De diafragmaring gebruiken
De sluiter kan zelfs worden ontspannen
wanneer de diafragmaring van het
D FA-, FA-, F- of A-objectief niet op
positie 9 staat of wanneer een objectief
zonder positie 9 aangesloten is.
Selecteer [Activeren] bij
[24 Diafragmaring gebruiken]
in menu E4.
De volgende beperkingen zijn afhankelijk van het gebruikte
objectief van toepassing.
Objectief
D FA, FA, F, A, M
Het diafragma blijft open
(alleen objectief of met
De sluitersnelheid wijzigt in relatie
accessoires met
met het open diafragma maar
automatisch diafragma
een afwijking van de belichting
zoals tussenringenset K)
is mogelijk.
D FA, FA, F, A, M, S
(met accessoires met
Er kunnen opnamen worden
automatisch diafragma
gemaakt met de ingestelde
zoals tussenringenset K)
diafragmawaarde maar een
Handmatig diafragma-
afwijking in de belichting
objectief zoals een
is mogelijk.
reflexobjectief
(alleen objectief)
Binnen een met de hand
FA SOFT 28mm/
instelbaar diafragmabereik
FA SOFT 85mm/
kunnen opnamen worden
F SOFT 85mm
gemaakt met de ingestelde
(alleen objectief)
diafragmawaarde
*1
Wanneer het moduswiel is ingesteld op L of M, kan het diafragma
worden beperkt tot de geselecteerde waarde.
t Memo
E4
• Als de diafragmaring op een andere positie dan 9, wordt
24 24
Diafragmaring gebruiken
Diafragmaring gebruiken
1 1
Deactiveren
Deactiveren
2 2
Activeren
Activeren
• [F--] verschijnt voor de diafragma-indicator in het
Opname maken mogelijk
Opname maken mogelijk
bij andere stand dan "A"
bij andere stand dan "A"
voor diafragmaring
voor diafragmaring
Annul.
Annul.
23 23
1 1
OK
OK
Beperking
*1
.
*1
.
ingesteld, dan werkt de camera in de stand J, ongeacht
de instelling van het moduswiel, behalve wanneer
de stand L of M wordt geselecteerd.
statusscherm, het Live Weergave-scherm en de zoeker.
Hoe de juiste belichting wordt bereikt als de diafragmaring
niet op 9 is ingesteld
De juiste belichting kan worden bereikt met de volgende
procedures wanneer de diafragmaring niet op 9 is ingesteld.
1 Zet het moduswiel op L.
2 Stel de diafragmaring in op het gewenste diafragma.
3 Druk op M.
De juiste sluitertijd wordt ingesteld.
4 Pas de ISO-gevoeligheid aan indien de juiste belichting
niet kan worden bereikt.
7
133