BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN
DIT VOERTUIG IS GEEN SPEEL-
GOED EN HET GEBRUIK ERVAN
HOUDT GEVAREN IN.
-
Dit voertuig besturen is heel
anders dan rijden met andere
voertuigen. Een aanrijding of
koprol is snel gebeurd als u de
nodige voorzorgen niet neemt,
zelfs tijdens routine manoeu-
vres zoals keren, bergop of over
hindernissen rijden.
U kunt ERNSTIGE OF DODELIJKE
VERWONDINGEN OPLOPEN, als
u deze instructies niet volgt:
-
Lees deze Gebruikershandlei-
ding en alle veiligheidslabels op
het product aandachtig en volg
de beschreven bedieningsin-
structies. Bekijk de VEILIG-
HEIDS-DVD aandachtig voordat
u het voertuig gebruikt.
-
Respecteer altijd de aanbevolen
leeftijd: De DS 90 en DS 90 X
mogen bestuurd worden door
kinderen van 10 jaar of ouder
onder toezicht van volwasse-
nen, of door bestuurders van 16
jaar of ouder.
-
Laat een ATV nooit aanhoudend
gebruiken als het kind, ongeacht
de leeftijd, niet over de vaardig-
heden beschikt om er veilig
mee te rijden.
-
Neem nooit een passagier mee
op dit voertuig. Passagiers beïn-
vloeden het evenwicht en
stuurgedrag en verhogen het ri-
sico op controleverlies.
-
Rijd nooit met dit voertuig op
verharde oppervlakken, bijv. op
stoepen, opritten, parkeerterrei-
nen en straten.
-
Rijd nooit met dit voertuig op de
openbare weg, zelfs als het een
aardeweg of kiezelpad betreft.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
-
Rijd nooit met dit voertuig zon-
der een goed passende, goed-
gekeurde helm op. Draag altijd
oogbescherming (bril of vizier),
handschoenen, laarzen, een
hemd of jack met lange mou-
wen en een lange broek.
-
Rijd nooit met dit voertuig als u
moe of ziek bent of onder in-
vloed van drugs of alcohol. In
die omstandigheden zijn uw re-
actiesnelheid en oordeelkundig
vermogen sterk aangetast.
-
Rijd nooit overdreven snel. Pas
uw snelheid altijd aan aan het
terrein, de zichtbaarheid, de rij-
omstandigheden en uw erva-
ring.
-
Probeer nooit op twee wielen
te rijden, te springen of andere
stunts uit te voeren.
-
Inspecteer uw voertuig voor elk
gebruik om er zeker van te zijn
dat het in goede staat verkeert.
Volg altijd de inspectie- en on-
derhoudsprocedures en -sche-
ma's die u verder in deze Gebrui-
kershandleiding vindt.
-
Houd uw beide handen altijd
aan het stuur en uw voeten op
de voetsteunen, terwijl u met
uw voertuig rijdt.
-
Rijd altijd traag en wees extra
voorzichtig wanneer u op onbe-
kend terrein rijdt. Wees altijd
alert voor veranderingen in het
terrein wanneer u met dit voer-
tuig rijdt.
-
Rijd nooit op te ruig, glad of
losliggend terrein tot u de nodi-
ge vaardigheden hebt verwor-
ven om uw voertuig onder con-
trole te houden op dergelijk ter-
rein. Wees altijd uiterst voorzich-
tig op dergelijk terrein.
11