Samenvatting van Inhoud voor BRP Can-Am DS 70 2008
Pagina 1
Gebruikershandleiding Veiligheids-, Voertuig- en Onderhoudsinformatie Lees deze handleiding aandachtig. Ze bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Aanbevolen minimumleeftijd bestuurder: Kinderen jonger dan 12 jaar mogen nooit een voertuig besturen met een motor van 70 cc of meer. Verwijder deze Gebruikershandleiding niet uit het voertuig.
Pagina 3
(jongerenmodel). U geniet de BRP-ga- zijn correct op het ogenblik van de pu- rantie en kunt steeds een beroep doen blicatie. BRP voert echter een beleid op een netwerk van erkende Can-Am van continue verbetering van zijn pro- dealers voor onderdelen, service of ducten, zonder dat dit enige verbin- gewenste accessoires.
INHOUDSOPGAVE Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. OPMERKING ............... . . 7 Bericht voor de ouders .
OPMERKING Deze Gebruikershandleiding is be- Bericht voor de ouders doeld om de eigenaar/gebruiker van Neem deze Gebruikershandleiding een nieuw voertuig vertrouwd te ma- door met iedere gebruiker van het ken met de diverse bedieningsele- voertuig. menten, het onderhoud en het veilige Neem rustig de tijd om alle instruc- gebruik van zijn voertuig.
Pagina 10
— BRP beveelt alle ATV-bestuurders een opleiding volgen. Voor informatie over...
INLEIDING Uw dealer heeft u normaal al wat Op zand rijden is totaal verschillend basisinformatie gegeven over de spe- van rijden door de sneeuw, in een bos cifieke bedieningselementen en ken- of moerasgebied. Elke locatie houdt merken van uw nieuwe jongerenvoer- specifieke moeilijkheden in en vereist tuig.
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN Laat nooit een kind jonger dan 16 DIT VOERTUIG IS GEEN SPEEL- rijden met een ATV van categorie GOED EN HET GEBRUIK ERVAN “Y” (jongerenmodel) zonder toe- HOUDT GEVAREN IN. zicht van een volwassene, en laat Dit voertuig besturen is heel anders een kind niet meer met de ATV rij- dan rijden met andere voertuigen, zo- den als blijkt dat het niet in staat is...
Pagina 15
Rijd altijd traag en wees extra voor- Volg altijd de juiste procedures om zichtig wanneer u op onbekend ter- dwars over een heuvel te rijden, die rein rijdt. Wees altijd alert voor ver- u verder in deze Gebruikershand- anderingen in het terrein wanneer u leiding vindt.
Pagina 16
Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat dieper is dan de specificaties in de- ze Gebruikershandleiding. Vergeet niet dat natte remmen een sterk verminderd remvermogen hebben. Test uw remmen zodra u weer op het droge bent. Rem eventueel enkele malen zodat de remblokken door de wrijving drogen.
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. De volgende waarschuwingen en de vorm waarin ze verschijnen zijn opgelegd door de Amerikaanse United States Consumer Product Safety Commission en moeten worden opgenomen in de Gebruikershandleiding van alle ATV’s.
Pagina 18
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer kinderen met een ATV rijden die niet wordt aanbevolen voor hun leeftijd, lopen ze risico op ernstige verwondingen, soms met dodelijke af- loop. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit voertuig te rijden.
Pagina 19
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Een passagier meenemen met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor wordt uw voertuig moeilijker bestuurbaar en raakt het sneller uit evenwicht. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagier gewond raken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit een passagier mee.
Pagina 20
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig op verharde oppervlakken. WAT KAN ER GEBEUREN De banden zijn ontworpen voor offroad-gebruik en niet geschikt om op verharde wegen te rijden. Op een verharde weg verandert het rijgedrag van dit voertuig aanzienlijk, waardoor u de controle kunt verliezen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig op verharde oppervlakken, bijv.
Pagina 21
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met dit voertuig op de openbare weg rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt botsen met een ander voertuig. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig op de openbare weg, zelfs als het een aardeweg of kiezelpad betreft.
Pagina 22
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder een goedgekeurde helm, oogbescherming en beschermende kleding te dragen. WAT KAN ER GEBEUREN De volgende punten gelden voor alle ATV-bestuurders: — Wanneer u rijdt zonder goedgekeurde helm, neemt het risico op een ernstig of zelfs dodelijk hoofdletsel bij een ongeval aanzienlijk toe.
Pagina 23
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig onder invloed van alcohol of drugs. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan uw beoordelingsvermogen ernstig aantasten. Uw reactiesnelheid kan afnemen. Uw evenwicht en perceptie kunnen eronder lijden. U kunt een ernstig of dodelijk ongeluk krijgen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Gebruik nooit alcohol of drugs voor of tijdens het rijden met dit voertuig.
Pagina 24
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Te snel rijden met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN De kans dat u de controle over uw voertuig verliest en een ongeluk heeft neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijomstan- digheden en uw ervaring.
Pagina 25
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op twee wielen, springen en andere stunts. WAT KAN ER GEBEUREN Het risico dat u een ongeluk heeft, bijvoorbeeld kantelt, neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Haal nooit stunts uit, zoals op twee wielen rijden of springen. Probeer niet op te scheppen.
Pagina 26
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet inspecteren van het voertuig voor het rijden. Niet goed onderhouden van het voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor neemt het risico op ongevallen of beschadiging van de uitrusting toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Inspecteer uw voertuig voor elk gebruik, om te verzekeren dat het in goede staat verkeert.
Pagina 27
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met de handen los van het stuur of de voeten los van de voetsteu- nen. WAT KAN ER GEBEUREN Zelfs met één hand of voet los heeft u minder controle over het voertuig. U kunt het evenwicht verliezen en van het voertuig vallen. Als u een voet van de voetsteun haalt, kan uw voet of been de achterwielen raken, zodat u verwondingen oploopt of een ongeluk heeft.
Pagina 28
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet extra voorzichtig rijden op onbekend terrein. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt op verborgen rotsblokken, bulten of gaten stoten zonder voldoende tijd om te reageren. Uw voertuig kan kantelen of oncontroleerbaar worden. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd traag en wees extra voorzichtig wanneer u op onbekend terrein rijdt.
Pagina 29
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet extra voorzichtig rijden op zeer ruige, gladde of losse ondergrond. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan zijn grip verliezen en oncontroleerbaar worden. Dit kan leiden tot een ongeluk, bijvoorbeeld kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit op te ruige, gladde of losse ondergrond, tot u de nodige vaar- digheid heeft verworven om uw voertuig onder controle te houden op der- gelijk terrein.
Pagina 30
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd draaien. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan onbestuurbaar worden en een aanrijding veroorzaken of kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om te draaien, die u verder in deze Gebrui- kershandleiding vindt.
Pagina 31
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op zeer steile hellingen. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan sneller kantelen op zeer steile hellingen dan op vlakke ondergrond of lichte hellingen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voer- tuig of voor uw rijvaardigheid.
Pagina 32
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergop te rijden, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 33
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergaf rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergaf te rijden, die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
Pagina 34
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd dwars op een helling rijden of keren op een helling. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Probeer nooit te keren op een heuvel, tot u de omkeertechniek op vlak ter- rein onder de knie heeft, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 35
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden. Als u niet meer vooruit komt: Houd uw gewicht aan de bergop-zijde.
Pagina 36
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd over hindernissen rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of botsen. Het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer op hindernissen voordat u in een onbekend gebied gaat rijden. Probeer nooit over grote hindernissen, zoals grote rotsblokken of omge- vallen bomen, te rijden.
Pagina 37
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd slippen of schuiven. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle over uw voertuig verliezen. U kunt ook plots opnieuw grip krijgen, waardoor het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Oefen met lage snelheid op een vlak, effen terrein totdat u het slippende of schuivende voertuig veilig onder controle kunt houden.
Pagina 38
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met het voertuig door diep of snel stromend water rijden. WAT KAN ER GEBEUREN De banden kunnen gaan drijven, waardoor u uw grip en de controle verliest en een ongeval kunt veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat dieper is dan de specificaties verder in deze Gebruikershandleiding.
Pagina 39
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met ongeschikte banden, met een verkeerde of ongelijkmatige ban- denspanning. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt met ongeschikte banden of een verkeerde of ongelijkma- tige bandenspanning, kunt u de controle over het voertuig verliezen, een klapband krijgen of kunnen de banden loskomen van de velgen.
Pagina 40
Alle onderdelen en ac- cessoires die u aan dit voertuig toevoegt, moeten goedgekeurd zijn door BRP en worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen. Met al uw bijkomende vragen kunt u bij een erkend Can-Am dealer terecht.
Pagina 41
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Overbelasting van dit voertuig of verkeerd dragen of slepen van lasten. WAT KAN ER GEBEUREN Het rijgedrag van het voertuig kan veranderen, wat tot ongelukken kan lei- den. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit lasten mee op dit voertuig. Sleep geen lasten of andere voertuigen met dit voertuig.
Pagina 42
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Het transport van ontvlambare of gevaarlijke materialen kan tot ontploffin- gen leiden. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan ernstige of zelfs dodelijke verwondingen tot gevolg hebben. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vervoer nooit ontvlambare of gevaarlijke materialen. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan...
RIJDEN MET UW VOERTUIG Om ten volle te kunnen genieten van Personen met een verstandelijke of li- een aangename en boeiende rit met chamelijke handicap die grote risico’s uw voertuig MOET u enkele basisre- nemen, lopen meer kans om te kan- gels en tips in acht nemen.
– Controleer de kettingwielen op slij- Controle voor gebruik tage en beschadigingen. – Controleer brandstof- WAARSCHUWING oliepeil. De inspectie van uw voertuig voor – Controleer de motor, transmissie elke rit is erg belangrijk. Contro- en aandrijftrein-componenten op leer voor u vertrekt altijd of alle olielekkage.
Kleding De weersomstandigheden zullen bepalen wat u aantrekt. Toch is het belangrijk om altijd geschikte beschermende kleding en uitrusting te dragen, onder meer een goedgekeurde helm, oogbescherming, laarzen, handschoenen, een hemd met lange mouwen en een lange broek. Deze kleding zal u beschermen tegen een aantal kleine risico’s die u onderweg kunt tegenkomen.
Transport van lasten Dit voertuig is specifiek ontwikkeld voor het vervoer van één bestuurder. On- danks de lange zitting die de chauffeur onbeperkte bewegingsvrijheid biedt, is de- ze niet ontworpen noch bedoeld om passagiers mee te nemen. Monteer NOOIT een passagierszitje en laat geen passagier(s) plaatsnemen op de bagagerekken. Wanneer u een passagier meeneemt, kan dit de stabiliteit en besturing van het voertuig negatief beïnvloeden.
Respecteer landbouwgronden. Vraag voor het betreden van privéterrein altijd toestemming aan de eigenaar. Respecteer landbouwgewassen, vee en eigen- domsgrenzen. Komt u een gesloten hek tegen, sluit het dan opnieuw achter u. Vervuil ten slotte geen waterlopen, meren of rivieren, voer geen aanpassingen aan de motor en het uitlaatsysteem uit en verwijder geen onderdelen.
Bergop rijden Door zijn configuratie kan dit voertuig uitstekend klimmen, zo goed zelfs dat het eerder zal kantelen dan zijn tractie verliezen. Op het terrein komt het bijvoorbeeld geregeld voor dat de top van een heuvel is geërodeerd tot een steile, scherpe piek.
Rijtechnieken Wanneer u sneller rijdt dan de omstandigheden toelaten, kunt u verwondingen oplopen. Geef maar net genoeg gas om veilig vooruit te komen. Uit statistieken blijkt dat snel genomen bochten vaak tot ongelukken en verwondingen leiden. Vergeet nooit dat dit voertuig zwaar is! Als hij met zijn volle gewicht op u valt kunt u makkelijk gekneld raken.
Pagina 50
Hoewel dit voertuig is uitgerust met een goede ophanging, kan het rijden op uiterst ruig terrein u een onaangenaam gevoel geven of zelfs rugletsels veroor- zaken. Vaak moet u in gehurkte houding rijden. Vertraag in dit geval en vang de schokken op met uw gebogen benen.
Pagina 51
Water vermindert het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen altijd dro- gen door ze meermaals te activeren, wanneer het voertuig weer op het droge is. Nabij water is er vaak modder of moerasland. Let op voor onverwachte gaten of inzinkingen. Kijk ook uit voor rotsblokken, stronken enz. die gedeeltelijk be- groeid zijn.
Pagina 52
Begint u toch te slippen of schuiven, draai het stuur dan in de richting waarin u slipt tot u het voertuig opnieuw onder controle heeft. U mag nooit bruusk rem- men en de wielen blokkeren. Respecteer en volg de signalisatie langs het pad. Ze is daar geplaatst om u en anderen te helpen.
Pagina 53
Bergop Verplaats uw lichaamsgewicht naar voor, naar de top van de heuvel toe. Houd uw voeten op de voetsteunen en schakel naar een lagere versnelling, geef dan gas en schakel indien nodig snel terwijl u klimt. Rijd niet te snel. Anders kan de neus van het voertuig van de grond komen en kan het voertuig op u vallen.
Pagina 54
Bergaf Verplaats uw lichaamsgewicht naar achter. Rem geleidelijk om niet te slippen. “Rol“ niet naar beneden enkel met behulp van motorcompressie of in vrijloop. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
Pagina 55
Dwars op een helling rijden Dit is één van de gevaarlijkste manieren van rijden, omdat het evenwicht van het voertuig drastisch verandert. Vermijd dit zoveel mogelijk. Als het toch noodza- kelijk is, verplaats dan ALTIJD uw lichaamsgewicht naar de top van de helling toe en houd u klaar om er aan deze zijde af te springen mocht het voertuig beginnen kantelen.
Routine-onderhoud Na afloop van uw rit is het raadzaam, aangekoekte sneeuw, ijs, modder en vuil te verwijderen. Zo gaat uw voertuig niet alleen langer mee en behoudt het langer zijn verkoopwaarde, maar u schakelt ook mogelijke risico’s voor uw volgende rit met het voertuig uit.
ETIKET Dit voertuig is bij zijn levering voorzien van een etiket met belangrijke veiligheids- informatie. MODEL WAARSCHUWING CATEGORIE Verkeerd gebruik van de ATV kan tot DEZE ATV IS BESTEMD VOOR RECREATIEF ERNSTIGE of DODELIJKE VERWONDINGEN leiden. GEBRUIK ONDER OUDERLIJK TOEZICHT. ÉÉN BESTUURDER - GEEN PASSAGIERS DEZE ATV CATEGORIE Y IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET BEPERKTE/...
LOCATIE VAN DE BELANGRIJKE LABELS De volgende labels bevinden zich op uw voertuig en moeten als vaste onderde- len van het voertuig worden beschouwd. Ontbrekende of beschadigde labels kunnen gratis worden vervangen. Raadpleeg een erkend Can-Am dealer. OPMERKING: De volgende illustraties in deze Gebruikershandleiding geven en- kel een algemene voorstelling.
Pagina 59
Label 1 Label 3 WAARSCHUWING ONDER JAAR Personen jonger dan 6 die met deze ATV rijden, lopen een verhoogd risico op ERNSTIGE of DODELIJKE VERWONDINGEN. Rijd NOOIT met deze ATV als u jonger dan 6 bent. DS70 WAARSCHUWING ONDER JAAR Personen jonger dan 12 die met deze ATV Label 2 rijden, lopen een verhoogd risico op...
Label 4 WAARSCHUWING Een verkeerde bandenspanning of overbelading kan tot controleverlies leiden. Controleverlies kan tot ERNSTIGE of DODELIJKE VERWONDINGEN leiden. BANDENSPANNING Te regelen met koude banden: DSXX / DSXX Aanbevolen: VOORAAN: XX.X ACHTERAAN: XX.X Minimaal: XX.X VOORAAN: ACHTERAAN: XX.X Regel de bandenspanning nooit lager dan het minimum.
Pagina 61
VOERTUIG- INFORMATIE _____________________...
Elk erkend Can-Am dealer heeft deze nummers nodig om reparaties onder garantie uit te voeren. Er wordt geen garantie geboden door BRP als het motoridentificatienummer (EIN) of het voertuigidentificatienummer (VIN) werd verwijderd of onleesbaar werd gemaakt.
VOORSCHRIFTEN INZAKE DE BEPERKING VAN GELUIDSEMISSIE Enkel VSA en Canada Het is verboden ontoelaatbare wijzigingen aan het geluidsreductiesysteem aan te brengen! De Amerikaanse federale wetgeving en de Canadese provinciewetten kunnen de volgende handelingen of de aanzet hiertoe verbieden: 1. De verwijdering of uitschakeling door om het even welke persoon om een an- dere reden dan voor onderhoud, reparatie of vervanging van enig onderdeel of ontwerpelement waarmee een nieuw voertuig werd uitgerust ter verlag- ing van het geluidsniveau, vóór de verkoop of levering aan de eindgebruiker...
EMISSIEVOORSCHRIFTEN Enkel VSA De California Air Resources Board (CARB) eist dat uw voertuig voldoet aan de toe- passelijke emissienormen tijdens zijn gebruiksduur, wanneer hij wordt gebruikt en onderhouden conform de voorziene instructies. Er wordt jaarlijks een ROOD label voor niet-conformiteit (alsook een GROEN la- bel) toegekend tijdens de Californische voertuigkeuring.
INRIJPERIODE MOTOR Het voertuig moet een inrijperiode van 10 bedrijfsuren doorlopen, alvorens u langdurig volgas mag geven. LET OP: Meng nooit olie door de brandstof. Tijdens deze periode mag u maximaal 3/4 gas geven. Even volgas geven en uw snelheid variëren dragen echter bij tot een goed inrijresultaat.
Pagina 67
vmo2008-008-064_a TYPISCH _____________________...
Pagina 68
vmo2008-008-065_a TYPISCH Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. ______________________...
DS90/DS90 X op een snelheidsbe- 3. Om te vertragen grenzing van 24 km/u (15 MPH). WAARSCHUWING BRP raadt aan alle beginners in de leer- fase te laten starten met ingedraaide Controleer de werking van de gas- snelheidsbegrenzerschroef. hendel voordat u de motor start.
OPMERKING: De onbegrensde maxi- 3) Voorremhendel mumsnelheid van de DS70 is 24 km/u Druk deze hendel in om te remmen. (15 MPH), bij de DS90/DS90 X is dit Wanneer hij wordt losgelaten moet de 48 km/u (30 MPH). hendel automatisch terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand.
5) Parkeerrem Alle Modellen behalve de DS90 X Als dit is vergrendeld kan het voer- tuig niet bewegen. Handig tijdens het transport of wanneer het voertuig niet in gebruik is. WAARSCHUWING Gebruik de parkeerrem altijd wan- neer het voertuig niet in gebruik is. WAARSCHUWING Zet de parkeerrem helemaal af vmo2008-020-014_a...
6) Schakelhendel WAARSCHUWING Een hendel met 3 standen. Voor u het voertuig in achteruit schakelt, moet u nagaan of er LET OP: Stop het voertuig altijd geen hindernissen of omstanders helemaal en druk op de remmen, achter het voertuig staan. Blijf zit- voordat u de schakelhendel verzet.
Pagina 73
Motorstopschakelaar Motorstartknop Deze schakelaar dient om de motor stil Om de motor te starten zet u de mo- te leggen en als noodstopknop. torstopschakelaar op AAN (ON). Als deze schakelaar op UIT (OFF) Houd de Linkerremhendel ingedrukt. staat, zal de motor een slag draaien Houd de motorstartknop ingedrukt.
Pagina 74
Schakelaar rijlichten Chokehendel Deze regelbare hendel vergemakke- Alle Modellen behalve de lijkt het koudstarten. DS90 X De stand UIT (OFF) dient voor normaal Zet de schakelaar van de rijrichting op gebruik met een warme motor. AAN (ON) om ze in de schakelen. Om de rijlichten uit te schakelen zet u de schakelaar op UIT (OFF).
8) Verklikkerlichtjes 9) Contactschakelaar Sleutelschakelaar met 2 standen: UIT (OFF) en AAN (ON). vmo2008-008-019_a TYPISCH 1. Vrijloop (N) 2. Achteruit (R) vmo2008-008-012_a 3. Contactschakelaar CONTACTSCHAKELAAR 1. Stand UIT (OFF) Verklikkerlichtje vrijloop 2. Stand AAN (ON) (GROEN) Steek de sleutel in het slot en draai Als dit lichtje brandt staat de hem op AAN (ON).
10) Dop brandstoftank WAARSCHUWING Laat nooit kinderen brandstof in het voertuig tanken. Schroef de dop los om te tanken en draai hem daarna volledig dicht. OPMERKING: Voor de juiste tankpro- cedure, zie TANKPROCEDURE in het vmo2008-020-015_a deel VLOEISTOFFEN. TYPISCH 1. Dop brandstoftank WAARSCHUWING 11) Brandstofklep Stop de motor altijd voor u tankt.
13) Voetsteun RES. (reserve) Wanneer de brandstof op is in de Zet uw voeten hier voor een stabiele AAN-stand (ON), kunt u de brand- zithouding stofreserve voor noodgevallen aan- spreken door de knop op RES. te zetten. Gebruik deze stand alleen als er geen brandstof meer wordt toege- voerd in de AAN-stand (ON).
14) Vergrendelknop zitting Installeren van de zitting Deze zit onder het achterspatbord, ter Steek de lipjes vooraan in de bevesti- hoogte van de achterbumper. Hier- gingshaakjes. Druk de zitting daarna mee kunt u de zitting verwijderen om stevig naar beneden tot ze vastklikt. het motorcompartiment te openen.
15) Zekering 17) Gereedschapsset Het elektrisch systeem is beveiligd De gereedschapsset zit onder de zit- met een zekering. Zie ONDERHOUD ting in het motorcompartiment en be- voor meer informatie. vat gereedschap voor het basisonder- houd. De zekeringhouder bevindt zich aan de RODE (+) kabel, naast de accu.
Pagina 80
Om het deksel van het bergvak te ope- nen, trekt u voorzichtig aan de ver- grendeling terwijl u het deksel opheft. vmo2008-008-023_a WAARSCHUWING Zet de schakelhendel bij draaiende motor altijd in de VRIJLOOP-stand en activeer de parkeerrem, alvo- rens het deksel te openen. Leg nooit zware of losliggende breek- bare voorwerpen in het bergvak.
VLOEISTOFFEN Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. In dit hoofdstuk verneemt u alles over Overzicht de aanbevolen vloeistoffen voor uw voertuig en de juiste werkwijze om het vloeistofpeil te controleren.
Voeg langzaam brandstof toe zodat de mer kan er echter ook minerale olie lucht uit de tank kan ontsnappen en BRP XP-S 10W40 (stuknr. 219 700 voorkom terugvloeien van brandstof. 346) worden gebruikt. Let op dat u geen brandstof morst.
Olieviscositeitstabel XP-S 5W40 synthetische olie (stuknr. 293 600 039) SAE 0W30 SAE 5W30 SAE 10W30 XP-S 10W40 Minerale olie (stuknr. 219 700 346) vmo2008-008-021_a SAE 15W40 TYPISCH — RECHTERKANT VAN DE MOTOR 1. Peilstok SAE 20W 50 Plaats het voertuig op een vlak op- Temperatuurbereik pervlak, laat de motor enkele minuten draaien en stop hem vervolgens.
Remvloeistof Enkel DS90 X Aanbevolen vloeistof Gebruik altijd remvloeistof die voldoet aan de specificatie DOT 4. LET OP: Om ernstige schade aan vmr2008-101-004 het remsysteem te voorkomen, VOORREM-VLOEISTOFRESERVOIR RECHTS mag u geen andere vloeistoffen dan de aanbevolen middelen gebruiken Draai het stuur recht vooruit zodat de en nooit verschillende vloeistoffen reservoirs waterpas staan.
BANDEN EN VELGEN Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. Bandenspanning Toestand van de banden/ velgen WAARSCHUWING Controleer de banden en velgen op be- schadigingen en slijtage.
BEDIENINGSINSTRUCTIES Zet de motorstopschakelaar op AAN De motor starten (ON). WAARSCHUWING Voer altijd de controle voor gebruik uit volgens de beschrijving in de VEILIGHEIDSINFORMATIE, alvo- rens het voertuig te gebruiken. Controleer voor u vertrekt altijd of alle belangrijke bedieningsele- menten, veiligheidsvoorzieningen en mechanische onderdelen goed werken.
Pagina 87
Houd de Linkerremhendel ingedrukt. Laat de motorstartknop onmiddellijk los zodra de motor is gestart. Druk op de motorstartknop en houd hem ingedrukt tot de motor start. Verzet de chokehendel na enkele se- conden, tot u een optimaal motortoe- rental verkrijgt. OPMERKING: Door overdreven ge- bruik van de choke kan de motor verdrinken en wordt het starten be-...
Onderhoud na gebruik Manuele noodstart De manuele startprocedure dient voor Reinig deze voertuigen nooit met een als de elektrische starter het laat afwe- hogedrukreiniger. GEBRUIK ALLEEN ten. LAGE DRUK (bijvoorbeeld een tuin- slang). Hoge druk kan elektrische en Volg de bovenstaande startprocedu- mechanische schade aanrichten.
AFREGELING OPHANGING WAARSCHUWING De linker- en rechterregelnokken van de schokdempers vooraan moeten altijd in dezelfde stand worden ingesteld. Pas nooit één enkele schokdemper aan. Door ongelijkmatige afregeling wordt het voertuig moeilijk be- stuurbaar en instabiel, wat tot een ongeluk kan leiden. Afregeling vmo2008-008-029_a veervoorbelasting...
SPECIALE PROCEDURES Voertuig op zijn kop Wanneer het voertuig op zijn kop be- landt of op zijn zijkant blijft liggen, moet u het terug in de juiste stand (op de vier wielen) zetten en 3 tot 5 minuten wachten alvorens de motor te starten.
TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. Bevestig het te transporteren voertuig met geschikte bevestigingsmiddelen aan de aanhangwagen. Gewoon touw wordt niet aanbevolen.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR DRAAIT NIET 1. Contactschakelaar staat op UIT (OFF). – Zet de schakelaar op AAN (ON). 2. Zekering doorgebrand. – Controleer de hoofdzekering. 3. Accu te zwak of verbindingen los. – Controleer de toestand van de verbindingen en aansluitklemmen. –...
MOTOR WENTELT MAAR START NIET 1. De motorstopschakelaar staat UIT (OFF). – Zet de schakelaar op AAN (ON). 2. Mengsel niet rijk genoeg om koude motor te starten. – Controleer het brandstofpeil en bekijk de startprocedure, met name het ge- bruik van de choke.
MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN 1. Bougie vuil/beschadigd/versleten. – Reinig/controleer de bougie en het verwarmingsbereik. Vervangen indien nodig. 2. Motor krijgt onvoldoende brandstof. – Zie punt MOTOR WENTELT MAAR START NIET. 3. Carburatorafregeling. – Doe een beroep op een erkend Can-Am dealer. 4.
MOTOR WEIGERT 1. Bougie vuil/beschadigd/versleten. – Reinig/controleer de bougie en het verwarmingsbereik. Vervangen indien nodig. 2. Water in de brandstof. – Tap het brandstofsysteem af en hervul het met verse brandstof. VOERTUIG BEREIKT MAXIMUMSNELHEID NIET 1. Motor. – Zie MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN. 2.
SPECIFICATIES MODEL DS70 DS90/DS90 X MOTOR Type 4-takt, geforceerde luchtkoeling Aantal cilinders Eén horizontale cilinder 69,36 cc 89,53 cc Cilinderinhoud (4,23 cu. in) (5,46 cu. in) Starten Elektrische start/kickstart TRANSMISSIE Transmissie Continu Variabele Transmissie (CVT) VERBRANDING Merk KEHIN met manuele choke Carburateur Type Stationair...
Pagina 97
MODEL DS70 DS90/DS90 X OPHANGING Onafhankelijke ophanging – A-arm Vooraan DS90 X: onafhankelijke ophanging Type – Dubbele A-arm Achteraan Stijve draaiarm 86 mm (3,4 in) Vooraan DS90 X: 178 mm (7 in) Veerweg 160 mm (6,3 in) Achteraan DS90 X: 229 mm (9 in) Olie Schokdemper DS90 X: HPG...
Pagina 98
TPM: Toeren Per Minuut In het kader van zijn beleid van voortdurende kwaliteitsverbetering en innovatie behoudt BRP zich het recht voor, op eender welk moment wijzigingen aan het ontwerp en de specificaties, aanvullingen of verbeteringen aan zijn producten aan te brengen, zonder dat dit enige verplichting inhoudt om deze ook te installeren op eerder gefabriceerde producten.
Pagina 99
ONDERHOUDS- INFORMATIE _____________________...
ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is erg belangrijk. Bent u niet vertrouwd met de veilige werkwijze en afregelingsprocedures, doe dan een beroep op uw erkend Can-Am dealer. PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 UUR OF 30 DAGEN (Uit te voeren door een erkend Can-Am dealer. Het eerste onderhoud is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.) A: AFREGELEN...
Pagina 101
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 UUR OF 30 DAGEN (Uit te voeren door een erkend Can-Am dealer. Het eerste onderhoud is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.) A: AFREGELEN C: REINIGEN WEKELIJKS I: INSPECTEREN L: SMEREN MAANDELIJKS R: VERVANGEN EENMAAL PER JAAR OF IEDERE 100 UUR UIT TE VOEREN DOOR...
Pagina 102
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 UUR OF 30 DAGEN (Uit te voeren door een erkend Can-Am dealer. Het eerste onderhoud is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.) A: AFREGELEN C: REINIGEN WEKELIJKS I: INSPECTEREN L: SMEREN MAANDELIJKS R: VERVANGEN EENMAAL PER JAAR OF IEDERE 100 UUR UIT TE VOEREN DOOR...
ALGEMEEN Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. WAARSCHUWING Tenzij anders aangegeven mag de motor niet draaien tijdens alle on- derhoudswerken.
MOTOR Schroef de aftapplug los. Oliewissel De oliewissel dient met een warme motor te gebeuren. WAARSCHUWING De motorolie kan erg heet zijn. Wacht tot de motorolie warm is. Zet het voertuig op een vlak oppervlak. Verwijder de peilstok. vmo2008-008-044_a LINKERKANT VAN DE MOTOR 1.
OPMERKING: Controleer de O-ring Luchtfilterhuis aftappen van het deksel en vervang hem indien Controleer regelmatig of er vloeistof- nodig. fen, water of verontreinigingen in de afvoerleiding van het luchtfilterhuis zit- ten. vmo2006-014-037_a TYPISCH 1. Deksel 2. O-ring mmo2008-008-057_a 3. Veer 4.
