Foto's maken
Selecteer de opnamestand die geschikt is voor het onderwerp
en de opnameomstandigheden.
Op deze camera zijn de volgende opnamestanden beschikbaar.
Opnamestand
3
R
(Auto Picture-
standen)
S
(Scènestanden)
G, H, I, J,
K, L, M
(Belichtingsstanden)
O
(HELDERE TINT)
P
(HDR-LANDSCHAP)
Q
(ASTROFOTO)
56
Functie
Selecteert automatisch de
optimale opnamestand uit
a (Stand.), b (Portret),
c (Landschap),
d (Macro), e (Beweg.
onderwerp), f (Portret bij
nacht), g (Zonsondergang),
h (Blauwe hemel) of
i (Bos).
Biedt u diverse scènestanden
waaruit u kunt kiezen.
Hiermee kunt u de sluitertijd,
diafragmawaarde en de
gevoeligheid instellen.
Creëert een heldere sfeer
in opnamen.
Geeft een gewaagde
en dramatische kijk op
landschapopnamen.
Past het zwart op de
achtergrond aan en geeft
de kleuren van sterren op
betrouwbare wijze weer.
t Memo
• Het hangt van de opnamestand af welke functies kunnen
worden ingesteld. Zie "Beperking voor elke opnamestand"
(p.127) voor bijzonderheden.
• U kunt vaak gebruikte belichtingsstanden en opname-
instellingen als USER-standen opslaan in O t/m Q en
de vooraf ingestelde instellingen dus vervangen. (p.119)
Pagina
Scènestanden
1
Zet het moduswiel op S.
p.51
Het scherm voor keuze van de scènestand verschijnt.
2
Selecteer een scènestand.
p.56
p.58
b Portret
c Landschap
–
d Macro
Portret
Portret
Voor portretopnamen.
Voor portretopnamen.
Laat de huid er
Laat de huid er
helder en gezond uitzien
helder en gezond uitzien
Annul.
Annul.
Voor het maken van portretten.
Laat de huid er helder en
gezond uitzien.
Voor het maken van
landschapsopnamen.
Reproduceert het levendige
groen van bomen.
Voor het opnemen van
kleine onderwerpen op een
scherpstelafstand dichtbij,
zoals bloemen, muntstukken,
juwelen, etc.
OK
OK