Opnamen maken van hemellichamen
(Sterrenvolger)
Sterrenvolger instellen
1
Bevestig de GPS-unit op de camera en zet de
camera aan.
2
Selecteer [Sterrenvolger] in menu A3
en druk op D.
Het scherm [Sterrenvolger] verschijnt.
3
Selecteer [Sterrenvolger] en druk op D.
4
Selecteer [ON] en druk
op E.
5
Selecteer [Precieze kalibratie] en druk op D.
Het scherm [Precieze kalibratie] verschijnt.
6
Draai de camera volgens
de instructie die wordt
weergegeven op de monitor.
Het resultaat van de kalibratie
verschijnt.
7
A3
8
u Let op
• Als u een kalibratie uitvoert, let er dan op dat u de camera niet
• Als de batterij verwijderd is, voer dan opnieuw een kalibratie
• Aangezien het magnetisch omgevingsveld varieert
Sterrenvolger
Sterrenvolger
Sterrenvolger
Sterrenvolger
Precieze kalibratie
Precieze kalibratie
Stelt Sterrenvolg. in Bulb-modus
Stelt Sterrenvolg. in Bulb-modus
in om sterrensp. te elimineren
in om sterrensp. te elimineren
tijdens getimede belichtingen
tijdens getimede belichtingen
• Wijziging van het objectief of de hoek van de monitor nadat
Annul.
Annul.
OK
OK
Precieze kalibratie
Precieze kalibratie
Draai de camera in elk van de
Draai de camera in elk van de
drie richtingen, zorg dat elke
drie richtingen, zorg dat elke
rotatie groter is dan 180 gr.
rotatie groter is dan 180 gr.
Stoppen
Stoppen
Druk op E.
Het scherm van stap 4 verschijnt opnieuw.
Als [De bewerking is niet op correcte wijze voltooid] verschijnt,
wijzig dan de camerarichting en voer opnieuw een kalibratie
uit.
Druk tweemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
laat vallen. Wikkel de riem om uw pols of neem andere
preventieve maatregelen.
uit nadat de batterij is teruggeplaatst.
al naargelang de opnamelocatie, moet op elke locatie
een nauwkeurige kalibratie worden uitgevoerd wanneer
met Sterrenvolger opnamen worden gemaakt
van hemellichamen.
een kalibratie is uitgevoerd, kan enig effect hebben op het
magnetische omgevingsveld. Voer in dat geval een nieuwe
kalibratie uit.
7
137