Download Print deze pagina

BRP can-am DS 90 2016 Gebruikershandleiding pagina 46

Advertenties

RIJDEN MET UW VOERTUIG
Zo voorkomt u dat uw voertuig zijn stabiliteit verliest en kantelt of over
de kop gaat.
Gebruik het voertuig niet als de bedieningselementen niet normaal werken.
Controleer bij het achteruit rijden of er geen mensen of hindernissen
achter het voertuig staan. Rijd traag en vermijd scherpe bochten.
BRP raadt u aan op uw ATV te blijven zitten bij besturing in achteruit. Sta
zo weinig mogelijk rechtop. Als uw gewicht naar voren schuift tegen de
gashendel kunt u onverhoeds versnellen en de controle verliezen.
Activeer de parkeerrem altijd wanneer u stilstaat of parkeert. Dit is vooral
belangrijk wanneer u op een helling parkeert. Op erg steile hellingen of
als het voertuig geladen is, moeten de wielen worden geblokkeerd met
stenen of bakstenen. Vergeet niet de brandstofklep dicht te draaien.
Bergop rijden
Door zijn configuratie kan dit voertuig uitstekend klimmen, zo goed zelfs
dat het eerder zal kantelen dan zijn tractie te verliezen. Op het terrein
komt het bijvoorbeeld geregeld voor dat de top van een heuvel is geëro-
deerd tot een steile, scherpe piek. Het voertuig kan dergelijke helling
probleemloos aan, maar wanneer de voorkant van het voertuig zo ver
omhoog komt dat het evenwicht naar achter verschuift, kan het voertuig
kantelen.
Dat kan ook gebeuren als de neus van het voertuig door een hindernis op
de grond te ver omhoog komt. Kies in een dergelijke situatie een andere
route. Houd daarbij rekening met de risico's van dwars op een helling rij-
den.
Het is ook raadzaam na te gaan hoe het terrein er aan de andere kant van
de heuvel of glooiing uitziet. Al te vaak blijkt er een diepe afgrond te
wachten en is afdalen onmogelijk.
Bergaf rijden
Dit voertuig kan steilere hellingen beklimmen dan het veilig kan afdalen.
Daarom dient u er zeker van te zijn dat er een veilige weg naar beneden
is, voordat u aan een beklimming begint.
Wanneer u vertraagt bij het afdalen van een gladde helling, kan het voertuig
gaan schuiven. Houd een constante snelheid aan en/of versnel iets om
het voertuig opnieuw onder controle te krijgen.
Dwars op een helling rijden
Dit moet zoveel mogelijk worden vermeden. Is het toch noodzakelijk,
wees dan uiterst voorzichtig. Wanneer u dwars op een steile helling rijdt
kunt u kantelen. Bovendien kunt u op gladde of losse oppervlakken oncon-
troleerbaar wegschuiven. Probeer nooit uw voertuig bergafwaarts te
draaien door te schuiven. Vermijd alle voorwerpen of inzinkingen die de
overhelling van het voertuig naar één zijde nog versterken, om te voorko-
men dat het voertuig kantelt.
Steile dalingen
44
VEILIGHEIDSINFORMATIE

Advertenties

loading