*1
Beschikbaar als een functie in het bedieningspaneel.
*2
De functie verschijnt in andere standen dan de stand S.
*3
De functie verschijnt in de stand S.
*4
De functie verschijnt alleen in de standen O t/m Q.
Video-menu's
Menu
Onderdeel
Aangepaste opname
AF-modus
AF met
Actief AF-gebied
Live
weergave
Scherpe contouren
C1
*1
AF-hulplicht
*1
Autom. lichtmeting
Opname-
Resolutie
instell.
Beeldsnelheid
films
Niveau opnamegeluid
Stelt de afwerking van de opname in met betrekking
*1
tot bijvoorbeeld kleur en contrast voordat de opname
wordt gemaakt.
Selecteert de AF-modus voor het maken van video-
opnamen.
Selecteert het gebied waarin scherp wordt gesteld
*1
bij het maken van video-opnamen.
Benadrukt de omtrek van het onderwerp waarop
*1
u scherp stelt en maakt het gemakkelijker om de
scherpstelling te controleren.
Activeert het hulplicht tijdens autofocus op donkere
locaties.
Selecteert het gedeelte van de sensor dat moet worden
gebruikt voor het meten van de helderheid en het
bepalen van de belichting.
*1
Stelt de opnameresolutie van de video in.
*1
Stelt de beeldsnelheid van de video in.
*1
Stelt het geluidsniveau voor het maken van opnamen in.
Functie
Standaardinstelling Pagina
Helder
p.83
x
Meerdere
AF-punten
p.71
Uit
Aan
p.69
Meervlaks
p.65
u
p.55
30p
Auto
p.61
1
31