Verwijder de luchtfilter volgens de aan- Reiniging wijzingen hieronder. Giet reinigingsoplossing (stuknr. 219 700 341) of gelijkwaardig in een em- Reiniging luchtfilter mer. Leg de filter te week. Reinig het luchtfilterhuis vanbinnen terwijl de filter ligt te weken. Spoel de filter met warmwater tot de reinigingsoplossing helemaal is ver- dwenen.
Verwijder de filter van de luchtinjec- Reiniging luchtinjectie- tieklep. klep De luchtinjectieklep bevindt zich aan de linkerkant van het voertuig onder het voorspatbord. vmo2007-008-004_a TYPISCH 1. Luchtinjectieklep vmo2008-020-008_a 2. Scherm TYPISCH 3. Luchtfilter 1. Luchtinjectieklep Reinig de luchtfilter en de binnenkant Reinig het deksel van de luchtinjec- van de luchtinjectieklep met perslucht.
Verwijder alle koolstofafzettingen met Reiniging vonkafleider een borstel van de vonkafleider. De knalpot moet regelmatig worden ontdaan van opgehoopte koolstof. OPMERKING: Gebruik een zachte borstel en let op dat u de vonkafleider niet beschadigt. WAARSCHUWING Herinstalleer de vonkafleider in de Voer dit werk nooit uit wanneer de knalpot en het deksel van de knalpot motor net heeft gedraaid, omdat...
TRANSMISSIE (CVT) Inspectie aandrijfriem Laat de breedte en de toestand van de aandrijfriem controleren door een erkend Can-Am dealer. Aftapplug CVT-deksel Wanneer u vermoedt dat er water is binnengedrongen in het CVT-deksel, moet u de aftapplug openen en de CVT-behuizing laten leeglopen. mmo2008-008-060_a LINKERKANT VAN VOERTUIG 1.
TANDWIELKAST Reinig de omgeving van de aftapplug Oliewissel en de olievulplug en verwijder de tand- Zet het voertuig op een vlak oppervlak. wielkast-aftapplug. Verwijder het luchtfilterhuis uit het voertuig. mmo2008-008-056_a AFTAPPLUG — LINKERKANT VAN vmo2008-008-036_a DE MOTOR 1. Luchtfilterhuis 1. Aftapplug tandwielkast 2.
Pagina 111
OPMERKING: In dit voertuig is geen peilstok voorzien om het oliepeil in de tandwielkast te controleren. Om te verzekeren dat de tandwielkast wordt gevuld met de juiste hoeveelheid olie, tapt u alle olie af en en vult de juiste hoeveelheid aanbevolen olie bij. LET OP: Gebruik voor het onder- houd geen andere dan de aanbe- volen oliesoorten.
BRANDSTOFSYSTEEM Inspectie gaskabel Afregeling gashendel Controleer de gashendel op speling en De normale speling van de gaska- regel hem bij indien nodig. bel bedraagt 5 tot 10 mm (3/16 tot 13/32 in). Raadpleeg een erkend Can-Am dealer als de gewenste afregeling niet wordt bereikt.
Draai de borgmoer aan en bevestig de Om de snelheidsbegrenzerschroef bij beschermer terug. te regelen, draait u de borgmoer los en zet de snelheidsbegrenzerschroef in de gewenste stand. vmo2008-008-027_a vmo2008-020-004_b 1. Borgmoer 1. Borgmoer 2. Afstelschroef 2. Snelheidsbegrenzerschroef Afregeling snelheids- De maximale gashendelbeweging om begrenzer de maximumsnelheid van het voertuig...
ELEKTRISCH WAARSCHUWING Draai de contactsleutel altijd in de stand UIT (OFF), alvorens onder- houds- of reparatiewerken aan het elektrisch systeem uit te voeren, tenzij anders aangegeven. Verwijdering/inspectie van de bougie vmo2008-008-035_a DRAAI DE BOUGIE EEN TOER LOS 1. Bougie Reinig de bougie en cilinderkop met perslucht, indien mogelijk.
Verwijdering van de accu Installatie Installeer de accu terug in het voertuig. WAARSCHUWING WAARSCHUWING Laad nooit een accu terwijl die in het voertuig is geïnstalleerd. Sluit eerst de RODE (+) kabel aan en dan de ZWARTE (-). Sluit de Deze voertuigen zijn uitgerust met RODE (+) kabel altijd eerst aan.
Lampen vervangen Alle Modellen behalve DS90 X WAARSCHUWING Schakel de contactschakelaar altijd UIT (OFF) voordat u een defecte lamp vervangt. Controleer na elke vervanging of het licht werkt. vmo2008-008-040_a Rijlichten TREK DE LAMP ERUIT EN VERVANG ZE 1. Lamp vmo2008-008-038_a VERWIJDER DE RUBBEREN BESCHERMER 1.
AANDRIJFTREIN Draai de borgbouten van de achteras Reiniging/smering/ los om de ketting bij te regelen. afregeling aandrijfketting Inspectie Inspecteer de ketting op beschadigde schakels en rollen. Vervang de ketting als u beschadigin- gen vaststelt. LET OP: Vervang de ketting, de ket- tingwielas en het rondsel altijd sa- men, om snelle slijtage van ketting en kettingwiel te vermijden.
De aandrijfketting moet 44 tot 57 mm Inspectie kettingwiel (1-3/4 tot 2-1/4 in) opwaartse en neer- en rondsel waartse speling hebben. Controleer de kettingwielas en het rondsel op vervorming. Vervang ze indien nodig. SPELING: 44 TOT 57 MM (1-3/4 TOT 2-1/4 IN) Draai de borgmoer van de kettingrege- laar aan nadat de ketting is afgeregeld.
Pagina 119
Wielen verwijderen Draai de bouten los en hef het voertuig op. Plaats een stut onder het voertuig. Verwijder de bouten en dan het wiel. Breng bij de installatie wat smeer- middel tegen het vastvreten op de schroefdraad aan. Draai telkens twee tegenoverliggende bouten licht aan en draai ze daarna aan tot hun definitieve moment.
STUURSYSTEEM Smering Alle Modellen behalve de DS90 X Smeer de scharnierpunten vooraan. Gebruik synthetisch vet (stuknr. 293 550 033) of een gelijkwaardig product. Er zit een smeerfitting aan elk schar- nierpunt. vmo2008-008-037_a TYPISCH 1. Smeerfitting _____________________...
REMMEN Inspectie (hydraulisch) Inspectie (mechanisch) DS90 X Alle Modellen behalve DS90 X WAARSCHUWING WAARSCHUWING Laat het verversen van de rem- Doe voor alle reparaties aan het vloeistof en alle onderhoud en remsysteem een beroep op een er- reparaties aan het remsysteem uit- kend Can-Am dealer.
Doe een beroep op uw Can-Am dealer Pas de speling van de kabel aan door als u een probleem met het remsys- middel van de schroeven voor aanpas- teem vaststelt. sing op de hendel. AANPASSING REMKABELS Afregeling voorremkabel 10 tot 12 mm Speling Alle Modellen behalve de (13/32 tot 1/2 in)
Pagina 123
Om de achterremhendel af te regelen draait u aan de regelaar aan het uitein- de van de remkabel, tot u de gewen- ste afregeling verkrijgt. vmo2008-008-049_a 1. Regelaar remkabel _____________________...
CARROSSERIE/CHASSIS Inspectie motorcompar- timent Controleer het motorcompartiment op beschadigingen en lekkage. Ga na of alle slangklemmen goed vastzitten en de slangen niet geknikt zijn, geen bar- sten of andere beschadigingen verto- nen. Inspecteer de knalpot, accu en reser- voir-bevestigingselementen. Controleer de elektrische aansluitin- gen op corrosie en stevigheid.
BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN WAARSCHUWING Laat een erkend Can-Am dealer na- kijken of het brandstofsysteem in- tact is volgens het ONDERHOUDS- SCHEMA. Als u het voertuig langer dan een maand niet gebruikt, is een correcte bewaring noodzakelijk. Uw erkend Can-Am dealer kan u hier meer over vertellen.
Uw Can-Am ATV 2008 kan oorspronkelijk uitgerust zijn met Carlisle -banden. De- † ze banden vallen onder de afzonderlijke garantie van de bandenfabrikant. Neem contact op met de fabrikant of informeer bij uw BRP dealer naar de garantiebe- palingen en bijstand. Carlisle Tire & Wheel Company 23, Windham Boulevard...
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wij- zigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantie- voorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheids- duur van deze garantie werden verkocht.
• De Can-Am ATV bouwjaar 2008 moet in nieuwe en ongebruikte staat zijn aangekocht door de eerste eigenaar bij een BRP dealer die de toelating heeft om Can-Am ATV’s te verkopen in het land waar de aankoop plaatsvond (“BRP dealer”);...
BRP. 7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de re- paratie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en service defect zijn...
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
• Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige reparaties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onderdelen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkend Can-Am-distribu- teur/dealer met service-autorisatie is;...
Pagina 134
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wij- zigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantie- voorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheids- duur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 135
BRP. 7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de re- paratie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en service defect zijn gebleken of, naar eigen inzicht, de vervanging van deze onderdelen door nieuwe originele Can-Am ATV-onderdelen zonder aanrekening van onderdelen en werk- uren, uitgevoerd door een erkend Can-Am distributeur/dealer naar keuze.
Pagina 136
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Alle originele Can-Am ATV-onderdelen en -accessoires, die worden geïnstalleerd door een erkend BRP-distributeur/dealer op het ogenblik van de levering van de Can-Am ATV bouwjaar 2008, genieten dezelfde garantie. Bij gebruik van dit product voor races of enige andere competitie-activiteit, zelfs door de vorige eigenaar, vervalt deze garantie.
Pagina 138
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wij- zigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantie- voorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheids- duur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 139
7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de re- paratie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en service defect zijn...
Pagina 140
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende distributeur/dealer.
BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC. Warranty Department 75, J.-A. Bombardier Street Sherbrooke, Québec J1L 1W3 Faxnummer: 819 566-3590 In de Verenigde Staten BRP US INC. Warranty Department 7575 Bombardier Court Wausau WI 54401 Tel.: 715 848-4957 Andere landen van de wereld...
ADRESWIJZIGING/VERANDERING VAN EIGENAAR Als u bent verhuisd of als u de nieuwe Wanneer u BRP op de hoogte brengt, eigenaar bent van de ATV, laat dit dan zelfs nadat de beperkte garantie is af- zeker weten aan BRP door: gelopen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er –...
Pagina 145
Informeer bij de dealer waar u uw voertuig kocht of uw voertuig werd gere- gistreerd bij BRP. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.