3
Druk op B en druk vervolgens op D.
Het scherm voor het invoeren van tekst wordt
weergegeven.
4
Wijzig de tekst.
Voer vijf alfanumerieke single-
byte tekens in.
Beschikbare bedieningshandelingen
ABCD
6
R
E
M
5
Verplaats na het invoeren van de tekst de
tekstselectiecursor naar [Volt.] en druk op E.
6
Druk tweemaal op F.
124
Cursor voor tekstselectie
Mapnaam
Mapnaam
A B C D E F G H I J K L M
N O P Q R S T U V W X Y Z
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 _
P P E E N N T T X X
Reset
Reset
Annul.
Annul.
Cursor voor tekstinvoer
Verplaatst de tekstselectiecursor.
Verplaatst de tekstinvoercursor.
Voert op de positie van de tekstinvoer-
cursor een karakter in dat is geselecteerd
met de tekstselectiecursor.
Stelt de ingevoerde tekst terug naar
"PENTX".
t Memo
• Er wordt een map met een nieuw nummer aangemaakt
wanneer de mapnaam wordt gewijzigd.
• Er kunnen maximaal 500 opnamen worden opgeslagen
in één enkele map. Wanneer het aantal gemaakte opnamen
hoger wordt dan 500, wordt een nieuwe map aangemaakt
met een nummer dat volgt op het nummer van de map die
momenteel wordt gebruikt. Als de transportstand is ingesteld
op [Bracketing], worden opnamen opgeslagen in dezelfde
Volt.
Volt.
map totdat alle opnamen zijn gemaakt.
u Let op
Enter
Enter
• Het maximale mapnummer is 999. Nadat u dit aantal van 999
hebt bereikt, kunt u geen nieuwe opnamen maken als u
probeert de mapnaam te wijzigen of probeert een nieuwe
map aan te maken, of als de bestandsnaam het nummer
9999 heeft bereikt.
Bestandsnaam
Een van de volgende reeks karakters wordt gebruikt als het
voorvoegsel van de bestandsnaam, afhankelijk van de instelling
bij [Kleurruimte] van [Opname-instell. foto's] in menu A2.
Kleurruimte
sRGB
AdobeRGB
De eerste vier karakters kunnen worden gewijzigd in een reeks
karakters van uw keuze.
Bestandsnaam
IMGP
.JPG
_IMG
.JPG