Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kenwood TS-870S Gebruiksaanwijzing pagina 79

Inhoudsopgave

Advertenties

Bij een poging tot zenden
verschijnt er "HELLO" in het
display en wordt er
teruggeschakeld naar
ontvangst.
De zendontvanger heeft bij
zenden te weinig vermogen.
De VOX stemgeschakelde
zendfunctie werkt niet.
De lineaire versterker werkt
niet.
Draaien aan de RIT/XIT
regelaar heeft geen effect op
de ontvangstfrequentie.
De toegang of het gebruik
van de 10-meter band
repeteerzenders verloopt niet
goed.
De digitale functies geven
niet of nauwelijks verbinding
of communicatie met andere
stations.
De bediening van de
zendontvanger via een
computer lukt niet.
1
De antenne is niet juist aangesloten.
2
De antenne is niet juist aangepast aan de
zendontvanger.
3
De ingangsspanning ligt buiten het toegestane
bereik van 11,7 tot 15,8 V gelijkstroom (13,8 V
gelijkstroom ±15%).
4
Er is een verkeerd type voedingskabel
aangesloten.
1
De MIC microfoon-sterkteregelaar en/of de
CAR regelaar staan te laag ingesteld.
2
Een zwakke antenne-aansluiting maakt de
SWR staande-golf verhouding te hoog.
De VOX versterking staat te laag ingesteld.
1
Het LINEAR menu-onderdeel staat niet juist
ingesteld.
2
Er is iets mis met de REMOTE aansluiting of
bedrading.
De Transmit Incremental Tuning functie is UIT
geschakeld.
1
De repeteerzenders vereisen een subtoon-
frequentie voor toegang.
2
U werkt niet in duplex, met gescheiden
frequenties.
1
Wellicht is er iets mis met de aansluitingen
tussen de zendontvanger, de computer en de
TNC of MCP, of de programma-instellingen
voor de TNC of MCP zijn onjuist.
2
U gebruikt verschillende zend- en ontvangst-
frequenties.
3
De niveau-instelling verschilt tussen de
zendontvanger en de TNC/MCP.
4
Uw zendsignaal of het ontvangen signaal is te
zwak.
5
De TX vertragingstijd parameter voor zenden
met de TNC/MCP staat verkeerd ingesteld.
1
De bedrading van de RS-232C kabel waarmee
u de computer op de zendontvanger hebt
aangesloten, is verwisseld.
2
De communicatie-parameters van uw
programmatuur staan anders ingesteld dan de
parameters in de zendontvanger.
3
Bij gebruik van een ander programma dan dat
van KENWOOD op uw computer is de
aanpassing aan de COM poort van de
zendontvanger niet geheel juist.
4
Wellicht is er iets mis met de seriële poort van
uw computer.
1
Controleer de antenne-aansluiting. Corrigeer
deze zoals vereist.
2
Verminder de SWR staande-golf verhouding
van het antennesysteem.
3
Zorg voor de juiste ingangsspanning.
4
Sluit de bijgeleverde voedingskabel of een los
verkrijgbare gelijkstroomkabel aan.
1
Stel de MIC microfoon-sterkteregelaar hoger in
en/of draai de CAR regelaar naar rechts, al
naar gelang de gebruikte mode. Zie tevens het
hoofdstuk "COMMUNICATIE" voor de
gebruikte afstemfunctie.
2
Controleer de antenne-aansluitingen. Zorg dat
de antennetuner een lagere staande-golf
verhouding aangeeft.
Verhoog de instelling in menu-nummer 28
(VOX.GAIN).
1
Stel menu-nummer 51 (LINEAR) in volgens de
aanwijzingen onder "INSTALLATIE".
2
Controleer de REMOTE aansluiting en zorg dat
de bedrading in orde is.
Druk op de [XIT] toets om deze functie AAN te
zetten. Bij gebruik van de XIT functie zal de hoofd-
frequentie-aanduiding niet veranderen; de XIT
heeft alleen invloed op de RIT/XIT aanduiding.
1
Zie onder "FM ZENDEN MET
REPETEERZENDERS" en stel in op de juiste
frequentie en het type subtoon.
2
U dient uit te zenden op de ingangsfrequentie
van de repeteerzender en te ontvangen op de
uitgangsfrequentie van de repeteerzender. Zie
onder "FM ZENDEN MET
REPETEERZENDERS".
1
Controleer alle aansluitingen, aan de hand van
deze handleiding, uw TNC/MCP handleiding
en de handleiding van uw computer.
2
Controleer of de RIT en XIT functies zijn UIT
geschakeld. Let ook op dat u GEEN duplex
instelling met gescheiden frequenties gebruikt.
3
Stel het TX en RX niveau in via de menu-
nummers 20 (PKT.IN) en 21 (PKT.OUT) en met
de niveauregelaars van uw TNC/MCP.
4
Heroriënteer of verplaats uw antenne of stel de
antennegevoeligheid/versterking hoger in.
5
Stel de TX vertragingstijd voor de TNC/MCP in
op meer dan 300 msec.
1
Zorg voor een kabel met juiste aansluitingen.
2
Stel de parameters van het communicatie-
programma en de zendontvanger op dezelfde
waarden in. Zie onder "COMMUNICATIE-
PARAMETERS".
3
Gebruik een communicatie-programma dat het
protocol van de TS-870S volledig ondersteunt.
Ontwikkelt u uw eigen programma, zie dan de
aanwijzingen onder "COMMANDO'S VOOR
COMPUTER-BESTURING".
4
Verbreek de aansluiting tussen de computer en
de zendontvanger en test de seriële poort van
uw computer met een utiliteitsprogramma.
Verbind de zend- en ontvangst-pennen van de
seriële poort door om de continuïteit volledig te
testen.
12 ONDERHOUD
2
2
3
3
29, 30,
38, 40,
41
49
45
5
5
45
38
38
6, 7
44, 45
25, 41
83
50
85, 89
N-73

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave