Menu
Onderdeel
13 AF voor intervalopnamen
E2
14 Instellingsbereik witbalans
15 AWB bij lamplicht
16 WB bij flitsen
17 Kleurtemperatuurstappen
18 4-weg Contr. Instellingen
E3
19 Auto SR Uit
20 Rotatie-info opslaan
21 Menulocatie opslaan
Functie
Stelt in of de gebruikte scherpstelstand wordt vergrendeld
wanneer de eerste opname wordt gemaakt of dat autofocus
wordt uitgevoerd voor elke opname voor Intervalopname,
Intervalcompositie, Intervalvideo opnemen en Sterrenspoor.
Stelt in of automatische fijnafstemming van de witbalans
moet worden uitgevoerd als de lichtbron wordt
gespecificeerd voor de witbalansinstelling.
Stelt de kleurtoon van lamplicht in wanneer de witbalans
is ingesteld op [Automatische witbalans].
Stelt de witbalansoptie in bij gebruik van een flitser.
Stelt de instellingsstappen in voor de optie
Kleurtemperatuur van de witbalans.
Selecteert de werking van de pijltoetsen (ABCD)
voor wanneer de selectiestand van het scherpstelgebied
is ingesteld op een van de selecteerbare standen.
Schakelt automatisch de functie Shake Reduction uit
wanneer de transportstand is ingesteld op [Zelfontspanner]
of [Afstandsbediening].
Slaat rotatie-informatie op tijdens het maken van opnamen.
Slaat de menutab op die als laatste werd weergegeven op
de monitor en toont deze opnieuw als de volgende keer op
F wordt gedrukt.
Standaardinstelling
Pagina
Vergren. autofoc.
p.80
bij 1e opn.
Vast
p.81
Krachtige correctie
p.81
Automatische
p.81
witbalans
Kelvin
p.83
Type 1
p.70
Auto SR Uit
p.74
inschakelen
Aan
p.94
Menulocatie
p.24
resetten
1
39