Pagina 3
Gefeliciteerd met de aankoop van uw Veiligheidsaanwijzingen nieuwe Can-Am™ ATV, categorie “Y” Verklaring over de soorten veiligheids- (jongerenmodel). U geniet de BRP-ga- meldingen, hoe ze eruit zien en hoe ze rantie en kunt steeds een beroep doen in deze handleiding worden gebruikt:...
Pagina 4
VOORWOORD De informatie in dit document is cor- WAARSCHUWING rect op het moment van publicatie. Een ATV is geen speelgoed. BRP voert echter een beleid van con- – Alle kinderen hebben verschil- tinue verbetering van zijn producten, lende vaardigheden, fysieke...
Pagina 5
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ............... 1 Informeer u voor u vertrekt .
Pagina 7
GARANTIE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP V.S. EN CANADA: 2009 CAN-AM ATV ................. 116 INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2009 CAN-AM ATV .
Pagina 9
VEILIGHEIDS- INFORMATIE ___________ ___________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 10
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Koolmonoxidevergiftiging vermijden Uitlaatgassen van motors bevatten steeds koolmonoxide, een dodelijk gas. Inade- ming van koolmonoxide kan leiden tot hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid, misse- lijkheid, verwarring en zelfs de dood. Koolmonoxide is een kleurloos, geurloos, smaakloos gas dat aanwezig kan zijn zelfs als u het niet ziet of geen uitlaatgas ruikt.
Pagina 11
Maak geen ongeautoriseerde aanpassingen of gebruik geen onderdelen of ac- cessoires die niet door BRP zijn goedgekeurd. Omdat zulke aanpassingen niet door BRP zijn getest, kunnen die een groter risico op vallen of letsel met zich meebrengen en het voertuig onwettelijk maken.
Pagina 12
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN WAARSCHUWING DIT VOERTUIG IS GEEN SPEELGOED EN HET GEBRUIK ERVAN HOUDT GEVAREN IN. Dit voertuig besturen is heel anders dan rijden met andere voertuigen. Een aanrijding of koprol is snel gebeurd als u de nodige voor- zorgen niet neemt, zelfs tijdens routinemanoeuvres zoals keren, bergop of over hindernissen rijden.
Pagina 13
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN WAARSCHUWING – Inspecteer uw voertuig voor elk gebruik, om te verzekeren dat het in goe- de staat verkeert. Volg altijd de inspectie- en onderhoudsprocedures en -schema's, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt. – Houd uw beide handen altijd aan het stuur en uw voeten op de voetsteu- nen, terwijl u met uw voertuig rijdt.
Pagina 14
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN WAARSCHUWING – Controleer altijd of er geen hindernissen zijn, voordat u op een onbe- kend terrein gaat rijden. Probeer nooit over grote hindernissen, zoals grote rotsblokken of omgevallen bomen, te rijden. Volg altijd de juiste procedures om over hindernissen te rijden, die u verder in deze Gebrui- kershandleiding vindt.
Pagina 15
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen. De volgende waarschuwingen en de vorm waarin ze verschijnen zijn opgelegd door de Amerikaanse United States Consumer Product Safety Commission en moeten worden opgenomen in de Gebruikershandleiding van alle ATV's.
Pagina 16
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer kinderen met een ATV rijden die niet wordt aanbevolen voor hun leeftijd, lopen ze risico op ernstige verwondingen, soms met dodelijke afloop. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit voertuig te rijden.
Pagina 17
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Een passagier meenemen met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor wordt uw voertuig moeilijker bestuurbaar en raakt het sneller uit evenwicht. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagier gewond raken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit een passagier mee.
Pagina 18
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig op verharde oppervlakken. WAT KAN ER GEBEUREN De banden zijn ontworpen voor offroad-gebruik en niet geschikt om op ver- harde wegen te rijden. Op een verharde weg verandert het rijgedrag van dit voertuig aanzienlijk, waardoor u de controle kunt verliezen.
Pagina 19
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met dit voertuig op de openbare weg rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt botsen met een ander voertuig. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig op de openbare weg, zelfs als het een aardeweg of kiezelpad betreft.
Pagina 20
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder een goedgekeurde helm, oogbescherming en beschermende kleding te dragen. WAT KAN ER GEBEUREN De volgende punten gelden voor alle ATV-bestuurders: – Wanneer u rijdt zonder goedgekeurde helm, neemt het risico op een ern- stig of zelfs dodelijk hoofdletsel bij een ongeval aanzienlijk toe.
Pagina 21
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig onder invloed van alcohol of drugs. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan uw beoordelingsvermogen ernstig aantasten. Uw reactiesnelheid kan afnemen. Uw evenwicht en perceptie kunnen eronder lijden. U kunt een ernstig of dodelijk ongeluk krijgen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Gebruik nooit alcohol of drugs voor of tijdens het rijden met dit voertuig.
Pagina 22
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Te snel rijden met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN De kans dat u de controle over uw voertuig verliest en een ongeluk heeft neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijomstan- digheden en uw ervaring.
Pagina 23
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op twee wielen, springen en andere stunts. WAT KAN ER GEBEUREN Het risico dat u een ongeluk heeft, bijvoorbeeld kantelt, neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Haal nooit stunts uit, zoals op twee wielen rijden of springen. Probeer niet op te scheppen.
Pagina 24
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet inspecteren van het voertuig voor het rijden. Niet goed onderhouden van het voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor neemt het risico op ongevallen of beschadiging van de uitrusting toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Inspecteer uw voertuig voor elk gebruik, om te verzekeren dat het voertuig in goede staat verkeert.
Pagina 25
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met de handen los van het stuur of de voeten los van de voetsteunen. WAT KAN ER GEBEUREN Zelfs met één hand of voet los heeft u minder controle over het voertuig. U kunt het evenwicht verliezen en van het voertuig vallen. Als u een voet van de voetsteun haalt, kan uw voet of been de achterwielen raken, zodat u ver- wondingen oploopt of een ongeluk heeft.
Pagina 26
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet extra voorzichtig rijden op onbekend terrein. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt op verborgen rotsblokken, bulten of gaten stoten zonder voldoende tijd om te reageren. Uw voertuig kan kantelen of oncontroleerbaar worden. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd traag en wees extra voorzichtig wanneer u op onbekend terrein rijdt.
Pagina 27
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet extra voorzichtig rijden op zeer ruige, gladde of losse ondergrond. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan zijn grip verliezen en oncontroleerbaar worden. Dit kan lei- den tot een ongeluk, bijvoorbeeld kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit op te ruige, gladde of losse ondergrond, tot u de nodige vaardig- heid heeft verworven om uw voertuig onder controle te houden op dergelijk terrein.
Pagina 28
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd draaien. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan onbestuurbaar worden en een aanrijding veroorzaken of kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om te draaien, die u verder in deze Gebrui- kershandleiding vindt.
Pagina 29
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op zeer steile hellingen. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan sneller kantelen op zeer steile hellingen dan op vlakke on- dergrond of lichte hellingen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig of voor uw rijvaardigheid.
Pagina 30
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergop te rijden, die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
Pagina 31
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergaf rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergaf te rijden, die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
Pagina 32
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd dwars op een helling rijden of keren op een helling. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Probeer nooit te keren op een heuvel, tot u de omkeertechniek op vlak terrein onder de knie heeft, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 33
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden. Als u niet meer vooruit komt: Houd uw gewicht aan de bergop-zijde.
Pagina 34
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd over hindernissen rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of botsen. Het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer op hindernissen voordat u in een onbekend gebied gaat rijden. Probeer nooit over grote hindernissen, zoals grote rotsblokken of omgeval- len bomen, te rijden.
Pagina 35
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd slippen of schuiven. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle over uw voertuig verliezen. U kunt ook plots opnieuw grip krijgen, waardoor het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Oefen met lage snelheid op een vlak, effen terrein totdat u het slippende of schuivende voertuig veilig onder controle kunt houden.
Pagina 36
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met het voertuig door diep of snel stromend water rijden. WAT KAN ER GEBEUREN De banden kunnen gaan drijven, waardoor u uw grip en de controle verliest en een ongeval kunt veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat die- per is dan verder in deze Gebruikershandleiding is aangegeven.
Pagina 37
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met ongeschikte banden, met een verkeerde of ongelijkmatige ban- denspanning. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt met ongeschikte banden of een verkeerde of ongelijkma- tige bandenspanning, kunt u de controle over het voertuig verliezen, een klapband krijgen of kunnen de banden loskomen van de velgen.
Pagina 38
Alle onderdelen en accessoires die u aan dit voertuig toevoegt, moeten goedgekeurd zijn door BRP en worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen. Met al uw bijkomende vragen kunt u bij een erkende Can-Am dealer terecht.
Pagina 39
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Overbelasting van dit voertuig of verkeerd dragen of slepen van lasten. WAT KAN ER GEBEUREN Het rijgedrag van het voertuig kan veranderen, wat tot ongelukken kan lei- den. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit lasten mee op dit voertuig. Sleep geen lasten of andere voertuigen met dit voertuig.
Pagina 40
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Het transport van ontvlambare of gevaarlijke materialen kan tot ontploffin- gen leiden. WAT KAN ER GEBEUREN Dat kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vervoer nooit ontvlambare of gevaarlijke materialen. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei-...
Pagina 41
RIJDEN MET UW VOERTUIG Om ten volle te kunnen genieten van een aangename en boeiende rit met uw voertuig MOET u enkele basisregels en tips in acht nemen. Sommige regels zullen nieuw zijn voor u, en sommige zijn vanzelfsprekend en berusten op gezond verstand.
Pagina 42
RIJDEN MET UW VOERTUIG Ga er nooit van uit dat het voertuig overal veilig zal geraken. Door onverwachte terreinveranderingen, zoals putten, laagtes, glooiingen, zachtere of hardere “grond“ of andere onregelmatigheden kan het voertuig kantelen of onstabiel worden. Rijd traag en observeer altijd het terrein voor u om dit te voorkomen. Dreigt het voertuig toch te kantelen of om te kippen, dan kunt u beter onmiddellijk afstappen...
Pagina 43
RIJDEN MET UW VOERTUIG – Controleer de werking van de contactschakelaar, motorstartknop, motorstop- schakelaar en rijlichten. – Start de motor, zet de parkeerrem af, rijd langzaam een stukje vooruit en test alle remmen individueel uit. Verhelp eventueel vastgestelde problemen alvorens te vertrekken. Raad- pleeg indien nodig een erkende Can-Am dealer.
