AANSLUITEN VAN EEN AARDLEIDING
Een goed aardcontact is een minimale vereiste om de
gebruiker te beschermen tegen eventuele elektrische
schokken, en om te voorkomen dat andere elektronische
apparatuur in de nabije omgeving door de zendontvanger
kunnen worden gestoord. Voor een echt optimaal
communicatieresultaat verlangt de antenne tevens een
radiofrekwent (RF) aardcontact van goede kwaliteit. U kunt
aan beide vereisten voldoen door uw station te voorzien van
een goede aardleiding. Breng hiervoor een of meerdere
aardstaven of koperplaten aan onder de grond en verbind
hiermee de GND aansluiting van de transceiver. Gebruik voor
de verbinding een stevig stuk draad of koperen strook, die u
zo kort mogelijk houdt. Let er op dat alle verbindingen schoon
zijn en stevig contact maken.
INSTALLEREN VAN EEN BLIKSEMAFLEIDER
Ga zorgvuldig te werk bij het beveiligen van uw apparatuur en
uw woning tegen blikseminslag. Ook in gebieden waar maar
zelden onweer is, zal er toch enkele malen per jaar sprake
zijn van kans op onweer en blikseminslag. Neem het zekere
voor het onzekere, raadpleeg een expert of vraag officiële
informatie aan en bestudeer deze om de beste beveiliging
tegen blikseminslag voor uw woonomstandigheden te
bepalen.
Het installeren van een bliksemafleider is een goed begin,
maar er is meer dat u kunt doen. Zo kunt u bijvoorbeeld de
transmissielijnen van uw antennesysteem aansluiten op een
ingangspaneel dat u buitenshuis installeert. Zorg voor een
goede aarding van het ingangspaneel en sluit uw
zendontvanger dan met geschikte toevoerleidingen aan op dit
paneel. Als er dan onweer dreigt of losbarst, kunt u voor de
beste beveiliging de toevoerleidingen van het paneel op uw
transceiver losmaken.
WAARSCHUWING:
Probeer NIET om voor aarding gebruik te
maken van een gasbuis (hetgeen uiteraard gevaarlijk is), van een
plastic waterleidingsbuis of de randaarde van het elektriciteitsnet, die
verbonden is met de bedrading van de gehele woning en derhalve
als antenne kan gaan werken.
AANSLUITEN VAN DE
GELIJKSTROOMVOORZIENING
Voor gebruik van deze zendontvanger als een vast station
dient u een in de handel verkrijgbare 13,8 V gelijkstroom-
voedingsbron aan te sluiten. Sluit de transceiver NIET
rechtstreeks op het lichtnet aan. Gebruik de bijgeleverde
gelijkstroom-voedingskabel om de zendontvanger op een
passende voedingsbron aan te sluiten. Vervang de kabel niet
door een snoer met kleinere diameter. De
stroomleveringscapaciteit van uw voedingsbron moet 20,5 A
of meer bedragen.
WAARSCHUWING:
◆
Alvorens de voeding op de zendontvanger aan te sluiten, dient u
eerst zowel de voeding als de zendontvanger uit te schakelen.
◆
Steek de netsnoerstekker van de gelijkstroomvoeding pas in het
stopcontact nadat alle aansluitingen tot stand zijn gebracht.
◆
Deze zendontvanger is niet getest voor het gebruik in mobiele
toepassingen.
Sluit eerst de gelijkstroomvoedingskabel aan op de
gelijkstroomvoedingsbron en controleer de polariteit (rood:
positief, zwart: negatief). Sluit vervolgens de stekker van de
gelijkstroomvoedingskabel aan op de DC 13.8 V
gelijkstroomingang op het achterpaneel van de
zendontvanger. Druk de gelijkstroomstekker stevig in de
aansluitbus van de zendontvanger tot het vergrendelnokje
vastklikt.
Zwart
Rood
Gelijkstroomvoeding
VERVANGEN VAN ZEKERINGEN
Als er een zekering doorslaat, dient u de oorzaak daarvan op
te sporen en het probleem te verhelpen. Pas daarna mag u
de zekering door een nieuwe vervangen. Als er herhaaldelijk
zekeringen doorslaan, ontkoppel dan de voedingsstekker en
raadpleeg uw dealer of de dichtstbijzijnde onderhoudsdienst
voor technische bijstand.
Plaats van de Zekering
TS-870S
Bijgeleverde gelijkstroom
-voedingskabel
WAARSCHUWING:
Vervang een doorgeslagen zekering pas door
een nieuwe nadat u de oorzaak van het doorslaan hebt opgespoord
en verholpen. Gebruik ter vervanging uitsluitend een nieuwe zekering
van het aangegeven amperage.
2 INSTALLATIE
Zekeringhouders
DC 13,8 V
TS-870S
gelijkstroomingang
Stroomsterkte van de Zekering
4 A
(voor de AT-300 tuner)
25 A
N-3