Diavoorstelling) in het palet van de weergavestand en druk op de knop 4. Het startscherm wordt weergegeven en de diavoorstelling start. Starten Starten Beschikbare bewerkingen...
Pagina 204
Roteren van beelden U kunt de rotatie-informatie wijzigen die is ingesloten in de Exif van een opname, zodat de opname op een TV of computermonitor kan worden weergegeven met de juiste beeldrichting. • U kunt de rotatie-informatie van een opname niet wijzigen in de volgende omstandigheden.
Pagina 205
Wissen van meerdere opnamen U kunt meerdere opgeslagen opnamen in één keer wissen. Let op dat gewiste opnamen niet meer kunnen worden teruggehaald. 1Beveiliging van opnamen tegen wissen (Beveiligen) (p.242) Geselecteerde opnamen wissen U kunt meerdere opgeslagen opnamen in één keer wissen. •...
Pagina 206
Druk op de U/i knop. Het scherm voor bevestiging van het wissen verschijnt. Selecteer [Kiezen & wissen] met de vierwegbesturing (23) en druk op de 4 knop. De geselecteerde opnamen worden gewist. Een map wissen Draai de e-knop aan de achterzijde (S) twee klikken naar links (richting f) in de enkelbeeld weergave.
Pagina 207
Alle opnamen wissen U kunt alle opnamen op de SD-geheugenkaart in één keer wissen. Selecteer [Alle opnamen verwijderen] in het [Q Weergeven 1] menu en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm voor het wissen van alle opnamen wordt weergegeven. Druk op de vierwegbesturing (2) om [Alle opnamen verwijderen] te selecteren en druk op de knop 4.
Pagina 208
Opnamen verwerken Wijzigen van de resolutie (Formaat wijzigen) Wijzigt de opnameresolutie van een geselecteerde opname, slaat de opname op als nieuw bestand. • Enkel JPEG-opnamen die met deze camera gemaakt werden, kunnen vergroot of verkleind worden. • Van beelden waarvan de grootte al met deze camera werd gewijzigd in Z of S kan de grootte niet opnieuw worden gewijzigd.
Pagina 209
Uitsnijden van een deel van het beeld (Uitsnijden) Snijdt alleen de gewenste zone van een geselecteerd beeld uit en bewaart deze als een nieuw beeld. • Enkel JPEG-opnamen die met deze camera gemaakt werden, kunnen bijgesneden worden. • In beelden waarvan de grootte met deze camera al in Z of S werd gewijzigd, kunt u geen zones uitsnijden.
Pagina 210
Druk op de knop 4. Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt. Selecteer [Opslaan als] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. De uitgesneden opname wordt als afzonderlijk bestand opgeslagen. Opnamen verwerken met Digitale Filters U kunt gemaakte opnames bewerken met digitale filters. De volgende filters zijn beschikbaar.
Pagina 211
Filternaam Effect Parameter Kleur Keert de kleuren van OFF/ON inverteren de opname om. Kleur: Rood/Magenta/Blauw/Cyaan/ Groen/Geel Legt een kleurfilter over Kleur de opname. Kleurdichtheid: Licht/Normaal/ Donker Creëert een beeld met Tintuitbreiding Zwak/Normaal/Sterk een uniek contrast. Maakt een opname die Contrast: Zwak/Normaal/Sterk Schetsfilter oogt alsof deze met een Scratch effect: OFF/ON...
Pagina 212
Filternaam Effect Parameter Creëert een opname met Aantal lichtbronnen: Klein/Normaal/ een speciaal schitterend Groot uiterlijk door het Grootte: Klein/Normaal/Groot toevoegen van extra glitter Sterren aan de hoogtepunten van een nachtscène of aan Hoek: 0°/30°/45°/60° licht dat op water reflecteert. Voor opnamen die eruitzien alsof ze zijn Fisheye Zwak/Normaal/Sterk...
Pagina 213
Gebruik de vierwegbesturing 100-0001 100-0001 (2345) om een filter te kiezen. Monochroom Monochroom U kunt het effect van het geselecteerde filtereffect met het achtergrondbeeld controleren. U kunt een andere opname selecteren Aanp. parameter Aanp. parameter INFO door aan de e-knop aan de voorzijde Stoppen Stoppen MENU...
Pagina 214
Gebruik de vierwegbesturing (23) voor het selecteren van [Extra Verdergaan met filters select.? Verdergaan met filters select.? filter(s) toepassen] of [Opslaan als], en druk op de 4 knop. Extra filter(s) toepassen Extra filter(s) toepassen Selecteer [Extra filter(s) toepassen] als Opslaan als Opslaan als Annuleren Annuleren...
Pagina 215
Druk op de knop M om de 100-0001 100-0001 details van de parameters weer Onderst dig filters vorige Onderst dig filters vorige te geven. opname opnieuw toepassen opname opnieuw toepassen U kunt de filterparameters controleren. 1. 1. 5. 5. 9. 9. 2.
Pagina 216
Meerdere opnamen samenvoegen (Index) Voeg een aantal opnamen samen en toon deze als een indexafdruk. U kunt de camera laten selecteren welke opnamen in de indexopname worden opgenomen, of u kunt deze zelf selecteren. De opnamen worden willekeurig gesorteerd of op basis van bestandsnummer weergegeven, afhankelijk van de geselecteerde lay-out.
Pagina 217
Selecteer [Achtrgrd.] met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5). Kies de achtergrond met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. U kunt kiezen uit een witte en een zwarte achtergrond. Selecteer [Selectie] met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 218
Selecteer [Opslaan] of [Opnieuw sorteren] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. Bewaart het indexbeeld als een P (3072×2048) en C Opslaan bestand. Selecteert opnieuw de beelden die in het indexbeeld zullen Opnieuw worden opgenomen en geeft een nieuw indexbeeld weer. sorteren Indien echter o geselecteerd is voor [Lay-out], dan wordt dit niet weergegeven.
Pagina 219
Ontwikkeling van RAW-opnamen U kunt genomen RAW-beelden in JPEG-beelden omzetten en als nieuwe bestanden opslaan. U kunt alleen RAW-opnamen bewerken die zijn gemaakt met deze camera. RAW-opnamen en JPEG-opnamen gemaakt met andere camera's, kunnen met deze camera niet worden bewerkt. Eén RAW-opname ontwikkelen Selecteer een RAW-beeld in de enkelbeeldstand en druk op de vierwegbesturing (3).
Pagina 220
Gebruik de vierwegbesturing (23) 100-0001 100-0001 om de parameter te selecteren die Opname-instell. foto's Opname-instell. foto's u wilt wijzigen. U kunt een andere opname selecteren door aan de e-knop aan de voorzijde (R) te draaien. MENU U kunt de volgende parameters wijzigen. Parameter Waarde Pagina...
Pagina 221
Druk op de knop 4. Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt. Selecteer [Opslaan als] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. Het RAW-beeld wordt ontwikkeld en opgeslagen als een nieuw JPEG-beeld. Selecteer [Doorgaan] of [Einde] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
Pagina 222
Selecteer [Opnamen ontwikkelen zoals gemaakt] of [Opnamen ontwikkelen met aangepaste Opnamen ontwikkelen Opnamen ontwikkelen zoals gemaakt zoals gemaakt instell.] met de vierwegbesturing Opnamen ontwikkelen Opnamen ontwikkelen (23) en druk op de knop 4. met aangepaste instell. met aangepaste instell. Selecteer, om parameters te wijzigen, [Opnamen ontwikkelen met aangepaste MENU instell.].
Pagina 223
De camera aansluiten op een audiovisueel toestel U kunt de camera aansluiten op een tv of ander toestel en de opnamen daar weergeven. • Voor een AV toestel met meerdere video input terminals, moet u de handleiding van het toestel raadplegen en een geschikte video inputterminal kiezen om de camera aan te sluiten.
Pagina 224
• U kunt het volume op de camera niet regelen terwijl de camera op een AV toestel aangesloten is. Regel het volume op het AV toestel. • Films worden in mono geluid afgespeeld. • Beelden worden met een normale resolutie uitgevoerd, ongeacht de resolutie die door het AV toestel wordt ondersteund.
Pagina 225
Andere instellingen wijzigen In dit hoofdstuk wordt het wijzigen van overige instellingen besproken. Werken met het menu Instellen ......224 Camera-instellingen ..........226 Instellingen voor bestandsbeheer ......241...
Pagina 226
Werken met het menu Instellen Het menu [R Instellen] biedt u algemene camera-instellingen. Zie “De menu’s gebruiken” (p.43) voor meer informatie over het werken met de menu’s. Items van het menu Instellen De volgende items zijn beschikbaar in de menu’s [R Instellen 1-4]. Druk op de knop 3 in de opname/weergavestand, en gebruik de vierwegbesturing (45) of de e-knop aan de achterzijde (S) om de menu’s [R Instellen 1-4] weer te geven.
Pagina 227
Menu Onderdeel Functie Pagina Vermindert schermflikkeringen door het Flikkerreductie instellen van de vermogensfrequentie die p.28 in uw regio gebruikt wordt. Stelt het uitgangssignaal in bij aansluiting Video uit op een audiovisueel apparaat met een p.222 video-ingang. USB- Stelt de USB-aansluitfunctie in bij p.260 aansluiting aansluiting op een computer.
Pagina 228
Camera-instellingen De Geluidseffecten, Datum en Tijd en Weergavetaal instellen De geluidseffecten instellen U kunt het geluidssignaal van de camera in of uitschakelen, of het volume wijzigen. Het geluid voor de volgende items kan worden ingesteld. • Scherpgesteld • AE-L (bedieningsgeluid Belichtingsgeheugen) •...
Pagina 229
Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu-item selecteerde, wordt opnieuw weergegeven. De wereldtijd instellen De datum en tijd die ingesteld zijn in “Begininstelling” (p.62) dienen als datum en tijd voor uw huidige locatie. Door de bestemming [Wereldtijd] in te stellen kunt u de lokale datum en tijd tijdens het reizen naar het buitenland op het scherm tonen.
Pagina 230
Druk op de vierwegbesturing (3) om [Zomertijd] te selecteren, en gebruik de vierwegbesturing (45) om P of O te selecteren. Selecteer O als de stad van bestemming de zomertijd hanteert. Druk op de knop 4. De instelling bestemming wordt opgeslagen en het scherm dat bij stap 2 werd weergegeven komt opnieuw tevoorschijn.
Pagina 231
Lijst met steden voor Wereldtijd Video- Video- Regio Stad Regio Stad uitvoerformaat uitvoerformaat Noord- NTSC Afrika/ Honolulu Istanboel Amerika West-Azië NTSC Anchorage Caïro NTSC Vancouver Jeruzalem NTSC San Francisco Nairobi NTSC Los Angeles Jeddah NTSC Calgary Teheran NTSC Denver Dubai NTSC Chicago Karachi...
Pagina 232
Weergave van monitor en menu’s instellen Instellingen van het LCD-scherm U kunt de weergavekleur van het gidsscherm, statusscherm, bedieningspaneel en menuselectiecursor instellen. Selecteer [LCD-display] in het menu [R Instellen 1] en druk op de vierwegbesturing (5). Het [LCD-display] scherm wordt weergegeven. Gebruik de vierwegbesturing (45) LCD-display LCD-display...
Pagina 233
Aanpassen van de Helderheid en de Kleur van de monitor Past de helderheid en de kleur van de monitor aan. Selecteren [Instellingen LCD-display] in het menu [R Instellen 1] en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Instellingen LCD-display] verschijnt. Gebruik de vierwegbesturing (23) Instellingen LCD-display Instellingen LCD-display...
Pagina 234
De weergave voor momentcontrole instellen U kunt de werking en scherminstellingen tijdens momentcontrole instellen. (p.69) Selecteer [Momentcontrole] in het [A Opnamemodus 4] menu, en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Momentcontrole] verschijnt. Druk op de vierwegbesturing (5) Momentcontrole Momentcontrole en selecteer een schermtijd met Weergavetijd Weergavetijd...
Pagina 235
De eerst weer te geven menutab instellen Stel in welke menutab als eerste op de monitor moet worden weergegeven als de knop 3 wordt ingedrukt. Selecteer [17. Menulocatie opslaan] in het menu [A Pers.instelling 3], en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [17.
Pagina 236
Corrigeren van defecte pixels in de CMOS-sensor (Pixeluitlijning) Pixeluitlijning is een functie voor het in kaart brengen en compenseren van CMOS-sensorpixels die defect zijn. Bevestig een geschikt objectief op de camera voordat u gebruik maakt van pixeluitlijning. Selecteer [Pixeluitlijning] in het menu [R Instellen 4] en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 237
Batterij-instellingen Het batterijverbruik minimaliseren U kunt instellen dat de camera automatisch uitgeschakeld wordt als deze gedurende een bepaalde tijdsduur niet gebruikt is. Instellen bij [Auto Uitsch.] van het menu [R Instellen 3]. Kies tussen [1min] (standaardinstelling), [3min], [5min], [10min], [30min] en [Uit]. •...
Pagina 238
Druk op de 3 knop. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu-item selecteerde, wordt opnieuw weergegeven. Het batterijniveau wordt niet correct bepaald als het batterijtype dat gebruikt wordt, verschilt van het item dat u heeft geselecteerd heeft. Stel het correcte batterijtype in.
Pagina 239
Gebruik de vierwegbesturing (23) Geheugen Geheugen om een item te selecteren, en Flitsinstelling Flitsinstelling gebruik de vierwegbesturing (45) Transportstand Transportstand Witbalans Witbalans om O of P te selecteren. Aangepaste opname Aangepaste opname Gevoeligheid Gevoeligheid Draai aan de e-knop aan de achterzijde Belichtingscorrectie Belichtingscorrectie (S) om het scherm [Geheugen 2]...
Pagina 240
De camera-instellingen resetten Reset de instellingen die u geselecteerd heeft in het menuscherm terug naar de standaard waarden. U kunt de instellingen niet resetten als de functiekiezer is ingesteld op B of C. Reset van de menu’s Opnamemodus/Video/Weergeven/ Instellen De instellingen van de richtingsknoppen en voor de items uit de menu’s [A Opnamemodus], [C Video], [Q Weergeven], [R Instellen] en het weergavepalet kunnen terug gezet worden naar de standaardwaarden.
Pagina 241
Menu van de persoonlijke instellingen resetten De instellingen voor de items van het menu [A Pers.instelling] kunnen teruggezet worden naar de standaardwaarden. Selecteer [Reset pers.instellingen] in het menu [A Pers.instelling 3] en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Reset pers.instellingen] wordt weergegeven. Druk op de vierwegbesturing (2) om [Reset] te selecteren en druk op de knop 4.
Pagina 242
Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu-item selecteerde, wordt opnieuw weergegeven. • U kunt een camera niet herstellen naar een vorige firmwareversie na een update. • Zorg dat u, voordat u de update uitvoert, de gegevens op uw SD-geheugenkaart op een computer of andere locatie heeft opgeslagen.
Pagina 243
Instellingen voor bestandsbeheer Een SD-geheugenkaart formatteren Gebruik deze camera om een SD-geheugenkaart te formatteren (initialiseren) die nog niet gebruikt is of op andere apparaten is gebruikt. Bij formatteren worden alle opgeslagen gegevens van de SD-geheugenkaart gewist. • Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren. De kaart kan hierdoor beschadigd raken en onbruikbaar worden.
Pagina 244
Beveiliging van opnamen tegen wissen (Beveiligen) U kunt opnamen beveiligen zodat ze niet per ongeluk kunnen worden gewist. Zelfs beveiligde opnamen worden gewist wanneer de SD-geheugenkaart wordt geformatteerd. Druk op de vierwegbesturing (3) in de enkelbeeldweergave van de weergavestand. Het weergavepalet verschijnt. Druk op de vierwegbesturing (2345) om Z (Beveiligen) te selecteren en druk op de knop 4.
Pagina 245
Druk op de vierwegbesturing (2) 100-0001 100-0001 om [Beveiligen] te selecteren en druk op de knop 4. Selecteer [Beveiliging opheffen] om de beveiliging van de opname te annuleren. Beveiligen Beveiligen De opname wordt beveiligd en het Beveiliging opheffen Beveiliging opheffen pictogram Y wordt rechts boven Einde Einde...
Pagina 246
Het systeem voor benoeming van de map instellen Wanneer er opnamen worden gemaakt met deze camera, wordt er automatisch een map gemaakt en worden de opnamen opgeslagen in de nieuwe map. Elke mapnaam bestaat uit een volgnummer van 100 t/m 999 en een reeks van 5 karakters.
Pagina 247
Wijzig de tekst. Mapnaam Mapnaam Cursor voor tekstselectie Volt. Volt. Cursor voor tekstinvoer Reset Reset Annul. Annul. Enter Enter MENU Beschikbare bewerkingen Vierwegbesturing De cursor voor tekstselectie verplaatsen. (2345) E-knop aan de De cursor voor tekstinvoer verplaatsen. achterzijde (S) Een met de cursor voor tekstselectie geselecteerd 4-knop teken invoegen op de positie van de cursor voor tekstinvoer.
