Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ruisonderdrukking (Voor Ssb/Cw/Fsk/Am); Instellen Van De Spac Correlatietijd; Noise Blanker Stoorpuls-Onderdrukking; Aip Gevoeligheidsregeling (Advanced Intercept Point) - Kenwood TS-870S Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

N.R. RUISONDERDRUKKING
(VOOR SSB/CW/FSK/AM)
Menu-nummer 13 (LINE.ENH) dient voor het kiezen van de
lijn-verbeteringsfunctie (via een aanpassingsfilter) of de SPAC
filtering. Bij gebruik van de "LINE.ENH" lijn-verbeteringsfunctie
dient u menu-nummer 18 (TRACK) op "AAN" te zetten. Het
SPAC filter werkt doeltreffender voor het onderdrukken van
ruis en het verwijderen van verschillende soorten storing. Dit
filter kan echter de geluidskwaliteit doen afnemen, aangezien
het alleen werkt op audio-niveau. Daarnaast kan het SPAC
filter pulsstoring veroorzaken. Een belangrijk verschil tussen
de digitale Line Enhance functie en de conventionele, analoge
Noise Blanker ligt in het feit dat de digitale functie werkt op de
audio-frequenties, terwijl de Noise Blanker het
middenfrequent-niveau aanpakt.
Druk op de [N.R.] toets om de ruisonderdrukking AAN of UIT
te schakelen.
Het LED lampje in de toets licht op wanneer de
ruisonderdrukking is ingeschakeld.
Bij alle afstemmethoden kan het uitgangsniveau
fluctueren, afhankelijk van de signaal/ruisverhouding. Als
de signaal/ruisverhouding bij de SSB enkele-zijband
ontvangst al redelijk goed is, zal de Line Enhance functie
de signaal/ruisverhouding nog verbeteren. Bij de
ontvangst van een CW signaal met slechte signaal/
ruisverhouding zal het SPAC filter effectief werken voor
het verbeteren van de signaal/ruisverhouding. Bij AM
ontvangst kan het ontvangen audiosignaal wel eens
wegvallen.

INSTELLEN VAN DE SPAC CORRELATIETIJD

De afkorting SPAC staat voor "Speech Processing using
Automatic Correlation", een van de digitale signaal
verwerkingsfuncties. Dit is een digitale methode voor het
onderdrukken van ruis. Via menu-nummer 15 (SPAC) kunt u
instellen op de correlatietijd die de duidelijkste ontvangst geeft
bij SSB enkele-zijband afstemming. Bij CW ontvangst stelt u
in op de langste tijd die nog betrouwbare ontvangst biedt. Hoe
langer u de correlatietijd kiest, des te beter zal de signaal/
ruisverhouding zijn.
NOISE BLANKER STOORPULS-
ONDERDRUKKING
De Noise Blanker ontstoringsfunctie werd ontwikkeld voor het
onderdrukken van stoorpulsen zoals die van een auto-
ontsteking.
Druk op de [NB] toets om de Noise Blanker stoorpuls-
onderdrukking AAN of UIT te schakelen. Voor het instellen
van het ontstoringsniveau draait u aan de NB regelaar.
De aanduiding "NB" licht op wanneer de Noise Blanker
functie is ingeschakeld.
AGC
AUTO
USB
Bij ontvangst van een krachtig signaal terwijl de Noise
Blanker AAN staat, kan het ontvangen geluid vervormd
klinken. Om de vervorming te verminderen, stelt u de
Noise Blanker wat lager in met de NB regelaar, of schakelt
u deze functie UIT.
AIP GEVOELIGHEIDSREGELING
(ADVANCED INTERCEPT POINT)
De AIP zorgt voor het onderdrukken van de interferentie en de
vervorming van het geluidssignaal die soms wordt
veroorzaakt door de aanwezigheid van al te krachtige
signalen. De AIP komt bijzonder goed van pas bij grote drukte
op de afstemband, voor wedstrijden en wanneer de
signaalsterkte maximaal is en alle signalen van lokale kwaliteit
zijn.
Druk op de [AIP] toets om de AIP onderscheppings-
functie AAN of UIT te schakelen.
De aanduiding "AIP" licht op wanneer de AIP functie is
ingeschakeld.
De AIP functie staat oorspronkelijk AAN voor alle
frequenties onder 7490 kHz. De stand van de AIP wordt
echter voor elke AIP band afzonderlijk vastgelegd. Bij
instellen op een andere AIP band zal dan de laatst
gebruikte instelling (AAN/UIT) voor de betreffende band
worden opgeroepen.
Opmerking:
belangrijk vindt, zet dan menu-nummer 11 (AIP.GAIN) op AAN
alvorens u de AIP functie gebruikt. De "AIP.GAIN" instelling heeft
geen invloed op de gevoeligheid van de S-meter maar kan wel door
hogere versterking zorgen dat het ruisniveau toeneemt, ook als er
geen signalen worden ontvangen. Overigens werkt de AIP.GAIN niet
voor de FM en AM afstemming.
ATT VERZWAKKINGSREGELING
(ATTENUATOR)
De verzwakkingsregeling voorkomt vervorming door het
niveau van het ontvangen signaal te verminderen. Deze
functie is ook handig voor het onderdrukken van interferentie
van nabij gelegen frequenties.
Druk op de ATT [DOWN] of ATT [UP] toets om in te stellen op
het gewenste verzwakkingsniveau.
De gekozen hoeveelheid verzwakking (in dB) wordt
aangegeven ("– ATT – 6", "– ATT – 12" of "– ATT – 18").
De stand van de ATT wordt echter voor elke ATT band
afzonderlijk vastgelegd. Bij instellen op een andere ATT
band zal dan de laatst gebruikte instelling (AAN/UIT) voor
de betreffende band worden opgeroepen.
Band-
nummer
NB
WIDTH
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Opmerking:
genoemde band; de bovengrensfrequentie hoort al bij de volgende
band. Zo hoort bijvoorbeeld 4,49 MHz bij band 3, terwijl 7,49 MHz al
bij band 4 hoort (éénen uitzondering hierbij is 30 MHz, behorende bij
band 9).
8 ONDERDRUKKEN VAN INTERFERENTIE
AIP
AGC
AUTO
CW
Als u een preciese aanwijzing van de S-meter erg
AGC
AUTO
LSB
Frequentiebereik
Oorspronkelijke
(in MHz)
Laagste freq. ~ 2,49
2,49 ~ 4,49
4,49 ~ 7,49
7,49 ~ 10,49
10,49 ~ 14,49
14,49 ~ 20,99
20,99 ~ 21,99
21,99 ~ 25,49
25,49 ~ 30
De ondergrensfrequentie hoort in alle gevallen bij de
Oorspronkelijke
AIP Instelling
ATT Instelling
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
N-53

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave