Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Signaalkwaliteit (S-Qua); Ontvangstvermogen (S-Dbm); Bedrijfsspanning (R-Volt) - GRAUPNER mx-12 HoTT Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

R-VOLT
actuele bedrijfsspanning van de ontvanger in Volt
L.R-VOLT
laagste bedrijfsspanning van de ontvanger sinds het laatste inschakelen in Volt
SENSOR 1
geeft de waarde van de optionele telemetrie-sensor 1 in Volt en ºC aan
SENSOR 2
geeft de waarde van de optionele telemetrie-sensor 2 in Volt en ºC aan

Signaalkwaliteit (S-QUA)

De signaalkwaliteit (S-QUA) wordt via het terugkoppelingskanaal van de ontvanger "live" aan de zender
meegedeeld en geeft de signaalsterkte in % aan.

Ontvangstvermogen (S-dBm)

Het ontvangstvermogen (S-dBm) wordt aangeduid met een negatieve waarde, d.w.z. een waarde tegen nul is de
maximale waarde (=beste ontvangst), hoe lager de waarden worden des te slechter is het ontvangstvermogen!
Dit is onder andere belangrijk bij de reikwijdtetest vóór het vliegen.
Opmerking:
Bij negatieve getallen geldt: hoe hoger de op het min-teken volgende getal, des te lager is de waarde.
Voer de reikwijdtetest, zoals beschreven op bladzijde 71 resp. 80, vóór iedere vlucht uit en simuleer daarbij alle
servobewegingen die tijdens de vlucht kunnen voorkomen. De reikwijdte moet bij een geactiveerde reikwijdtetest
minimaal 50 m op de grond bedragen. Bij deze afstand mag in het "RX DATAVIEW"-display onder "S-dBm"
hoogstens -80 dBm getoond worden, om veilig te kunnen vliegen. Ligt deze waarde daaronder (bv. -85 dBm) dan
moet u in geen geval gaan vliegen. Controleer eerst de inbouw van uw ontvanger en de plaatsing van de
antennes. Tijdens het gebruik mag deze waarde niet onder -90 dBm komen, anders moet u de afstand tot het
model verkleinen. Normaal gesproken start vóór het bereiken van deze waarde al de akoestische reikwijdte-
waarschuwing (pieptoon-interval 1 s), om een veilig vliegen te garanderen.
Signaalsterkte (S-STR)
De signaalsterkte (S-STR) wordt weergegeven in %. In principe wordt een akoestische reikwijdtewaarschuwing
gestart (pieptoon-interval 1 s), zodra het ontvangstsignaal op het terugkoppelingskanaal te zwak wordt. Omdat de
zender echter een veel groter zendvermogen heeft dan de ontvanger kan het model nog steeds veilig worden
bestuurd. De afstand tot het model moet echter voor de veiligheid worden verkleind, totdat de waarschuwing
stopt.
Ontvangertemperatuur (R-TEMP)
Controleer of de temperatuur van uw ontvanger onder alle omstandigheden in het toegestane bereik blijft (ideaal
zijn -10 en 55 ºC).
De grenswaarden van de ontvangertemperatuur, waarbij een waarschuwing volgt, kunnen in het ondermenu "RX
SERVO-TEST" onder "ALARM TEMP+" (50 ... 80 ºC) en "ALARM TEMP-" (-20 ... +10 ºC) worden ingesteld. Bij
het onder- of overschrijden ervan klinkt er een akoestisch signaal (voortdurende pieptoon) en in alle ontvanger-
ondermenu's "RX" verschijnt rechtsboven "TEMP.E". Op de display-bladzijde "RX DATAVIEW" wordt bovendien
de parameter "R-TEM" invers weergegeven.
Datapaketten (L PACK TIME)
Geeft de langste tijdspanne in ms weer, waarbij datapaketten bij de overdracht van de zender naar de ontvanger
verloren zijn gegaan. In de praktijk is dat de langste periode, waarbij de besturing in de Fail-Safe-modus is
gegaan.

Bedrijfsspanning (R-VOLT)

Controleer altijd de bedrijfsspanning van de ontvanger. Wanneer deze te laag zou zijn mag u uw model in geen
geval verder vliegen resp. starten.
De waarschuwing voor ontvanger-onderspanning kan in het ondermenu "RX SERVO TEST" onder "ALARM
VOLT" tussen 3,0 en 6,0 Volt worden ingesteld. Bij het onderschrijden klinkt er een akoestisch signaal (herhaalde
dubbele pieptoon (lang/kort)) en in alle ontvanger-ondermenu's "RX ..." verschijnt rechtsboven "VOLT.E". in het
ondermenu "RX DATAVIEW" wordt bovendien de parameter "R-VOLT" invers weergegeven.
De actuele spanning van de ontvangeraccu is ook op het basisdisplay, zie bladzijde 24, zichtbaar.
Minimale bedrijfsspanning (L.R-VOLT)
"L.R-VOLT" toont de minimale bedrijfsspanning van de ontvanger sinds het laatste inschakelen aan. Zou deze
spanning duidelijk van de actuele bedrijfsspanning "R-VOLT" afwijken, dan wordt de ontvangeraccu mogelijk te
sterk belast door de servo's. Het gevolg is dat de spanning daalt. Gebruik in dit geval een zwaardere
spanningsvoorziening, om een maximale veiligheid te garanderen.
Sensor 1 + 2
Geeft de waarde van de optionele telemetrie-sensoren 1 en eventueel 2 in Volt en ºC aan. Een beschrijving van
deze sensoren vindt u in het aanhangsel.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor GRAUPNER mx-12 HoTT

Inhoudsopgave