Pagina 248
Nieuwe mappen aanmaken U kunt een nieuwe map aanmaken op de SD-geheugenkaart. Er wordt een map aangemaakt met het nummer dat volgt op het nummer van de map die momenteel wordt gebruikt. De nieuwe map wordt gebruikt om opnamen in op te slaan vanaf de volgende opname. Selecteer [Nieuwe map maken] in het menu [R Instellen 2] en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 249
De bestandsnaam instellen U kunt bestandsnamen van opnamen wijzigen. De standaard-naamgevingsconventies zijn als volgt, afhankelijk van de instelling van [Kleurruimte] (p.154) bij [Opname-instell. foto’s] in het menu [A Opnamemodus 1]. “xxxx” is het bestandsnummer en dit wordt weergegeven als een viercijferig volgnummer. Kleurruimte Bestandsnaam sRGB...
Pagina 250
De instelling van het bestandsnummer selecteren U kunt een methode opgeven voor het toewijzen van een bestandsnummer aan een opname als die opname in een nieuwe map wordt opgeslagen. Stel dit in bij [Bestandsnummer] van [Geheugen] (p.236) in het menu [A Opnamemodus 4]. Het bestandnummer van de opname die als laatste is opgeslagen in de vorige map wordt opgeslagen, en zelfs als een nieuwe map wordt gemaakt, krijgen opnamen die daarin worden opgeslagen een op...
Pagina 251
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Fotograaf] te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm voor het invoeren van tekst wordt weergegeven. Voer de tekst in. Fotograaf Fotograaf Cursor voor Er kunnen maximaal tekstselectie 32 alfanumerieke single-byte tekens Volt. Volt.
Pagina 252
Gebruik van een Eye-Fi-kaart U kunt opnamen naar uw computer verzenden via een draadloze LAN met gebruik van een SD-geheugenkaart met een ingebouwde LAN (Eye-Fi-kaart). • Zorg ervoor dat u voor de verbinding van de Eye-Fi-kaart eerst een draadloos LAN-toegangspunt instelt op een computer. Dit kan niet worden ingesteld in de camera.
Pagina 253
Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu-item selecteerde, wordt opnieuw weergegeven. • Wanneer een Eye-Fi-kaart wordt gebruikt, wordt voor elke 100 opgeslagen opnamen een nieuwe map aangemaakt. • Automatische uitschakeling functioneert niet wanneer opnamen worden verzonden.
Pagina 254
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de eenheid voor verzending te selecteren, en druk op de knop 4. Maakt selectie van afzonderlijke opnamen mogelijk (in één map, tot 100 opnamen). Selec. • Voor opnamen die zijn gemaakt met [Bestandsindeling] opname(n) ingesteld op [RAW+], worden opgeslagen JPEG- en RAW-bestanden geteld als één opname, en worden beide bestanden verzonden.
Pagina 255
Druk op de M knop. De te verzenden opnamen worden gespecificeerd weergegeven. Selecteer [Verzending] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. De camera keert terug naar de enkelbeeldstand nadat het bericht [Verzendverzoek geaccepteerd] verschijnt. • Het verzendingsproces kan niet worden stopgezet zodra dit gestart is. •...
Pagina 256
De DPOF-instellingen instellen Door DPOF-instellingen (Digital Print Order Format) toe te voegen aan op de SD-geheugenkaart opgeslagen opnamen, kunt u het aantal kopieën en of u de datum van de opnamen vooraf wilt afdrukken specificeren, en gewone foto-afdrukken bestellen door deze SD-geheugenkaart te brengen naar een winkel waar ze foto’s kunnen afdrukken.
Pagina 257
Kies het aantal exemplaren met de vierwegbesturing (23). U kunt maximaal 99 exemplaren instellen. K wordt weergegeven aan de rechterbovenzijde van het scherm voor opnamen met DPOF-instellingen. Als u de DPOF-instellingen wilt annuleren, stel het aantal exemplaren dan in op [00]. Druk op de M knop voor het selecteren van P of O voor het afdrukken van de datum.
Pagina 259
Aansluiten op een computer In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de camera aansluit op een computer, hoe u de bijgeleverde software op de cd-rom installeert, enz. Gemaakte opnamen bewerken op een computer ..........258 Opnamen opslaan op een computer ....260 De meegeleverde software gebruiken ....262...
Pagina 260
Gemaakte opnamen bewerken op een computer De gemaakte foto- en video-opnamen kunnen worden verzonden naar een computer door deze camera met een USB-kabel op de computer aan te sluiten, en RAW-opnamen kunnen worden ontwikkeld met de bijgeleverde software “SILKYPIX Developer Studio 3.0 LE”. Bij het aansluiten van de camera op een computer en bij het gebruiken van de software, raden wij u aan een computer te gebruiken met de volgende systeemvereisten.
Pagina 261
Macintosh Besturingssysteem Mac OS X 10.5, 10.6, 10.7 of 10.8 Processor Intel processor-compatibel, Power PC 1 GB minimum (2 GB of meer aanbevolen) Voor installatie en opstarten van het programma: 100 MB minimum vrije ruimte Voor het opslaan van opnamebestanden: Ongeveer 10 MB/bestand Monitor 1024×768 dots, 24-bit meerkleuren of hoger...
Pagina 262
Opnamen opslaan op een computer De instelling voor USB-aansluiting opgeven Voor het instellen van de USB-aansluiting indien de camera aangesloten op een computer. Selecteer [Interface-opties] in het [R Instellen 2] menu, en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Interface-opties] verschijnt. Gebruik de vierwegbesturing (23) voor het selecteren van [USB-aansluiting], en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 263
De camera aansluiten op een computer Sluit uw camera aan op de computer met de bijgeleverde USB-kabel I-USB7. Zet de computer aan. Zet de camera uit en verwijder de USB-kabel voor het aansluiten van de VIDEO/PC aansluiting van de camera en de computer.
Pagina 264
De meegeleverde software gebruiken “SILKYPIX Developer Studio 3.0 LE” is inbegrepen op de CD-ROM (S-SW133). Met SILKYPIX Developer Studio 3.0 LE kunt u RAW-bestanden ontwikkelen, de kleur van opnamen en andere instellingen wijzigen, en de nieuwe opnamen opslaan in de JPEG- of TIFF-indeling.
