03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd
Type B
Als herinnering aan de bestuurder zal de
waarschuwingslamp van de veiligheidsgordel
gedurende ongeveer 6 seconden oplichten
iedere keer dat u het contact AAN zet. Echter,
indien de veiligheidsgordel van de bestuurdersz-
itplaats niet wordt gebruikt, wanneer het contact
AAN wordt gezet of indien het wordt losgemaakt
nadat het contact AAN is gezet, zal de
waarschuwingslamp van de veiligheidsgordel
oplichten totdat de veiligheidsgordel is vastgezet.
Indien u meer dan 9km/u rijdt zonder de gordel te
gebruiken van de bestuurders-zitplaats (maar
wanneer de veiligheidsgordel eerder is vastge-
maakt en als de 100 seconden beltijd nooit is
voltooid), zal de waarschuwingslamp van de vei-
ligheidsgordel knipperen en de bel gedurende
100 secondente horen zijn.
Indien u meer dan 9km/u rijdt zonder een vast-
gezette veiligheidsgordel van de bestuurderszit-
plaats (maar wanneer de veiligheidsgordel niet is
vastgemaakt en wanneer de 100 seconden belti-
jd is voltooid, zelfs wanneer de veiligheidsgordel
eerder is vastgezet), zal de waarschuwingslamp
van de veiligheidsgordel knipperen en de
waarschuwingsbel gedurende 100 seconden lte
horen zijn als u meer dan 20km/u rijdt (maar
wanneer de 100 seconden beltijd nooit is
voltooid).
Indien de veiligheidsgordel van de be-stuurder-
szitplaats wordt los genomen wanneer u meer
dan 9km/u rijdt, zal het waarschuwingssignaal
van de veiligheidsgordel knipperen en de bel
gedurende ongeveer 100 seconden te horen zijn.
Indien de veiligheidsgordel van de be-stuurder-
szitplaats wordt vastgezet zal de bel onmiddellijk
stoppen.
11/22/2010
3:14 PM
Page 17
C020102BPA
Driepuntsgordel
Om uw veiligheidsgordel vast te zetten:
Om uw veiligheidsgordel vast te zetten, trek
het uit het oprolmechanisme en stop de
metalen lip (1) in de gesp (2). Er zal een
hoorbare 'klik' zijn wanneer de lip in de
gesp grendelt. De veiligheidsgordel zal pas
automatisch tot de juiste lengte afstellen,
wanneer het schootgordelgedeelte hand-
matig is afgesteld strak rond de heupenligt.
Indien u voorwaarts beweegt in een
langzame, vloeiende beweging, zal de
gordel mee bewegen. Echter bij een plot-
selinge stop of botsing zal de gordel in de
bestaande positie vergrendelen. Het zal
ook vergrendelen wanneer u probeert te
snel voorwaarts te leunen.
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
✽ AANDACHT
Als de gordel niet uit de oprolautomaat
getrokken kan worden, trek dan kort
met kracht aan de riem om de riem los
te maken. Vervolgens kan de riem weer
rustig en soepel uit de oprolautomaat
worden getrokken.
WAARSCHUWING
De vergrendeling van de middelste
veiligheidsgordel wijkt af van die
B180A01NF-1
aan de zijkant. Als de veiligheids-
gordels aan de zijkant of in het mid-
den worden omgelegd, zorg er dan
voor dat ze in de juiste vergrendel-
ing worden gestoken, zodat het
systeem maximaal beschermt en
op de juiste wijze werkt.
3 17