Aandrijfketting en ket-
tingwielen
Inspectie van de aandrijfketting
en kettingwielen
OPMERKING
Vervang de ketting
en kettingwielen samen om
snelle slijtage van deze onderde-
len te vermijden.
OPMERKING
tuig nooit met een te losse of te
strakke aandrijfketting, om ernsti-
ge schade aan de aandrijving te
voorkomen.
Aandrijfketting
Inspecteer de ketting op beschadig-
de schakels en rollen.
Vervang de ketting als u beschadi-
gingen vaststelt.
Controleer de speling van de aan-
drijfketting en regel ze eventueel
bij. Zie AFSTELLING AANDRIJFKET-
TING .
Rupsketting
Inspecteer de aandrijfkettingrol
rond het draaiarm-scharnierdeel op
overmatige slijtage en beschadigin-
gen. Vervang ze indien nodig.
1. Aandrijfkettingrol
Kettingwielen
Controleer de kettingwielas en het
rondsel op vervorming, overmatige
slijtage en andere beschadigingen.
Vervang ze indien nodig.
Gebruik dit voer-
ONDERHOUDSPROCEDURES
1. Goed
2. Vervangen
Aandrijfketting smeren
Voor iedere rit moet worden gecon-
troleerd of de aandrijfketting goed
gesmeerd is.
Smeren met een in de handel ver-
krijgbaar kettingsmeermiddel.
Afregeling aandrijfketting
Voor iedere rit moet worden gecon-
troleerd of de aandrijfketting goed
is afgesteld.
OPMERKING
Regel de aandrijf-
ketting nooit af terwijl de bestuur-
der op het voertuig zit. Verwijder
alle lading van het voertuig.
1. Plaats het voertuig op een vlak
oppervlak en schakel naar
NEUTRAAL.
2. Controleer de staat van de aan-
drijfketting.
3. Draai de borgbouten van de
aandrijfas los.
103