Reinig de bougie en cilinderkop
met perslucht, indien mogelijk.
LET OP Zet altijd een veilig-
heidsbril op wanneer u met pers-
lucht werkt.
Draai de bougie helemaal los en
verwijder ze.
Installatie van bougies
Controleer voor de installatie of het
contactoppervlak van de cilinderkop
en de bougie niet vuil is.
Stel de bougiespleet met behulp
van
een
voelermaat
0,7 mm naar 0,8 mm.
Breng smeermiddel tegen het
vastvreten aan op de bougieschroef-
draad en installeer de bougie op-
nieuw.
Schroef de bougie in de cilinderkop
met de hand of met een passende
momentsleutel.
Draai
de
bougie
11,0 N•m ± 1,1 N•m.
Accu
Om toegang te krijgen tot de accu
verwijdert u de zitting.
Onderhoud van de batterij
LET OP Laad nooit een accu
terwijl die in het voertuig is geïnstal-
leerd.
OPMERKING
Verwijder nooit de
afsluitdop van de accu.
Deze voertuigen zijn uitgerust met
een VRLA-accu (Valve Regulated
Lead Acid). Dit is een onderhouds-
vrij accutype, waaraan geen water
moet worden toegevoegd om het
elektrolytpeil te regelen.
Reinig de accupool met een stalen
borstel. Smeer de pool met diëlek-
trisch vet ter bescherming tegen
oxidatie.
Inspectie van de accu
Inspecteer of de accuaansluitingen
stevig vastzitten en schoon zijn.
Inspecteer de accuhouder.
Accu verwijderen
deze volgorde; koppel de ZWARTE
(-) kabel eerst los.
Koppel eerst de ZWARTE (-) kabel
los en dan de RODE (+).
in
op
aan
tot
1. ZWART (-)
2. ROOD (+)
Verwijder de accu uit het voertuig.
Accu reinigen
Reinig de accu, de behuizing, ka-
bels en polen met een oplossing
van natriumcarbonaat en water.
Verwijder roest van de accuklem-
men en -polen met een harde sta-
len borstel. U kunt de bovenkant
van de accu reinigen met een
zachte borstel en ontvettende zeep
of een natriumcarbonaatoplossing.
Smeer de accupolen met DIËLEK-
TRISCH VET (Stuknr. 293 550 004)
of een soortgelijk product ter be-
scherming tegen oxidatie.
Accu installeren
Installeer de accu terug in het
voertuig.
ONDERHOUDSPROCEDURES
LET OP Demonteer altijd in
101