Heeft u zich er van overtuigd, dat het effect van de K1-knuppel op de motor "in orde" is, dan moet bij de volgende
stap ervoor gezorgd worden, dat diens invloed op de motor zowel aan- als uitgeschakeld kan worden, om
alternatief ook het remsysteem te kunnen bedienen. Daarvoor wisselt u naar het menu ...
"vrije mixers"
M1
K1 -> K1
M2
?? -> ??
M3
?? -> ??
type
van
naar
... en programmeert u een vrije mixer "K1 → K1". Daarna wisselt u met de pijltoets ► van de linker of rechter vier-
weg-toets naar de kolom boven het schakelaarsymbool en wijst u aan deze mixer een door u gewenste
"omschakelaar" - bijvoorbeeld SW 3- toe, door deze ,na activeren van de schakelaartoewijzing via het indrukken
van de centrale SET-toets, van "vooruit" naar "achteruit", dus naar het lichaam toe, om te zetten.
Bij ingeschakelde mixer wisselt u nu met de pijltoets ► van de linker of rechter vier-weg-toets naar de kolom
boven het paginasymbool; door een indrukken van de centrale SET-toets van de rechter vier-weg-toets komt u op
de tweede display-pagina.
Op deze pagina stelt u eerst een SYMmetrische mixwaarde van -100% in.
MIX1
K1 -> K1
weg
-100% -100%
offs
0%
SYM ASY
Daarna wisselt u naar de regel "Offs". Op hetzelfde moment worden de velden SYM en ASY vervangen door
STO en SET. Schuif nu de K1-knuppel bij een invers STO-veld tot aan de aanslag in de door u gewenste motor-
"UIT"-positie en raak dan de centrale SET-toets van de rechter vier-weg-toets aan. De waarde rechts naast "Offs"
wisselt daarop van 0% naar ca. +100% en de grafische weergave van de mixerlijn rechts ernaast verandert ook
mee:
MIX1
K1 -> K1
weg
-100% -100%
offs
+100%
STO SET
Wanneer u nu de toetsen ◄► van de linker vier-weg-toets tegelijk indrukt komt u in het menu ...
"servoaanduiding"
... ,waar u direct het effect van de instellingen kunt zien: bij een uitgeschakelde mixer volgt de balk van kanaal 1
de K1-knuppel. Bij een ingeschakelde mixer blijft deze daarentegen – zoals afgebeeld –bij ca. -100%:
Aanwijzing:
Wanneer u deze test met een ingeschakelde ontvangstinstallatie en –aandrijving doet, moet u er zeker op
letten dat u alleen in de positie "motor UIT" omschakelt! Anders bestaat het gevaar, dat de aandrijving
door het abrupte starten zwaar belast en eventueel zelfs beschadigd wordt. Daarom moet u ook tijdens
het vliegen alleen in de positie "motor UIT" omschakelen!
Om de programmering af te sluiten, zet u de gekozen "omschakelaar" weer in de positie "motor AAN", dus naar
"voren". Wissel terug naar het multifunctie-menu en dan naar het menu ...
"vleugelmix"
Hier stelt u – in zoverre u dit bij de algemene modelprogrammering al niet gedaan had – in de regel "rem->RO"
de gewenste uitslag van de rolroeren bij het bedienen van de K1-knuppel ( "rem") naar boven in en wijst u in de
kolom boven het schakelaarsymbool na een indrukken van de centrale SET-toets van de rechter vier-weg-toets
de gekozen "omschakelaar" toe, door deze ook van "naar voren" nu "naar achteren" om te zetten:
( bladzijde 116 ... 121)
3
=>
=>
=>
(bladzijde 97 ... 102)
(bladzijde 122)