03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd
C041300AUN
Additionele veiligheidsvoorzorgs-
maatregelen
• Laat de passagiers nooit rijden in de
bagageruimte
of
neergeklapte rugleuning. Alle inzitten-
den moeten rechtop zitten, volledig
terug in hun zitplaatsen met hun vei-
ligheidsgordels aan en hun voeten op
de vloer.
• Passagiers moeten niet uit de zitplaat-
sen gaan of van zitplaats veranderen
terwijl het voertuig in beweging is. "Een
passagier die zijn veiligheidsgordel
niet draagt tijdens een crash of een-
noodstop kan tegen het interieur van
het voertuig aan worden gegooid,
tegen andere inzittenden of buiten het
voertuig worden geworpen.
• Iedere veiligheidsgordel is ontworpen
om een inzittende te beteugelen.
Indien meer dan een persoon dezelfde
veiligheidsgordel gebruikt, kunnen ze
ernstig letsel oplopen of gedood wor-
den in een aanrijding.
• Plaats geen accessoires op veilighei-
dsgordels. Apparaten die zeggen het
comfort van de inzittenden te verhogen
of de veiligheidsgordel herpositioneren
kunnen de effectiviteit van de veilighei-
dsgordel verminderen en de kans op
ernstig letsel in een crash verhogen.
• Passagiers moeten geen harde of
11/22/2010
3:14 PM
Page 59
scherpe voorwerpen plaatsen tussen
zichzelf en de air-bags. Het dragen van
harde of scherpe voorwerpen op uw
schoot of in uw mond kan leiden tot let-
sels indien een air-bag opblaast.
boven
op
een
• Houdt inzittenden weg van de airbag
bedekkingen. Alle inzittenden moeten
rechtop zitten, volledig terug in hun zit-
plaatsen met hun veiligheidsgordels
aan en hun voeten op de grond. Indien
inzittenden te dicht bij de airbag
bedekkingen zijn, kunnen ze gewond
raken als de air-bags ontplooien.
• Zet of plaats geen voorwerpen op of
dicht bij de air-bag bedekkingen. Om
het even welk voorwerp vastgezet aan
of geplaatst op de front- of zij-airbag
bedekkingen zouden kunnen storen
met de juiste werking van de airbags.
• Verander de voorste zitplaatsen niet.
Aanpassing van de voorste zitplaatsen
zou kunnen storen met de werking van
het supplemental restraint system die
componenten
detecteren.
• Plaats geen spullen onder de voorste
zitplaatsen. Het plaatsen van spullen
onder de voorste zitplaatsen zou kun-
nen storen met de werking van het
supplemental restraint system die
componenten
nassen detecteren.
• Houdt nooit een pasgeborene of kind
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
op uw schoot. De pasgeborene of het
kind zou ernstig gewond kunnen raken
of dood gedood kunnen worden in het
geval van een crash. Alle pasgebore-
nen
beteugeld worden in toepasselijke
kinderveiligheidszitjes of veiligheids-
gordels in de achterzitplaats.
WAARSCHUWING
• Een
veroorzaken dat inzittenden te
dicht bij een ontplooiende airbag
komen, dit leidt tot ernstig letsel.
• Zit altijd rechtop met de rugleun-
ing in verticale positie, gecen-
treerd op het stoelkussen met uw
veiligheidsgordel
comfortabel uitgestrekt en uw
voeten op de vloer.
C041400AUN
of
zij-airbags
Het toevoegen van uitrusting aan
of het aanpassen van uw voertuig
uitgerust met airbag.
Indien u uw voertuig aanpast door het
veranderen van het frame, bumper sys-
teem, voorste einde of zij-metaalplaat of
en
bedradingshar-
rijhoogte van uw voertuig, zal dit de
werking van het airbagsysteem van uw
voertuig beïnvloeden.
en
kinderen
moeten
juist
onjuist
zitpositie
kan
aan,
benen
3 59