INRIJPERIODE
Gebruik tijdens de inrij-
periode
Het voertuig moet een inrijperiode
van 10 bedrijfsuren doorlopen, alvo-
rens u langdurig plankgas mag ge-
ven.
Na de inrijperiode moet uw voer-
tuig door een erkende Can-Am-
dealer, reparatiebedrijf of iemand
anders van uw keuze worden geïn-
specteerd. Zie het hoofdstuk ON-
DERHOUD .
Motor
Tijdens de inrijperiode:
-
Geef geen plankgas.
-
U mag hoogstens 3/4 gas ge-
ven.
-
Vermijd langdurig optrekken.
-
Vermijd langdurig rijden op
kruissnelheid.
-
Vermijd oververhitting van de
motor.
Kortstondig accelereren en uw
snelheid variëren dragen echter wel
bij tot een goed inrijresultaat.
Remmen
WAARSCHUWING
De nieuwe remmen behalen
hun maximale rendement pas
na de inrijperiode. Voor goed
inrijden stopt u het voertuig
minimaal 50 keer volledig met
de remmen. Stel indien nodig
de remmen bij; raadpleeg AFRE-
GELING VOORREMKABEL en
AFREGELING ACHTERREMHEN-
DEL .
Riem
Een nieuwe riem vraagt een inrijpe-
riode van 50 km.
Tijdens de inrijperiode:
-
Vermijd fors optrekken en ver-
tragen.
76
-
Vermijd het slepen van een last.
-
Vermijd rijden op een hoge
kruissnelheid.