Omgekeerd kan het natuurlijk ook zo zijn, dat voor een bepaald model niet elk van de beschreven stappen
relevant is, zoals ook sommige gebruikers voor hun model de beschrijving van een bepaalde stap zullen
missen....Hoe dan ook, uiterlijk nu, direct voor het begin van een modelprogrammering, moet u nadenken over
een zinvolle toewijzing van de stuurorganen.
Bij modellen, waarbij de nadruk op "motor" ligt, of dit nu een electro- of een verbrandingsmotor is, zullen er op dit
punt nauwelijks problemen zijn, omdat de bezetting van de beide knuppelaggregaten met de vier basisfuncties
"vermogensregeling (=gas)", "richting", "hoogte" en "rol" al eigenlijk vastligt!? U moet dan echter in het menu ...
"basis-instelling"
(bladzijde 65 ... 72)
mod.naam < GRAUBELE >
stuurtoew
1
motor aan K1
geen
staart
normaal
rolr./welfkl
1RO
...vastleggen , of u de gas-minimum-positie liever "naar voren" ("stat.voor.") of "naar achteren" ( "stat.ach.") wilt
hebben, omdat er bij het aanmaken van het modelgeheugen door het programma in principe "geen (motor)" wordt
ingevuld.
Het verschil tussen "geen" resp"geen/inv" en "gas min naar voren/naar achteren" ligt niet alleen in het effect van
de K1-trimming, die bij "geen(/inv)" over de hele stuurknuppeluitslag en bij "gas min naar voren/naar achteren"
alleen in de richting stationair werkt. Ook wordt daarmee de "effectrichting" van de K1-knuppel
dienovereenkomstig aangepast, zodat u bij een wissel van "voren" naar "achteren" of omgekeerd niet nog eens
de draairichting van de gasservo hoeft aan te passen. Bovendien verschijnt bij een instelling "gas min naar
voren/naar achteren" uit veiligheidsoverwegingen een waarschuwing op het display en klinkt er een signaal,
wanneer de gas-stuurknuppel zich bij het inschakelen van de zender in de richting volgas zou bevinden:
gas
te
hoog!
Van de keuze "geen (motor)" resp. "stationair voor-/achteraan" wordt ook het aanbod aan mixers in het menu
"vleugelmixers" beïnvloed: de mixers "rem → NN" worden alleen aangeboden bij de keuze van "geen (motor)"
resp. "geen/inv" en in andere gevallen onzichtbaar gemaakt. Iets dergelijks geldt ook voor de
keuzemogelijkheden in de regel "rolr./welfkl" van het menu "basisinstelling"; "2RO 2WK" en daardoor ook de
bijbehorende mixers van het menu "vleugelmix" zijn alleen beschikbaar bij de keuze van "geen (motor)" resp.
"geen/inv", anders worden deze ook verborgen. (De tweede welfkleppenservo moet in dit geval in plaats van de
gasservo aan ontvangeruitgang 1 worden aangesloten.)
Vervolgens zult u in ieder geval moeten nadenken over "speciale functies".
Bij elektrozwevers daarentegen ziet de zaak er af en toe heel anders uit. Daar kan de vraag zich opdoen, hoe
men de aandrijving en het remsysteem kan bedienen. Nu, ook hier zijn er bepaalde oplossingen praktisch en
andere minder praktisch gebleken.
Zo is het zeker minder handig, wanneer bij de landing van een zweefmodel een knuppel eventueel moet worden
losgelaten, om door middel van een ander stuurelement de stoorkleppen of een kraai-positie te kunnen
aansturen. Hier zou het zinvoller zijn, om óf de functie van de K1-knuppel omschakelbaar te maken (zie
voorbeeld 4 vanaf bladzijde 159) óf de aansturing van het remsysteem op de knuppel te laten en de motor via
een ander stuurelement of zelfs via een schakelaar te bedienen!? Omdat in dergelijke modellen de motor meestal
alleen de functie van een "starthulp" heeft, om het model óf met volle kracht in de lucht te krijgen óf eventueel met
"halve" kracht van het ene stijgwindveld naar het andere te "slepen", is een 3-standen-schakelaar meestal
voldoende. Wanneer er voor dit doel ook nog een "makkelijk te bereiken" schakelaar wordt uitgekozen, dan kan
de motor aan- en uitgeschakeld worden, zonder de knuppel te hoeven loslaten – zelfs tijdens de landing.
Iets dergelijks geldt overigens voor de aansturing van kleppen, of dit nu rolroeren of over de hele spanwijdte
strekkende kleppen(-combinaties) zijn, die naar boven en naar beneden moeten worden bewogen.
Is dit nu allemaal voor elkaar, dan kan met de programmering worden begonnen.