Het afstemmen van de gas- en pitchcurve
Praktische tips
De aansturing van gas en collectieve pitch vindt weliswaar via aparte servo's plaats, maar deze worden altijd
(behalve in de autorotatie-vliegfase) samen door de gas-/pitchstuurknuppel bediend. De koppeling wordt
automatisch door het helikopterprogramma tot stand gebracht. De trimhevel van stuurfunctie 1 heeft in het MX-12
HoTT-programma alleen effect als stationairtrimming op de gasservo (zie "digitale trimming" op bladzijde 49).
De afstemming van gas en pitch, dus de vermogenscurve van de motor met de collectieve bladverstelling, is de
belangrijkste instelling bij het helikoptermodel. Het programma van de MX-12 HoTT biedt een onafhankelijke
instelling van de gas- pitch- en draaimoment-compensatiecurven .
Deze curven kunnen door maximaal 5 punten worden gekarakteriseerd. Daarbij kunt u voor de 5 punten
individuele waarden invoeren, die de verschillende stuurcurven vastleggen.
Voordat u een instelling van de gas- en pitchfunctie doorvoert, moeten de stangen van alle servo's volgens de
aanwijzingen van de desbetreffende helikopterfabrikant op de juiste manier worden afgesteld.
Opmerking:
Het hoverpunt moet normaal gesproken in de middenpositie van de gas-/pitchstuurknuppel liggen.
Stationair-instelling en gascurve
Aanwijzing:
Omdat elektrische aandrijvingen geen stationaire instelling nodig hebben, vervalt de noodzaak van deze
afstelling. De hier beschreven afstemming van de gas- en pitchcurve(n) moet echter wel op dezelfde manier als
bij een verbrandings-heli plaatsvinden.
De op de bladzijden 88 tot 90 uitvoerig beschreven stationair-instelling vindt uitsluitend plaats bij een gesloten
gaslimiter met de trimhevel van de K1-functie. De programmering van punt 1 van de gascurve heeft een instelling
van het motortoerental bij de daalvlucht tot gevolg, zonder de hover-instelling te beïnvloeden.
Hier kunt u bv. de vliegfase-programmering benutten om verschillende gascurven in te stellen. Dit verhoogde
systeemtoerental is zinvol onder het hoverpunt, bv. bij snelle, steile landingen met ver teruggenomen pitch en bij
kunstvlucht.
De afbeelding toont een curve met licht gewijzigde carburateur-instelling onder het hoverpunt in het midden van de stuuruitslag.
Gascurven die per vliegfase verschillend zijn worden geprogrammeerd om zowel voor het hoveren als voor de
kunstvlucht steeds een optimale afstemming te hebben:
Laag systeemtoerental met rustige, soepele stuurreacties en laag geluidsniveau bij het hoveren.
Hoger toerental voor de kunstvlucht bij een maximaal motorvermogen. In dit geval zal de gascurve ook bij
het hovergedeelte moeten worden aangepast.
De basisinstelling
Hoewel pitch- en gascurven in de MX-12 HoTT zender in grote mate elektronisch kunnen worden ingesteld, moet
u alle aansturingen in het model volgens de aanwijzingen in de handboeken bij de helikopter al mechanisch
correct worden ingesteld. Ervaren helikoptervliegers willen u zeker graag helpen bij deze afstellingen.
De aansturing van de carburateur moet zo zijn ingesteld, dat de carburateur in de volpitch-positie nét helemaal
open is, resp. de motorsteller van een elektroheli helemaal doorschakelt. Bij een gesloten gaslimiter moet de
carburateur met de K1-trimhevel (snelle verstelling van de drossel via de "digitale trimming" zie bladzijde 49) nét
helemaal gesloten kunnen worden, zonder dat de servo mechanisch aanloopt. In het geval van een elektroheli
moet bij een gesloten gaslimiter de motor veilig uit staan.
Stelt u deze instellingen heel zorgvuldig in, door de stuurstang aan te passen en/of een ander gaatje aan de
servo- resp. carburateurhevel te kiezen. Pas daarna moet u de fijne afstelling van de gasservo elektronisch
afstellen.
Let op:
Win informatie in over de gevaren van en de veiligheidsmaatregelen voor de omgang met motoren en
helikopters, voordat u de motor voor de eerste keer start!
Met deze basisinstelling moet de motor met behulp van de bijbehorende handleiding gestart en de stationairloop
met de trimhevel van de gas-/pitchknuppel ingesteld worden. de stationairloop, die door u wordt ingesteld, wordt
in de basisaanduiding aangegeven door een dwarse balk bij de positieaanduiding van de K1-trimhevel. Zie
hiervoor de beschrijving van de digitale trimming op bladzijde 49 van dit handboek.
uitgang
stuuruitslag