Pagina 265
Klik op [SILKYPIX Developer Studio 3.0 LE]. Volg op de Macintosh de aanwijzingen op het scherm om de volgende stappen uit te voeren. Selecteer de gewenste taal in het scherm [Choose Setup Language] en klik op [OK]. Als het scherm [InstallShield Wizard] in de gewenste taal verschijnt, klikt u op [Next].
Pagina 266
Informatie over gebruikersregistratie Als u even de tijd neemt om de software te registreren, kunnen wij u beter van dienst zijn. Klik op [User Registration] op het scherm in stap 3 op p.263. Een wereldkaart voor gebruikers- registratie via het internet verschijnt. Als de computer aangesloten is op het internet, klikt u op het weergegeven land of...
Pagina 267
Werken met de flitser Dit hoofdstuk bevat meer informatie over de ingebouwde flitser en instructies voor het maken van opnamen met een externe flitser. Werken met de ingebouwde flitser .......266 Een externe flitser gebruiken (Optioneel) .....270...
Pagina 268
Werken met de ingebouwde flitser Flitseigenschappen bij elke belichtingsstand De ingebouwde flitser in b stand gebruiken Een gewenste sluitertijd van 1/180 seconde of langer kan ingesteld worden. De ingebouwde flitser gebruiken in de stand c De sluitertijd schakelt automatisch over van 1/180 seconde tot een langere sluitertijd die de camera minder doet bewegen (de langste sluitertijd hangt af van de brandpuntafstand van het gebruikte objectief).
Pagina 269
Stel de flitsermodus in op G of H. De sluitertijd wordt langer gemaakt om de achtergrond beter te belichten. Maak een opname. Gebruik van de b/L/a stand Stel de functiekiezer in op b, L of a. Stel de flitserstand in op E of F. Stel de sluitertijd in (voor b stand) of sluitersnelheid en diafragmawaarde (voor L of a stand).
Pagina 270
Afstand en diafragma bij gebruik van de ingebouwde flitser Wanneer u opnamen maakt met de flitser, moeten richtgetal, diafragma en afstand op elkaar zijn afgestemd voor een juiste belichting. Bereken de opnameafstand of diafragmawaarde op de volgende manier en pas de opnameomstandigheden aan als de flitser niet toereikend is. Richtgetal Richtgetal ISO-gevoeligheid...
Pagina 271
Berekenen van de diafragmawaarde op basis van opnameafstand Met de volgende formule berekent u de correcte diafragmawaarde. Diafragmawaarde F = richtgetal ÷ opnameafstand Voorbeeld: Wanneer de gevoeligheid ISO 200 is en de opnameafstand 4 m is: F = 17 ÷ 4 = ca. 4,2 Wanneer de uitkomst (in bovenstaand voorbeeld 4,2) niet beschikbaar is als diafragmawaarde, wordt meestal het dichtstbijzijnde lagere getal (in bovenstaand voorbeeld 4,0)
Pagina 272
Een externe flitser gebruiken (Optioneel) De optionele externe flitsers AF540FGZ, AF360FGZ, AF200FG en AF160FC ondersteunen diverse flitsinstellingen, zoals automatisch P-DDL-flitsen. Beschikbaar Sommige functies zijn beperkt beschikbaar. ×: Functies zijn niet beschikbaar. Flitser Ingebouwde AF540FGZ AF200FG Flitser AF360FGZ AF160FC Camerafunctie Flitsen met anti rode ogen Auto ontladen flitser Automatisch overgaan op de flitssynchronisatie-snelheid...
Pagina 273
• U kunt geen flitsers gebruiken met een omgekeerde polariteit (het middelste contact van de flitsschoen is de minpool) omdat de camera en/of flitser anders beschadigd kunnen raken. • Combineer de flitsers niet met accessoires die een afwijkend aantal contacten hebben, zoals een flitshandgreep, omdat hierdoor storingen kunnen optreden.
Pagina 274
De korte-sluitertijdsynchronisatie gebruiken Met de flitser AF540FGZ of AF360FGZ kunt u de flitser activeren om een opname te maken met een sluitertijd die korter is dan 1/180 s. Verwijder de flitsschoenbeschermer en bevestig de externe flitser. Zet de functiekiezer op b of a. Zet de camera en de externe flitser aan.
Pagina 275
De flitser in draadloze stand gebruiken Door gebruik te maken van twee externe flitsers (AF540FGZ of AF360FGZ) of wanneer de ingebouwde flitser wordt gebruikt in combinatie met een of meer externe flitsers, kunt u P-DDL-flitsen zonder de flitsers aan te sluiten met een draadverbinding. •...
Pagina 276
Draadloos opnamen maken met een combinatie van de ingebouwde flitser en een externe flitser Activeer de draadloze flitsinstelling van de camera als u een externe flitser gebruikt in combinatie met de ingebouwde flitser. Verwijder de externe flitser nadat het kanaal is ingesteld op de camera en plaats de flitser op de gewenste plek.
Pagina 277
Draadloze Opnamen met een combinatie van externe flitsers Zet de functie voor draadloos flitsen van de externe flitser op de camera in de stand [MASTER] of [CONTROL]. Ontlaadt zowel de flitser die direct op de camera MASTER aangesloten is en de draadloze flitser als hoofdflitser. De flitser die is aangesloten op de camera, gaat alleen CONTROL af als een stuurflits, niet als de hoofdflits.
Pagina 278
Een externe flitser aansluiten met het verlengsnoer Als u gebruik maakt van een externe flitser uit de buurt van de camera, bevestigt u de flitsschoenadapter F (1; optioneel) op de flitsschoen van de camera en bevestigt u een Off-Camera flitsschoenadapter F (2; optioneel) aan de onderkant van de externe flitser, en sluit u deze vervolg op de camera aan met behulp van verlengkabel F5P (3;...
Pagina 279
Combineren van twee externe flitsers Wanneer u diverse externe flitsers of een externe flitser in combinatie met de ingebouwde flitser gebruikt, wordt P-DDL gebruikt voor de flitserbesturing. De contrastregelingssynchronisatie gebruiken Als u twee of meer externe flitsers combineert (AF540FGZ, AF360FGZ of AF200FG) of een externe flitser gebruikt in combinatie met de ingebouwde flitser, kunt u opnamen maken met meerdere flitsers (Flitsfotografie met contrastregelingssynchronisatie).
Pagina 280
• Als u twee of meer externe flitsers gebruikt en de functie Flitsen met contrastregelingssynchronisatie instelt op de externe master-flitser, is de verhouding van de flitsintensiteit 2 (master-flitser): 1 (slave-flitsers). Als u de externe flitser gebruikt in combinatie met de ingebouwde flitser, is de verhouding van de flitsintensiteit 2 (externe flitser): 1 (ingebouwde flitser).
Pagina 281
Bijlage Standaardinstellingen ...........280 Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties ..........288 De CMOS-sensor reinigen ........294 Het GPS-toestel gebruiken ........297 Foutberichten ............300 Problemen oplossen ..........303 Belangrijkste Specificaties ........306 Index ..............315 GARANTIEBEPALINGEN ........323...
Pagina 282
Standaardinstellingen In onderstaande tabel staan de fabrieksinstellingen. De functies in het geheugen (p.236) worden opgeslagen als de camera wordt uitgezet. Instelling resetten Met de resetfunctie herstelt u de standaardinstellingen. (p.238) Nee: De instellingen wordt bewaard, zelfs na een reset. Richtingsknoppen Instelling Onderdeel Standaardinstelling...
Pagina 285
Standaard- Instelling Onderdeel Pagina instelling resetten Digitaal filter, HDR-opname, Display opname-info Geheugen p.236 Anders dan de bovengenoemde functies Actie in B-modus Getimede belichting Belichtingstijd 5'00" LED-indicators p.297 Kalibratie — — Tijd positiebepaling 1min GPS-tijdsync. USER-stand opslaan — p.185 *1 De opgeslagen instellingen kunnen alleen worden gereset met [USER-stand resetten] in het scherm [USER-stand opslaan].
Pagina 286
[C Video] Menu Instelling Onderdeel Standaardinstelling Pagina resetten Belichtingsvoorkeur Resolutie Opname- Beeldsnelheid 30 fps instell. films p.139 Kwaliteitsniveau Niveau opnamegeluid Movie SR Interval 3sec Opnametijd 00:00'12" Intervalvideo p.143 Int opname starten Begintijd 12:00AM/00:00 Weergavepalet Instelling Onderdeel Standaardinstelling Pagina resetten Beeldrotatie —...
Pagina 287
Instelling Onderdeel Standaardinstelling Pagina resetten Resolutie: p RAW-ontwikkeling p.217 Kwaliteitsniveau: C Video bewerken — — p.148 Verzending — — p.251 Eye-Fi-opnamen [Q Weergeven] Menu Instelling Onderdeel Standaardinstelling Pagina resetten Weergaveduur 3sec Schermeffect Diavoorstelling p.200 Weergeven herhalen Snel zoomen p.195 Licht/donker geb Alle opnamen verwijderen —...
Pagina 288
Instelling Onderdeel Standaardinstelling Pagina resetten Op basis van Tekstformaat p.63 basisinstelling Volume Geluids- p.226 effecten Instelling Alle aan Hulpdisplay LCD-display p.230 Weerg. kleur Instellingen LCD-display ±0 p.231 Flikkerreductie 50 Hz p.28 Op basis van Video uit p.222 Interface- basisinstelling opties USB-aansluiting p.260 Mapnaam...
Pagina 289
[A Pers.instelling] Menu Instelling Onderdeel Standaardinstelling Pagina resetten 1. LW-stappen 1/3 LW Stap p.100 2. Gevoeligheidsstappen Stappen van 1 LW p.95 3. Bedrijftijd lichtmtr 10sec p.106 4. AE-L met AF lock p.104 5. Kopp. AE en AF-punt p.106 6. Volgorde bracketing 0 –...
Pagina 290
Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties Alle camera opnamestanden zijn beschikbaar bij het gebruik van een DA, DA L of FA J objectief, of bij een objectief met een s stand wordt gebruikt met de diafragmaring in de stand s. Wanneer deze in een andere stand dan s worden gebruikt of wanneer andere objectieven worden gebruikt, gelden de volgende beperkingen.
Pagina 291
*3 Beschikbaar bij gebruik van de ingebouwde flitser, AF540FGZ, AF360FGZ, AF200FG of AF160FC. *4 Alleen beschikbaar bij compatibele objectieven. *5 De functie voor vervormingscorrectie wordt uitgeschakeld bij gebruik van een DA visoog van 10-17mm objectief. *6 Als u een FA SOFT 28mm F2.8 objectief, FA SOFT 85mm F2.8 objectief, of F SOFT 85mm F2.8 objectief gebruikt, stel [20.
Pagina 292
Objectief en ingebouwde flitser Afhankelijk van het objectief dat met de camera wordt gebruikt, is de ingebouwde flitser vanwege vignettering mogelijk niet of beperkt beschikbaar. De ingebouwde flitser kan niet worden geregeld en ontlaadt zich volledig wanneer A-objectieven, waarvan de diafragmaring niet in de positie s is gezet, pre A-objectieven of soft-focusobjectieven worden gebruikt.
Pagina 293
Type objectief Beperkingen Als de brandpuntsafstand 28 mm en de opnameafstand 28-70mm F2.8 AL kleiner dan 1 meter is, kan vignettering optreden. FA SOFT 28mm F2.8/ De ingebouwde flitser ontlaadt altijd volledig. FA SOFT 85mm F2.8 De brandpuntafstand instellen De functie Shake Reduction treedt in werking via de verkregen informatie over het objectief zoals de brandpuntafstand.
Pagina 294
Druk op de knop 4. De camera is gereed voor het maken van een opname. • Om de instelling voor brandpuntsafstand te wijzigen, gebruikt u [Inv brandp afstand] in het [A Opnamemodus 3] menu. • Als u een objectief gebruikt zonder een positie s of een objectief met een positie s terwijl de diafragmaring op een andere positie is ingesteld dan s, stel [20.
Pagina 295
De volgende beperkingen zijn afhankelijk van het gebruikte objectief van toepassing. Gebruikt objectief Opnamestand Beperking Het diafragma blijft open ongeacht de stand van de D FA, FA, F, A, M diafragmaring. De sluitertijd (alleen objectief of met wordt gewijzigd op basis van accessoires met de diafragmaopening, maar automatisch diafragma...
Pagina 296
De CMOS-sensor reinigen Als de CMOS-sensor vuil of stoffig wordt, kunnen er in bepaalde situaties schaduwen in de opname optreden, bijvoorbeeld als opnamen worden gemaakt tegen een witte achtergrond. Dit duidt erop dat de CMOS-sensor moet worden gereinigd. Stof verwijderen door de CMOS-sensor te schudden (Stof verwijderen) Door de CMOS-sensor te schudden, wordt opgehoopt stof van de sensor verwijderd.
Pagina 297
Stof verwijderen met een blaaskwastje Klap de spiegel omhoog en open de sluiter als u de CMOS-sensor reinigt met een blaaskwastje. Neem contact op met het servicecentrum van PENTAX voor professionele reiniging van de CMOS-sensor omdat de CMOS-sensor een precisie-onderdeel is. Er zijn kosten verbonden aan het reinigen. •...
Pagina 298
Druk op de vierwegbesturing (2) Sensor reinigen Sensor reinigen om [Spiegel omhoog] te selecteren Spiegel omhoog en sluiter Spiegel omhoog en sluiter en druk op de 4 knop. open voor sensorreiniging. open voor sensorreiniging. Voltooien: camera uit Voltooien: camera uit De spiegel wordt vastgezet in de opgeklapte stand.
Pagina 299
Het GPS-toestel gebruiken De volgende functies zijn beschikbaar als het optionele GPS-toestel O-GPS1 aan de camera bevestigd is. Geeft de geografische N 36°45.410' N 36°45.410' breedte, lengte en hoogte W140°02.000' W140°02.000' van de huidige locatie, objectiefrichting en UTC Elektronisch 0° (Coordinated Universal kompas Time) weer in standby-stand.
Pagina 300
Opnamen maken van hemellichamen (ASTROTRACER-Sterrenvolger) Selecteer [GPS] in het menu [A Opnamemodus 4] en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [GPS] verschijnt. Selecteer [Sterrenvolger], en druk op de vierwegbesturing (5). Sterrenvolger Sterrenvolger Kalibratie Kalibratie Het [Sterrenvolger] scherm wordt Tijd positiebepaling Tijd positiebepaling 1min 1min...
Pagina 301
Druk de ontspanknop opnieuw helemaal in. De belichting eindigt. Als [Getimede belichting] geactiveerd is, stopt het maken van opnamen automatisch nadat de ingestelde [Belichtingstijd] verstreken is. • Als u niet wilt dat de indicatoren op het GPS-toestel inschakelen bij het maken van opnamen met de functie ASTROTRACER, kunt u dit uitschakelen door het pictogram UIT te selecteren voor [LED-indicators GPS] in Stap 3.
Pagina 302
Foutberichten Foutberichten Beschrijving De SD-geheugenkaart is vol. Er kunnen geen opnamen meer opgeslagen worden. Breng een nieuwe SD-geheugenkaart aan of wis Geheugenkaart vol ongewenste bestanden. (p.56, p.203) U kunt meer opnamen opslaan als u de opname-instellingen wijzigt. (p.152) Er zijn geen opnamen die met de Geen beeld SD-geheugenkaart kunnen worden weergegeven.
Pagina 303
Foutberichten Beschrijving Geheugenkaart is De gegevens worden beveiligd met de elektronisch vergrendeld beveiligingsfunctie van de SD-kaart. Deze opname kan niet U probeert een opname uit te vergroten die worden vergroot niet uitvergroot kan worden. U probeert een beveiligde opname te wissen. Deze opname is beveiligd Maak eerst de beveiliging van de opname ongedaan.
Pagina 304
Foutberichten Beschrijving U kunt niet meer selecteren dan het maximale Er kunnen geen nieuwe aantal opnamen voor Selecteren & Verwijderen beelden worden geselecteerd (p.203), Index (p.214) en Verzending Eye-Fi-opnamen (p.251). Er zijn in de geselecteerde map geen opnamen Opname niet gevonden meer die kunnen worden verzonden.
Pagina 305
Problemen oplossen De camera kan, in zeldzame gevallen, niet werken vanwege statische elektriciteit. Dit kunt u oplossen door de batterij te verwijderen en opnieuw te plaatsen. Er is geen reparatie nodig als na deze handelingen de camera weer correct werkt. We adviseren u te controleren of u het probleem aan de hand van de volgende tabel kunt oplossen voordat u contact opneemt met een servicecentrum.
Pagina 306
Probleem Oorzaak Oplossing De autofocus kan niet goed scherpstellen op onderwerpen met een laag contrast (de lucht, witte muren), donkere kleuren, ingewikkelde patronen, onderwerpen die snel bewegen of landschappen Er kan moeilijk worden die door een raam of scherpgesteld op het netpatroon worden onderwerp gefotografeerd.
Pagina 307
Probleem Oorzaak Oplossing Wanneer de flitser is Stelt de flitserstand in op E ingesteld op C of C , (Flitser aan) of F (Flitser gaat de flitser niet af als aan + Anti Rode Ogen). het onderwerp licht is (p.72) De ingebouwde flitser gaat niet af Selecteer een andere...
Pagina 308
Belangrijkste Specificaties Modelbeschrijving Digitale spiegelreflexcamera met DDL-autofocus, automatische Type belichting en ingebouwde, uitklapbare P-DDL-flitser PENTAX K -bajonetvatting (AF-koppeling, Objectiefvatting objectiefinformatiecontacten, K-vatting met voedingscontacten) Compatibel Objectieven met K -, K - (powerzoom niet compatibel), objectief - of K -vatting Beeldopslagunit Beeldsensor Primair kleurenfilter, CMOS, Grootte: 23,7 ×...
Pagina 309
Zoeker Type Pentaprismazoeker Dekking (FOV) Ca. 100% Vergroting Ongeveer 0,92× (50 mm F1.4 bij oneindig) Lengte oogafstand Circa 21,7 mm (vanaf het kijkvenster), Circa 24,5 mm (Eye-Relief) (vanaf het midden van het objectief) Dioptriecorrectie Ongeveer -2,5 tot en met +1,5 m Scherpstelscherm Verwisselbaar Natural-Bright-Matte III-scherpstelscherm Live Weergave Type...
Pagina 310
Scherpstelsysteem Type DDL: autofocus op basis van Phase Matching SAFOX IXi +, 11 punten (9 scherpstelpunten van het kruistype Scherpstelsensor in het midden) Helderheidsbereik EV -1 tot 18 (ISO 100) AF Enkel (l): Scherpstelprioriteit of sluiter prioriteit stand AF-modi AF Continu (k): Scherpstelprioriteit of FPS prioriteit stand AF Auto (f): Wisselt automatisch tussen l en k.
Pagina 311
Transportstand Enkelbeeld, Continu (Hoog, Laag), Zelfontspanner (12 sec., Selectie van 2 sec.), Afstandsbediening (onmiddellijk, 3 sec.), Automatische standen bracketing (3 beeldjes) Circa 6 fps* (JPEG, Continu hoog) Circa 3 fps* (JPEG, Continu laag) Continu FPS * Wanneer de camera wordt gebruikt met de oplaadbare lithiumion-batterij D-LI109.
Pagina 312
Video Bestandsindeling MPEG-4 AVC/H.264 a (1920×1080, K, 30 fps/25 fps/24 fps), Resolutie b (1280×720, K, 60 fps/50 fps/30 fps/25 fps/24 fps), c (640×480, I, 30 fps/25 fps/24 fps) Kwaliteitsniveau C (Best), D (Beter), E (Goed) Ingebouwde mono-microfoon; volume van opname kan Geluid aangepast worden.
Pagina 313
Persoonlijke Instellingen Er kunnen maximaal 2 persoonlijke instellingen worden USER-stand opgeslagen. Persoonlijke 20 items instellingen Geheugen 12 items voor standen Instelling Elektronische knoppen (voor-/achterzijde): aanpasbaar voor elke e-knoppen belichtingsfunctie. Knop |/Y: 1x voor bestandsform., Belichtingsbracketing, Dig. Knoppen vb, Digitaal voorbeeld, Compositie aanpassen, Actief AF-gebied aanpassen Knop =/L: AF1 inschakelen, AF2 inschakelen, AF uitschakelen, Belichtingsgeheugen...
Pagina 314
Interfaces USB 2.0 (ondersteunt hoge snelheid), AV-aansluiting, Kabel Aansluitpoort vrijgave-aansluiting USB-aansluiting MSC/PTP Video- NTSC/PAL uitvoerformaat Afmetingen en gewicht Ca. 129,0 mm (B) × 96,5 mm (H) × 70,0 mm (D) (exclusief Afmetingen flitsschoen, werkende onderdelen en uitstekende delen) Circa 650 g (geladen en gereed met de specifieke oplaadbare lithiumion-batterij en SD-geheugenkaart);...
Pagina 315
Geschatte Beeldopslagcapaciteiten Weergavetijd Bij gebruik van de volledig opgeladen batterij of nieuwe AA-batterijen Flitsfotografie Normale Batterij Temperatuur Weergavetijd 100% Opnamen gebruik gebruik 23°C 270 minuten D-LI109 0°C 210 minuten AA lithium- 23°C 1250 560 minuten batterijen Oplaadbare AA Ni-MH-batterijen 23°C 300 minuten (1900mAh) AA alkaline-...
Pagina 325
GARANTIEBEPALINGEN Alle PENTAX-camera’s die via de erkende kanalen door de officiële importeur zijn ingevoerd en via de erkende handel worden gekocht, zijn tegen materiaal- en/of fabricagefouten gegarandeerd voor een tijdsduur van twaalf maanden na aankoopdatum. Tijdens die periode worden onderhoud en reparaties kosteloos uitgevoerd, op voorwaarde dat de apparatuur niet beschadigd is door vallen of stoten, ruwe behandeling, inwerking van zand of vloeistoffen, corrosie van batterijen of door chemische inwerking, gebruik in strijd met de bedieningsvoorschriften, of...
Pagina 326
vertegenwoordigers van de fabrikant in dat land. Indien u uw PENTAX in dat geval aan de fabriek terugzendt, wordt de reparatie desalniettemin uitgevoerd volgens de garantiebepalingen. De verzend- en inklaringskosten zijn echter altijd voor rekening van de eigenaar. Om de aankoopdatum indien nodig te kunnen bewijzen, dient u het garantiebewijs en de aankoopnota van uw camera gedurende ten minste één jaar te bewaren.
Pagina 327
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwerking van afgedankte apparatuur en gebruikte batterijen 1. In de Europese Unie Deze symbolen op de verpakking en in bijgevoegde documenten duiden erop dat gebruikte elektrische en elektronische apparatuur en batterijen niet bij het gewone huisvuil mogen worden verwerkt.