HANDIGE EXTRA FUNCTIES
TERUGSTELLEN VAN DE
MICROPROCESSOR (RESET)
Wanneer uw zendontvanger niet naar behoren lijkt te werken,
zult u vaak het probleem kunnen verhelpen door de
microprocessor en het geheugen daarvan terug te stellen in
de uitgangsstand.
OORSPRONKELIJKE INSTELLINGEN
Het volgende tabelletje toont de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen voor elk van de VFO's en de
geheugenkanalen:
Frequentie
Methode van
(in MHz)
Frequentiekeuze
VFO A
14,000,00
VFO B
14,000,00
Geheugenkanalen
(00 ~ 99)
DEELS TERUGSTELLEN
U kunt het toestel deels op de oorspronkelijke waarden
terugstellen als een toets of regelaar niet precies werkt
volgens de beschrijving in deze handleiding. Bij het deels
terugstellen blijven de volgende gegevens ongewijzigd intact:
•
Geheugenkanaal-gegevens
•
Menu-instellingen
•
Voorinstelgegevens voor de antennetuner
•
ANT1/ ANT2 antenne-gegevens
•
Grensfrequentie-instellingen voor de automatische
functiekeuze
•
Instellingen voor de automatische sleutelfuncties
Druk op [RX A]+[ ] om de zendontvanger in te schakelen en
deels terug te stellen.
De begroeting "HELLO" verschijnt in het display.
VOLLEDIG TERUGSTELLEN
Het volledig terugstellen van de zendontvanger op de
oorspronkelijke instellingen is slechts aanbevolen als u alle
geprogrammeerde gegevens in éénen keer wilt wissen of als
het "Deels terugstellen" niet helpt voor het oplossen van een
probleem met de zendontvanger. Houd er wel rekening mee,
dat u na het volledig terugstellen alle gegevens weer opnieuw
in de geheugenkanalen zult moeten vastleggen, als u die
kanalen weer wilt gebruiken. Het volledig terugstellen is wel
de snelste methode om alle parameters en instellingen van de
zendontvanger (ook die voor de elektronische sleutelfuncties)
op hun oorspronkelijke waarden terug te stellen.
Druk op [A=B]+[ ] voor inschakelen en volledig terugstellen
van de zendontvanger.
•
De begroeting "HELLO" verschijnt in het display en alle
instellingen zijn weer net als bij de eerste ingebruikname.
OVERSCHAKELEN TUSSEN ANT 1 EN ANT 2
U kunt kiezen welke antenne u voor het zenden en ontvangen
met de TS-870S wilt gebruiken, met behulp van de [ANT]
toets op het voorpaneel. De mogelijkheden zijn ANT 1 en
Modulatiefunctie
USB
USB
.
.
—
11 HANDIGE EXTRA FUNCTIES
ANT 2. Door instellen op ANT 1 kiest u de antenne die is
aangesloten op de ANT 1 aansluiting op het achterpaneel;
met ANT 2 kiest u voor de ANT 2 aansluiting. Bij instellen op
een van deze antennes wordt uw keuze automatisch
vastgelegd voor de ingeschakelde afstemband. Telkens
wanneer u daarna dezelfde afstemband kiest, zal ook
dezelfde antenne worden gekozen.
AFSTEMBANDEN VOOR ANT 1/ ANT 2 ANTENNEKEUZE
Nummer
Afstembereik
Afstemband
(in MHz)
1
0,030 ~ 1,85
1,85 ~ 2,01
2
2,01 ~ 3,525
3
3,525 ~ 3,575
4
3,575 ~ 3,725
5
3,725 ~ 4,49
6
4,49 ~ 7,03
7
7,03 ~ 7,1
8
7,1 ~ 7,49
9
Opmerking:
De ondergrensfrequentie hoort in alle gevallen bij de
genoemde band; de bovengrensfrequentie hoort al bij de volgende
band. Zo hoort bijvoorbeeld 14,1 MHz bij band 12, terwijl 14,49 MHz
al bij band 13 hoort (éénen uitzondering hierbij is 30 MHz, behorend
bij band 18).
De AT-300 externe antennetuner mag u alleen aansluiten op de
ANT 1 aansluiting. Wanneer deze antennetuner naar behoren is
aangesloten, zal de ingebouwde antennetuner automatisch
worden uitgeschakeld wanneer u instelt op ANT 1.
PROGRAMMEERBARE FUNCTIETOETSEN
De programmeerbare functietoetsen zijn vier toetsen die
handig rond de Afstemknop in het midden van het
voorpaneel zijn geplaatst. De functies van deze vier toetsen
kunt u zelf kiezen, om zo de zendontvanger naar eigen inzicht
in te richten. En wanneer uw interesses veranderen, dan kunt
u de functies van deze toetsen daar ook gemakkelijk aan
aanpassen.
Aan de vier programmeerbare toetsen kunt u elke gewenste
functie van de menu-nummers 00 t/m 68 toewijzen. De
toetsen dragen de namen van de functies die er in de fabriek
aan zijn toegewezen: de ENTER toets fungeert oorspronkelijk
als invoertoets, de TF-SET als zendfrequentie-insteltoets, de
1MHz toets dient voor de interval/amateurbandkeuze en FINE
is de fijnafstemtoets. Dit zijn de eerste vier van de niet-
menufuncties (nummer 69 ~ 73), waarop u de toetsen ook
gewoon ingesteld kunt laten. En als u vergissingen bij per
ongeluk indrukken wilt voorkomen, kunt u alle toetsfuncties
ook UIT schakelen, zodat geen van deze vier toetsen meer
werkt.
Wilt u nieuwe functies voor de toetsen programmeren, dan
kunt u bijvoorbeeld kiezen voor vier van de DSP functies
(menu-nummers 13 tot 18). Dit stelt u in staat te
experimenteren met de verschillende DSP instellingen, om te
zien hoe die de kwaliteit van het signaal beïnvloeden. Ook
zou u enkele van de AGC functies (menu-nummers 01 ~ 07)
kunnen toewijzen. Daarmee verkrijgt u dan de snelste
toegang tot de AGC instellingen om de zendontvanger zo vlot
mogelijk aan te passen aan de ontvangst-omstandigheden.
U ziet, de programmeerbare functietoetsen geven uw
zendontvanger een ongekende flexibiliteit. Denk maar eens
goed na over de voor u belangrijkste functies, dan kunt u die
een centrale plaats geven door ze hieraan toe te wijzen.
Nummer
Afstembereik
Afstemband
(in MHz)
7,49 ~ 10,49
10
10,49 ~ 14,1
11
14,1 ~ 14,49
12
14,49 ~ 20,99
13
20,99 ~ 21,15
14
21,15 ~ 21,99
15
21,99 ~ 25,49
16
25,49 ~ 29
17
29 ~ 30
18
N-63