Pagina 44
RIJDEN MET UW VOERTUIG Transport van lasten Dit voertuig is specifiek ontwikkeld voor het vervoer van één bestuurder. Ondanks de lange zitting die de chauffeur onbeperkte bewegingsvrijheid biedt, is deze niet ontworpen noch bedoeld om passagiers mee te nemen. Monteer NOOIT een pas- sagierszitje en laat geen passagier(s) plaatsnemen op de bagagerekken.
Pagina 45
RIJDEN MET UW VOERTUIG Recreatief gebruik Respecteer de rechten en beperkingen van anderen. Begeef u niet in zones die zijn voorbehouden aan andere offroad-activiteiten. Daartoe behoren paden voor sneeuwscooters, ruiters, langlaufsporen, mountainbikeparcours enz. Ga er nooit van uit dat er toch geen andere gebruikers op het pad zijn. Houd altijd uiterst rechts op het pad en zigzag niet heen en weer.
Pagina 46
RIJDEN MET UW VOERTUIG Ontwerpbeperkingen Hoewel dit voertuig bijzonder robuust is voor zijn klasse blijft het per definitie een licht voertuig dat enkel mag worden gebruikt voor de zaken waarvoor het is bedoeld. Extra gewicht aan enig deel van dit voertuig verandert de stabiliteit en de presta- ties.
Pagina 47
RIJDEN MET UW VOERTUIG Dit kan ook gebeuren als de neus van het voertuig door een hindernis op de grond te ver omhoog komt. Kies in een dergelijke situatie een andere route. Houd daarbij rekening met de risico's van dwars op een helling rijden. Het is ook raadzaam, na te gaan hoe het terrein er aan de andere kant van de heu- vel of glooiing uitziet.
Pagina 48
RIJDEN MET UW VOERTUIG Om uw voertuig goed onder controle te houden, dient u uw beide handen aan het stuur te houden, waar u alle bedieningselementen binnen handbereik heeft. Dit geldt ook voor uw voeten. Om het gevaar voor verwonding van benen of voeten tot een minimum te beperken, moet u uw voeten altijd op de voetsteunen zetten.
Pagina 49
RIJDEN MET UW VOERTUIG Water kan groot gevaar inhouden. In te diep water kan het voertuig gaan drijven en kantelen. Controleer de diepte van het water en de stroming, alvorens het water over te steken. Het water mag niet hoger dan de voetsteunen komen. Let op voor gladde oppervlakken zoals keien, gras, boomstronken enz.
Pagina 50
RIJDEN MET UW VOERTUIG IJs maakt het voertuig ook moeilijker bestuurbaar. Vertraag en geef nooit bruusk gas. Anders gaan de banden spinnen en kan het voertuig kantelen. Vermijd bruusk remmen. Ook dit kan tot ongecontroleerd doorschuiven en kantelen van het voer- tuig leiden.
Pagina 51
RIJDEN MET UW VOERTUIG Begint u toch te slippen of schuiven, draai het stuur dan in de richting waarin u slipt tot u het voertuig opnieuw onder controle heeft. U mag nooit bruusk remmen en de wielen blokkeren. Respecteer en volg de signalisatie langs het pad. Ze is daar geplaatst om u en an- deren te helpen.
Pagina 52
RIJDEN MET UW VOERTUIG Bergop Verplaats uw lichaamsgewicht naar voor, naar de top van de heuvel toe. Houd uw voeten op de voetsteunen en schakel naar een lagere versnelling, geef dan gas en schakel indien nodig snel terwijl u klimt. Rijd niet te snel. Anders kan de neus van het voertuig van de grond komen en kan het voertuig op u vallen.
Pagina 53
RIJDEN MET UW VOERTUIG Bergaf Verplaats uw lichaamsgewicht naar achter. Rem geleidelijk om niet te slippen. “Rol“ niet naar beneden enkel met behulp van motorcompressie of in vrijloop. Dwars op een helling rijden Dit is één van de gevaarlijkste manieren van rijden, omdat het evenwicht van het voertuig drastisch verandert.
Pagina 54
RIJDEN MET UW VOERTUIG Routine-onderhoud Na afloop van uw rit is het raadzaam, aangekoekte sneeuw, ijs, modder en vuil te verwijderen. Zo gaat uw voertuig niet alleen langer mee en behoudt het langer zijn verkoopwaarde, maar u schakelt ook mogelijke risico's voor uw volgende rit met het voertuig uit.
Pagina 55
LOSHANGEND ETIKET Dit voertuig is bij zijn levering voorzien van een etiket met belangrijke veiligheidsin- formatie. vmo2009-004-001_en NORMAAL vmo2006-005-009_en ___________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 56
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT De volgende labels bevinden zich op uw voertuig en moeten als vaste onderdelen van het voertuig worden beschouwd. Als ze ontbreken of beschadigd zijn, kunnen ze kosteloos worden vervangen. Raadpleeg een erkende Can-Am dealer. OPMERKING: De volgende illustraties in deze Gebruikershandleiding geven enkel een algemene voorstelling.
Pagina 57
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT vmo2009-004-002_en ETIKET 3: DS 70 vmo2009-003-004_en ETIKET 1 vmo2009-004-003_en DS 90/DS 90 X ETIKET 2 ___________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 58
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT WAARSCHUWING Een verkeerde bandenspanning of overbelading kan tot controleverlies leiden. Controleverlies kan tot ERNSTIGE of DODELIJKE VERWONDINGEN leiden. BANDENSPANNING Te regelen met koude banden: DSXX / DSXX Aanbevolen: VOORAAN: XX.X ACHTERAAN: XX.X Minimaal: XX.X VOORAAN: ACHTERAAN: XX.X Regel de bandenspanning nooit lager dan het...
Pagina 59
VOERTUIG- INFORMATIE _____________________...
Pagina 60
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING vmo2009-004-004_a NORMAAL Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen. ______________________...
Pagina 61
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2008-008-064_b NORMAAL OPMERKING: In dit deel worden de basisfuncties van de diverse bedie- ningselementen van uw voertuig toe- gelicht. Meer details over het gebruik van individuele bedieningselementen in combinatie met andere vindt u in de BEDIENINGSINSTRUCTIES verder in dit deel. 1) Gashendel Wanneer hij wordt ingedrukt verhoogt het motortoerental tot het juiste niveau...
Pagina 62
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING BRP raadt aan alle beginners in de leer- WAARSCHUWING fase te laten starten met ingedraaide Controleer de werking van de gas- snelheidsbegrenzerschroef. hendel voordat u de motor start. Volwassenen kunnen de snelheidsbe- Werkt de gashendel niet goed, grenzerschroef geleidelijk uitdraaien spoor dan de oorzaak op.
Pagina 63
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 3) Voorremhendel Druk deze hendel in om te remmen. Wanneer hij wordt losgelaten moet de hendel automatisch terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand. Het remef- fect is afhankelijk van de kracht die op de hendel wordt uitgeoefend en van het type en de toestand van het ter- rein.
Pagina 64
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 6) Schakelhendel DS 70/DS 90 Een hendel met 3 standen. LET OP Stop het voertuig altijd helemaal en druk op de remmen, voordat u de schakelhendel verzet. vmo2008-008-008_b NORMALE — ACHTERREMHENDEL Stap 1: Houd de remhendel ingedrukt Stap 2: Verzet het remhendelslot Alleen DS 90 X vmo2008-008-018_a SCHAKELPATROON...
Pagina 65
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING N: Vrijloop In deze stand wordt de transmissie ontgrendeld zodat het voertuig manu- eel kan worden bewogen of gesleept. R: Omkeren In deze stand kan het voertuig achteruit rijden. 7) Multifunctionele schakelaar Op deze multifunctionele schakelaar vmo2009-004-005_b zijn de volgende bedieningselementen 1.
Pagina 66
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 8) Verklikkerlichtjes Chokehendel Deze regelbare hendel vergemakke- lijkt het koudstarten. De stand UIT (OFF) dient voor normaal gebruik met een warme motor. vmo2008-008-019_a NORMAAL 1. Vrijloop (N) 2. Achteruit (R) 3. Contactschakelaar Verklikkerlichtje vrijloop (GROEN) vmo2009-004-005_d Als dit lichtje brandt staat de STAND UIT (OFF) overbrenging in vrijloop.
Pagina 67
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 9) Contactschakelaar Sleutelschakelaar met 2 standen: UIT (OFF) en AAN (ON). vmo2008-008-014_a LINKERKANT VAN VOERTUIG 1. Zet de wijzer in de gewenste stand LET OP Een verkeerde opening van de brandstofklep belemmert de vmo2008-008-012_a brandstoftoevoer. Zorg ervoor dat CONTACTSCHAKELAAR de klep volledig is geopend wanneer 1.
Pagina 68
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Tank zo snel mogelijk wanneer u op de reservebrandstof rijdt. Zet de klep na het tanken altijd terug op AAN (ON). 11) Vergrendelknop zitting Deze zit onder het achterspatbord, ter hoogte van de achterbumper. Hier- mee kunt u de zitting verwijderen om het motorcompartiment te openen.
Pagina 69
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 12) Gereedschapstas De gereedschapsset zit onder de zit- ting in het motorcompartiment en be- vat gereedschap voor het basisonder- houd. vmo2008-008-023_a WAARSCHUWING Zet de schakelhendel bij draaiende vmo2008-008-020_a motor altijd in de VRIJLOOP-stand en activeer de parkeerrem, alvo- 1. Gereedschapstas rens het deksel te openen.
Pagina 70
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2009-005-005_a vmo2009-005-006 WAARSCHUWING Bestuur het voertuig steeds met de bindsnoerring vast aan uw kleding of polsband. ______________________...
Pagina 71
BRANDSTOF Aanbevolen brandstof Gebruik loodvrije benzine van de pomp of geoxygeneerde brandstof met maxi- maal 10 % ethanol of methanol of bei- de. De gebruikte benzine met het vol- gende aanbevolen minimale octaange- tal hebben. OCTAANGETAL In Noord-Amerika (87 (R + M)/2) vmo2008-008-013_b Buiten Noord-Amerika 92 RON...
Pagina 72
BRANDSTOF WAARSCHUWING Stop de motor altijd voor u tankt. Draai de dop langzaam open. Als u een drukverschil vaststelt (flui- tend geluid terwijl u de dop los- draait), laat uw voertuig dan na- kijken en/of repareren voordat u er opnieuw mee rijdt. Brandstof is in bepaalde omstandigheden ontvlambaar en explosief.
Pagina 73
GEBRUIKSAANWIJZING Gebruik tijdens de De motor starten inrijperiode WAARSCHUWING Motor Voer altijd de controle voor gebruik uit volgens de beschrijving in de Het voertuig moet een inrijperiode van VEILIGHEIDSINFORMATIE alvo- 10 bedrijfsuren doorlopen, alvorens u rens het voertuig te gebruiken. langdurig volgas mag geven.
Pagina 74
GEBRUIKSAANWIJZING vmo2009-004-005_b vmo2009-004-005_c 1. Motorstopschakelaar 1. Motorstartknop 2. Stand UIT (OFF) 3. Stand AAN (ON) LET OP Houd de startknop niet langer dan 10 seconden ingedrukt. Alleen DS 90 X Laat een rustperiode tussen twee Plaats bindsnoerklem startpogingen zodat de starter kan bindsnoeruitschakelaar.
Pagina 75
GEBRUIKSAANWIJZING Verzet de chokehendel na enkele se- Om de motor te starten drukt u het pe- conden, tot u een optimaal motortoe- daal voorzichtig naar beneden tot u een rental verkrijgt. koppeling voelt; vervolgens trapt u het in een snelle beweging omlaag. OPMERKING: Door overdreven ge- bruik van de choke kan de motor ver- drinken en wordt het starten bemoei-...
Pagina 76
GEBRUIKSAANWIJZING Onderhoud na gebruik Reinig deze voertuigen nooit met een hogedrukreiniger. GEBRUIK ENKEL LAGE DRUK (zoals een tuinslang). Hoge druk kan elektrische en mecha- nische schade aanrichten. Als u uw voertuig in een zoutwater-om- geving heeft gebruikt, moet u het af- spoelen met zoetwater om het voer- tuig en al zijn onderdelen in goede staat te houden.
Pagina 77
UW RIT AANPASSEN Ophanging afstellen WAARSCHUWING De afstelling van de ophanging kan de bestuurbaarheid van het voertuig beïnvloeden. Neem steeds de tijd om vertrouwd te raken met het rijgedrag van het voertuig nadat de ophanging is af- gesteld. WAARSCHUWING vmo2008-008-029_a De linker- en rechterregelnokken DS 70/DS 90 —VOOROPHANGING 1.
Pagina 78
UW RIT AANPASSEN vmo2008-008-030_a DS 70/DS 90 — ACHTEROPHANGING 1. Achterveer 2. Draai aan de regelnok vmo2008-020-011_a DS 90 X — ACHTEROPHANGING 1. Achterveer 2. Draai de borgring los 3. Draai aan de regelring ______________________...
Pagina 79
TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen. Bevestig het te transporteren voertuig met geschikte bevestigingsmiddelen aan de aanhangwagen.
Pagina 80
TRANSPORT VAN HET VOERTUIG vmo2008-008-026_a ALLE MODELLEN — BEVESTIGINGSPLAATS ACHTERAAN LET OP Door het aan andere onderdelen te bevestigen kan het voertuig schade oplopen. WAARSCHUWING Sleep dit voertuig nooit achter een wagen of een ander voertuig. Ge- bruik een aanhangwagen. ______________________...
Pagina 81
ONDERHOUDS- INFORMATIE _____________________...
Pagina 82
ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functionerende toe- stand te houden. De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onder- houd. Voer de periodieke controles uit en volg het onderhoudsprogramma. WAARSCHUWING Als het voertuig niet behoorlijk volgens het onderhoudsprogramma en de onderhoudsprocedures wordt onderhouden kan dat rijden op het voertuig onveilig maken.
Pagina 83
ONDERHOUDSSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 UUR OF 30 DAGEN (Uit te voeren door een erkende Can-Am dealer. Het eerste onderhoud is zeer belangrijk en mag niet worden overgeslagen.) A: AFREGELEN C: REINIGEN WEKELIJKS I: INSPECTEREN L: SMEREN MAANDELIJKS R: VERVANGEN EENMAAL PER JAAR OF IEDERE 100 UUR UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK...
Pagina 84
ONDERHOUDSSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 UUR OF 30 DAGEN (Uit te voeren door een erkende Can-Am dealer. Het eerste onderhoud is zeer belangrijk en mag niet worden overgeslagen.) A: AFREGELEN C: REINIGEN WEKELIJKS I: INSPECTEREN L: SMEREN MAANDELIJKS R: VERVANGEN EENMAAL PER JAAR OF IEDERE 100 UUR UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK...
Pagina 85
ONDERHOUDSSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 UUR OF 30 DAGEN (Uit te voeren door een erkende Can-Am dealer. Het eerste onderhoud is zeer belangrijk en mag niet worden overgeslagen.) A: AFREGELEN C: REINIGEN WEKELIJKS I: INSPECTEREN L: SMEREN MAANDELIJKS R: VERVANGEN EENMAAL PER JAAR OF IEDERE 100 UUR UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK...
Pagina 86
10-UURS INSPECTIE OPMERKING: De 10-uurs inspectie gebeurt op kosten van de voertuigeigenaar. We raden u aan uw voertuig na de eerste 10 bedrijfsuren of 30 dagen gebruik, af- hankelijk van wat eerst komt, te laten inspecteren door een erkende Can-Am dea- ler.
Pagina 87
ONDERHOUDSPROCEDURES 2. Plaats de peilstok terug (schroef WAARSCHUWING hem niet vast). De volgende procedures mogen 3. Verwijder de peilstok en lees het alleen door volwassenen worden oliepeil af. Het peil moet dichtbij of uitgevoerd. op het bovenste merkteken zitten. Motorolie Motoroliepeil LET OP Controleer het peil re- gelmatig en vul bij indien nodig.
Pagina 88
ONDERHOUDSPROCEDURES Olieviscositeitstabel SAE 5W40 (XP-S 5W40 synthetische olie) SAE 0W30 SAE 5W30 (XP-S 5W30 Minerale olie) SAE 10W30 SAE 10W40 (XP-S 10W40 minerale olie) vmo2008-008-021_a SAE 15W40 TYPISCH — RECHTERKANT VAN DE MOTOR 1. Peilstok SAE 20W50 Maak de plaats rond de olieaftapplug Temperatuurbereik schoon.
Pagina 89
ONDERHOUDSPROCEDURES Monteer de oliezeef, veer en O-ring op- nieuw. Aandraaien tot 42 N•m (31 lbf•ft). Controleer de toestand van de afdich- tingsring van de aftapplug en vervang hem indien nodig. Reinig het contactoppervlak van de afdichtingsring op de motor en aftap- plug, breng de plug terug aan en draai ze aan tot 22 N•m (16 lbf•ft).
Pagina 90
ONDERHOUDSPROCEDURES Verwijderen Installatie Voor de montage gaat u omgekeerd te werk als bij de verwijdering. mmo2008-008-053_a VERWIJDER HET DEKSEL VAN DE LUCHTFILTERBOX 1. Schroeven mmo2008-008-055_a FILTERPOSITIE 1. Zijde deksel 2. Zijde behuizing Luchtfilterhuis Luchtfilterhuis aftappen Controleer regelmatig of er vloeistof- fen, water of verontreinigingen in de afvoerleiding van het luchtfilterhuis zit- ten.
Pagina 91
ONDERHOUDSPROCEDURES OPMERKING: Als het voertuig in een Luchtinjectieklep stoffige omgeving wordt gebruikt, moet u deze inspectie vaker uitvoe- Reiniging luchtinjectieklep ren dan het ONDERHOUDSSCHEMA De luchtinjectieklep bevindt zich aan aangeeft. de linkerkant van het voertuig onder Treft u vloeistof/verontreinigingen aan, het voorspatbord.
Pagina 92
ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-020-013_a vmo2007-008-004_a DS 90 X NORMAAL 1. Voorpagina 1. Luchtinjectieklep 2. Verwijder de schroeven 2. Screen (scherm) 3. Luchtfilter Verwijder de vonkafleider uit de knal- Reinig de luchtfilter en de binnenkant pot. van de luchtinjectieklep met perslucht. OPMERKING: Als de luchtfilter nog vuil is, vervangt u deze door een nieuwe.
Pagina 93
ONDERHOUDSPROCEDURES Aftapplug CVT-deksel Wanneer u vermoedt dat er water is binnengedrongen in het CVT-deksel, moet u de aftapplug openen en de CVT-behuizing laten leeglopen. vmo2008-008-058_a 1. Verwijder de schroeven 2. Maak de klem los mmo2008-008-060_a LINKERKANT VAN VOERTUIG 1. Afvoerleiding 2.
Pagina 94
ONDERHOUDSPROCEDURES Raadpleeg een erkende Can-Am dea- ler als de gewenste afregeling niet wordt bereikt. Inspecteer de gaskabel op overmatige slijtage, geknikte of gerafelde delen. Controleer of de kabel vlot beweegt. Vervang de gaskabel als u tekenen van slijtage, rafeling of andere beschadigin- gen vaststelt.
Pagina 95
ONDERHOUDSPROCEDURES Om de kabel af te regelen, schuift u de Afregeling snelheidsbegrenzer rubberen beschermer achteruit zodat Dit voertuig is uitgerust met een instel- de gaskabel-afstelschroef zichtbaar bare snelheidsbegrenzer. wordt. Met het juiste gereedschap kunt u het motortoerental verhogen of verlagen door de stand van de snelheidsbegren- zerschroef aan te passen.
Pagina 96
ONDERHOUDSPROCEDURES Verwijderen vmo2008-020-004_c 1. Snelheidsbegrenzerschroef 2. Borgmoer A. 20 mm (0,8 in) vmo2008-008-034_a WAARSCHUWING KOPPEL DE BOUGIEKABEL LOS 1. Bougiekabel Een verkeerde afregeling van de snelheidsbegrenzerschroef kan de gaskabel beschadigen en de wer- king van de gashendel belemme- ren. Als u de aanbevelingen voor de afregeling niet volgt, kan dit lei- den tot een ongeluk met ernstige of dodelijke verwondingen tot ge-...
Pagina 97
ONDERHOUDSPROCEDURES Installatie Controleer voor de installatie of het contactoppervlak van de cilinderkop en bougie niet vuil is. Stel de bougiespleet met behulp van een voelermaat in op 0,7 tot 0,8 mm (0,027 tot 0,031 in). Breng smeermiddel tegen het vastvre- ten aan op de bougieschroefdraad en installeer de bougie opnieuw.
Pagina 98
ONDERHOUDSPROCEDURES LET OP Gebruik geen zekering met een hogere capaciteit, om ern- stige schade te vermijden. De zekeringhouder bevindt zich aan de RODE (+) accukabel. vmo2008-008-038_a VERWIJDER DE RUBBEREN BESCHERMER 1. Rubberbescherming vmo2008-008-017_a 1. Zekeringhouder Lichten Lampen rijlichten vervangen DS 70/DS 90 vmo2008-008-039_a WAARSCHUWING DRAAI DE LAMP ONDER DRUK IN...
Pagina 99
ONDERHOUDSPROCEDURES Afregeling aandrijfketting OPMERKING: Regel de aandrijfket- ting nooit af terwijl de bestuurder op het voertuig zit. Verwijder alle lasten van het voertuig. Plaats het voertuig op een vlak opper- vlak en schakel in VRIJLOOP. Controleer de toestand van de aandrijf- ketting.
Pagina 100
ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-008-048_a vmo2008-008-047_a 1. Aandrijfkettingrol NORMAAL 1. Kettingregelaar Inspectie kettingwiel en rondsel 2. Borgmoer kettingregelaar Controleer de kettingwielas en het 3. Kettingregelmoer rondsel op vervorming. Vervang ze in- De aandrijfketting moet 44 tot 57 mm dien nodig. (1-3/4 tot 2-1/4 in) opwaartse en neer- waartse speling hebben.
Pagina 101
ONDERHOUDSPROCEDURES Wielen en banden Toestand van de banden/wielen Af en toe moet u de wielbouten ver- Bandenspanning wijderen en wat smeervet tegen het vastvreten aanbrengen, om de latere WAARSCHUWING verwijdering te vergemakkelijken. Dit is vooral belangrijk wanneer het voer- De bandenspanning heeft een gro- tuig in een zoutwateromgeving of in te invloed op de besturing en stabi- modder wordt gebruikt.
Pagina 102
ONDERHOUDSPROCEDURES Toestand wiellagers Duw en trek aan de bovenrand van de wielen om de speling te voelen. Raad- pleeg een erkende Can-Am dealer als u enige speling vaststelt. vmo2008-008-037_a NORMAAL 1. Smeerfitting Remmen Inspectie van de remmen (mechanisch) DS 70/DS 90 WAARSCHUWING Doe voor alle reparaties aan het remsysteem een beroep op een er-...
Pagina 103
ONDERHOUDSPROCEDURES Druk de remhendel in. WAARSCHUWING Pas de kabellink aan zodat deze paral- Gebruik altijd een smeermiddel lel staat op de kabelsteun. Draai de op siliconenbasis. Als u een an- schroeven voor aanpassing op de ka- der smeermiddel gebruikt (bijv. bel (niet op de hendel) aan zoals nodig.
Pagina 104
ONDERHOUDSPROCEDURES Remvloeistofpeil Controleer het vloeistofpeil in de reser- voirs terwijl het voertuig op een vlak oppervlak staat. Dit moet overal boven het MIN. merkteken liggen. Vul zoveel vloeistof bij als nodig. Nooit teveel bijvullen. vmo2008-008-050_a NORMALE SPELING Reinig de vuldop voordat u deze verwij- A.
Pagina 105
ONDERHOUDSPROCEDURES Draai het stuur recht vooruit zodat de – Remschijven op overmatige slijtage reservoirs waterpas staan. en toestand van het schijfoppervlak – Remblokken op slijtage, beschadi- Controleer het vloeistofniveau. Het re- gingen en loszitten. servoir is vol wanneer de vloeistof tot de bovenrand van het venster reikt.
Pagina 106
BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN WAARSCHUWING Laat een erkende Can-Am dea- ler nakijken of het brandstofsys- teem intact is volgens het ONDER- HOUDSSCHEMA. Als u het voertuig langer dan vier maan- den niet gebruikt, is een correcte op- slag noodzakelijk. Uw erkende Can-Am dealer kan u hier meer over vertellen.
Pagina 107
TECHNISCHE INFORMATIE _____________________...
Pagina 108
Elke erkende Can-Am dealer heeft deze nummers nodig om reparaties onder garantie uit te voeren. Er wordt geen garan- tie geboden door BRP als het moto- ridentificatienummer (E.I.N.) of het voertuigidentificatienummer (V.I.N.) werd verwijderd of onleesbaar werd gemaakt.
Pagina 109
VOORSCHRIFTEN INZAKE DE BEPERKING VAN GELUIDSEMISSIE Enkel VSA en Canada Het is verboden ontoelaatbare wijzi- gingen aan het geluidsreductiesys- teem aan te brengen! De Amerikaanse federale wetgeving en de Canadese provinciewetten kun- nen de volgende handelingen of de aanzet hiertoe verbieden: 1.
Pagina 110
SPECIFICATIES MODEL DS 70 DS 90/DS 90 X MOTOR Type 4-takt, geforceerde luchtkoeling Aantal cilinders Eén horizontale cilinder 69,36 cc 89,53 cc Cilinderinhoud (4,23 cu. in) (5,46 cu. in) Starten Elektrische start/kickstart SAE 10W40 API classificatie SM, SL of SJ, Type XP-S 5W40 synthetische olie wordt aanbevolen...
Pagina 111
SPECIFICATIES MODEL DS 70 DS 90/DS 90 X ELEKTRISCH SYSTEEM Ontstekingstype CDI (Capacitor Discharge Ignition) Merk Type CR7HSA Ontstekingsbougie Tussen- 0,6 tot 0,7 mm (0,024 tot 0,027 in) ruimte Aantal bougies Type Onderhoudsvrij Accu Volt 12 volt, 4 A•h Elektrische start/kickstart Startsysteem Lamp rijlichten 2 x 5 W...
Pagina 112
SPECIFICATIES MODEL DS 70 DS 90/DS 90 X WIELEN 8 x 5,5 Vooraan DS 90 X: 10 x 5,5 Afmeting 8 x 7 Achteraan DS 90 X: 8,5 x 8 Vooraan 40 N•m (30 lbf•ft) Wielmoeren aandraaimoment Achteraan 40 N•m (30 lbf•ft) REMMEN Mechanisch, trommel Vooraan...
Pagina 113
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN _____________________...
Pagina 114
TECHNISCHE RICHTLIJNEN MOTOR DRAAIT NIET 1. Contactschakelaar staat op UIT (OFF). – Zet de schakelaar op AAN (ON). 2. Zekering doorgebrand. – Controleer de hoofdzekering. 3. Accu te zwak of verbindingen los. – Controleer de toestand van de verbindingen en aansluitklemmen. –...
Pagina 115
TECHNISCHE RICHTLIJNEN MOTOR WENTELT MAAR START NIET (vervolg) 5. Bougie/ontsteking (geen vonk). – Verwijder de bougie en verbind het bougiekapje opnieuw. – Controleer of de contactschakelaar en/of de motorstopschakelaar op AAN (ON) staan. – Start de motor met de bougie geaard aan de motor, weg van het bougiegat. Vervang de bougie als u geen vonk ziet.
Pagina 116
TECHNISCHE RICHTLIJNEN MOTORTERUGSLAG (vervolg) 2. Motor loopt te heet. – Zie MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN. 3. Ontstekingstiming is verkeerd of het ontstekingssysteem is defect. – Doe een beroep op een erkende Can-Am dealer. 4. Carburator verkeerd ingesteld. – Doe een beroep op een erkende Can-Am dealer. MOTOR WEIGERT 1.
Pagina 118
Alle originele Can-Am ATV-onderdelen en -accessoires die worden geïnstalleerd door een erkende BRP dealer op het ogenblik van de levering van de Can-Am ATV bouwjaar 2009, genieten dezelfde garantie als die voor de Can-Am ATV. Deze beperkte garantie is ongeldig en vervalt indien: (i) de ATV ooit werd gebruikt om te racen of voor enige andere vorm van competitie, zelfs indien dit bij een vori- ge eigenaar was;...
Pagina 119
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende BRP dealer met service-au- torisatie is;...
Pagina 120
– Zoals beschreven in de Gebruikershandleiding, moet het vereiste routine-on- derhoud tijdig worden uitgevoerd, om aanspraak te kunnen maken op garantie. BRP behoudt zich het recht voor om de dekking onder de garantie te laten afhangen van het voorleggen van bewijsmateriaal van goed onderhoud.
Pagina 121
BRP. 7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich, naar eigen inzicht, tot de reparatie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en ser-...
Pagina 122
-ban- † † den. Deze banden vallen onder de afzonderlijke garantie van de bandenfabrikant. Neem contact op met de fabrikant of informeer bij uw BRP dealer naar de garan- tiebepalingen en bijstand. Carlisle Tire & Wheel Company 23, Windham Boulevard...
Pagina 123
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garan- tie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Pagina 124
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de ga- rantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 125
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am-distributeur/dealer met service-autorisatie is;...
Pagina 126
– Zoals beschreven in de Gebruikershandleiding, moet het vereiste routine-on- derhoud tijdig worden uitgevoerd, om aanspraak te kunnen maken op garantie. BRP behoudt zich het recht voor om de dekking onder de garantie te laten afhangen van het voorleggen van bewijsmateriaal van goed onderhoud.
Pagina 127
1. In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Pagina 128
Sherbrooke, Québec J1L 1W3 Tel.: 819 566-3366 De gegevens van uw distributeur zijn terug te vinden op www.brp.com. * Voor het gebied waarop deze beperkte garantie van toepassing is worden de producten verdeeld door Bombardier Recreational Products Inc. of zijn dochtermaatschappijen.
Pagina 129
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de ga- rantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 130
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende distributeur/dealer met ser- vice-autorisatie is;...
Pagina 131
– Zoals beschreven in de Gebruikershandleiding, moet het vereiste routine-on- derhoud tijdig worden uitgevoerd, om aanspraak te kunnen maken op garantie. BRP behoudt zich het recht voor om de dekking onder de garantie te laten afhangen van het voorleggen van bewijsmateriaal van goed onderhoud.
Pagina 132
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garan- tie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende distributeur/dealer.
Pagina 133
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE: 2009 CAN-AM Wordt er ook hier geen overeenkomst bereikt, dan kunt u contact opnemen met BRP op het onderstaande adres. Voor landen in Europa, het Midden-Oosten, Afrika, Rusland & GOS, dient u contact op te nemen met ons Europese kantoor: BRP EUROPE N.V.
Pagina 134
BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC. Warranty Department 75, J.-A. Bombardier Street Sherbrooke, Québec J1L 1W3 Faxnummer: 819 566-3590 In de VS BRP US INC. Warranty Department 7575 Bombardier Court Wausau WI 54401 Tel.: 715 848-4957 Andere landen van de wereld BRP EUROPEAN DISTRIBUTION...
Pagina 135
Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelo- pen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er ATV's zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen. BRP op de hoogte brengen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar.
Pagina 136
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR _____________________...
Pagina 137
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR _____________________...
Pagina 138
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR _____________________...
Pagina 139
In te vullen door de dealer op het ogenblik van de verkoop. STEMPEL DEALER Informeer bij de dealer waar u uw voertuig kocht of uw voertuig werd gere- gistreerd bij BRP. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen.