03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
(Vervolgd)
Voorkom vervuiling van het weefsel
met was, olie en chemische stoffen,
zoals accuzuur. Het weefsel kan
veilig worden gereinigd met een
zachte zeep en water. De riem moet
worden vervangen als het weefsel
gaat rafelen, vuil of beschadigd is.
De complete unit moet worden ver-
vangen als de riem was omgelegd
tijdens een zware botsing, zelfs als
de schade niet direct zichtbaar is.
De riem mag niet gedraaid zitten.
Elke gordel mag slechts door één
persoon worden gedragen; het is
gevaarlijk om te leggen om het kind
als dit kind op de schoot van een
inzittende zit.
3
16
11/22/2010
3:14 PM
Page 16
WAARSCHUWING
Er mogen geen wijzigingen aan de
gordel worden aangebracht of
hulpmiddelen worden gebruikt die
voorkomen dat het gordelmecha-
nisme de gordel strak tegen het
lichaam aan kan trekken of die het
verstellen van de gordel onmogelijk
maken..
C020101APA
Schoot/schouder gordel
Om uw veiligheidsgordel vast te
zetten:
Type A
Als herinnering aan de bestuurder zal de
waarschuwingslamp van de veiligheids-
gordel gedurende ongeveer 6 seconden
knipperen iedere keer dat u het contact
AAN zet, ongeacht het gebruik van de
gordel.
Indien de veiligheidsgordel van de bestuur-
derszitplaats wordt losgemaakt, nadat het
contact
aan
gezet
is,
waarschuwingslamp nogmaals knipperen
gedurende ongeveer 6 seconden.
Indien de veiligheidsgordel niet vastgezet
is, wanneer het contact in de AAN positie
is of indien het losgemaakt wordt nadat het
contact AAN is, zal de veiligheidsgordel
waarschuwingsbel te horen zijn gedurende
ongeveer 6 seconden. Op het moment dat
de veiligheidsgordel wordt vastgezet, zal de
bel onmiddellijk stoppen. (indien hiermee
uitgerust)
1GQA2083
zal
de