BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING
SCHAKELPATROON
1. Schakelhendel
2. Vooruit (F)
3. Neutraal (N)
4. Achteruit (R)
Om te schakelen zet u het voertuig
helemaal stop, remt en zet de
hendel vervolgens in de gewenste
stand. Forceer de hendel niet.
WAARSCHUWING
Voor u het voertuig in achteruit
schakelt, moet u nagaan of er
geen hindernissen of omstan-
ders achter het voertuig staan.
Blijf zitten.
F: Vooruit
Dit is het bereik voor normaal rij-
den. In deze stand kan het voertuig
zijn maximumsnelheid bereiken.
N: Neutraal
In deze stand wordt de transmissie
ontgrendeld zodat het voertuig
manueel kan worden bewogen of
gesleept.
Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden,
kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
68
R: Achteruit
In deze stand kan het voertuig
achteruit rijden.
Kijk goed uit of zich achter het
voertuig geen obstakels of om-
standers bevinden voordat u
met het voertuig achteruit rijdt.
BRP raadt u aan te blijven zitten.
Sta zo weinig mogelijk rechtop.
Als uw gewicht naar voren
schuift tegen de gashendel kunt
u onverhoeds versnellen en de
controle verliezen.
6) Multifunctionele
schakelaar
De multifunctionele schakelaar be-
vindt zich links aan het stuur.
De multifunctionele schakelaar
omvat de volgende bedieningsele-
menten:
1. Motorstopschakelaar
2. Motorstartknop
3. Chokehendel
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING