ONDERHOUDSPROCEDURES
Zet de transmissie in neutraal.
Breng de achterkant van het voer-
tuig omhoog, tot de achterwielen
van de grond komen. Ondersteun
het voertuig goed.
Draai de achterwielen met de hand
en draai de moer van de remkabel-
regelaar vast tot u een lichte, maar
duidelijke, afremming voelt.
1. Regelaar remkabel
Knijp de achterremhendel een paar
keer volledig in en controleer of de
afremming nog steeds aanwezig
en licht is. Stel de remkabel bij tot
de afremming stabiel blijft.
Controleer of de remhendel goed
werkt en in de oorspronkelijke
stand terugkomt.
Zet het voertuig op de grond.
Hydraulische remmen
(DS 90 X)
WAARSCHUWING
Nieuwe remmen behalen hun
maximale rendement pas na de
initiële inrijperiode. Wees extra
voorzichtig.
108
Inspectie hydraulische rem
WAARSCHUWING
Laat het verversen van de rem-
vloeistof en alle onderhoud en
reparaties aan het remsysteem
uitvoeren door een erkende
Can-Am dealer.
LET OP De remmen kunnen
na langdurig gebruik van het voer-
tuig zeer heet zijn. Wacht tot de
remmen zijn afgekoeld.
Het remsysteem is hydraulisch en
hoeft niet te worden afgeregeld.
Voer de volgende controles uit om
het remsysteem in een goed wer-
kende staat te houden:
-
Remvloeistofpeil
-
Vloeistoflekkage van het remsys-
teem
-
Sponsachtig aanvoelen van de
remmen
-
Reinheid van de remmen
-
Overmatige slijtage van de
remschijven en staat van het
schijfoppervlak
-
Slijtage, beschadigingen en los-
zitten van de remblokken.
Laat de remblokken door uw erken-
de Can-Am dealer inspecteren op
slijtage of beschadigingen.
MINIMALE DIKTE
REMBLOKKEN
Doe een beroep op uw Can-Am
dealer als u een probleem met het
remsysteem vaststelt.
Aanbevolen remvloeistof
Gebruik altijd remvloeistof die vol-
doet aan de specificatie DOT 4.
OPMERKING
Om ernstige scha-
de aan het remsysteem te voor-
komen, mag u geen andere
vloeistoffen dan de aanbevolen
middelen gebruiken en nooit
1 mm