05_PA LHD Dutch:PA eng 5.qxd
E140400APA
Rijden met een aanhangwagen
Het slepen van een aanhangwagen
vereist een hoeveelheid ervaring. Voor
het rijden op de openbareweg, moet u
uw aanhangwagen leren kennen. Lees
de alle bijbehorende gebruiksinstructie.
Neem de tijd om het gedrag van de auto
met aanhanger te leren kennen en op de
juiste manier te reageren. Denk er altijd
aan dat het voertuig met aanhanger alti-
jd een stuk langer is en ook een stuk
trager accellereert.
Voordat u start, controleer de aanhang-
wagentrekhaak, veiligheidstkettingen,
elektrische verbinding(en), lampen, ban-
den en spiegelafstelling. Controleer voor
het rijden ook de werking van het rem-
systeem van de aanhanger.
Controleer tijdens de rit regelmatig de
bevestigingen van de aanhanger en de
werking van alle systemen van de auto-
combinatie.
E140401AUN
Volgafstand
Pas de afstand met de voorganger aan
aan de omstandigheden. Geadviseerd
wordt om de onderlinge afstand te ver-
dubbelen. Hierdoor worden situaties ver-
meden waar een noodstop gemaakt
moet worden of andere onverwachte
handelingen moeten worden uitgevoerd.
E140402AUN
11/22/2010
3:41 PM
Page 41
Inhalen
De afstand welke nodig is voor het
inhalen van een langzamere wegge-
bruiker zal aanmerkelijk langer zijn En
door de toegenomen lengte van de voer-
tuigcombinatie zult u veel verder voorbij
het ingehaalde voertuig moeten voordat
u kunt terugkeren naar de eerder
gekozen baan.
E140403AUN
Achteruitrijden
Rijdt altijd langzaam achteruit en maak
indien mogelijk kleine stuurcorrecties.
De te maken stuuractie is afhankelijk van
de constructie van de aanhager
altijd langzaam achteruit en, indien
mogelijk, laat iemand aanwijzigingen
geven.
E140404AUN
Het nemen van bochten
Wanneer een bocht wordt genomen met
een combinatie met aanhangwagen,
moet de bocht wijder worden gemaakt
dan normaal. Hierdoor zal de aanhanger
ook voldoende ruimte hebben en zal het
binnenste wiel niet over grasbermen,
stoepranden, wegsignalen, bomen of
andere voorwerpen rijden. Vermijdt
schokkerigrijden of plotselinge reacties
en handelingen. Geef op tijd richting aan.
Het besturen van uw voertuig
E140405AEN
Richtingaanwijzers bij het slepen van
een aanhangwagen
Wanneer u een aanhangwagen sleept, is
het mogelijk dat er een andere knipper-
licht automaat gemonteerd moet worden
in verband met het totale vermogen. De
groene controlelampen op het instru-
mentenpaneel zullen knipperen iedere
keer als de richtingaanwijzer wordt
gebruikt. Controleer of de verlichting van
de aanhanger op de juiste manier
werken zodat de medeweggebruiker niet
voor verrassingen wordt gezet. Ook als
de verlichting van de aanhanger niet
Rijdt
naar behoren functioneert zullen de con-
trolelampen op het instrumentenpaneel
knipperen. Het is mede daarom belan-
grijk om regelmatig de werking van de
verlichting te controleren. Ook als
detrekhaakverlichtingstekker is losge-
weest en weer vastgezt moet de werking
van de verlichting worden gecontroleerd.
Sluit geen verlichtingssysteem van een
aanhangwagen rechtreeks op het ver-
lichtingssysteem vanuw voertuig aan. Let
op dat de verlichting niet nodeloos lang
aan blijft zonder dat de motor draait, hier-
door kan de batterij worden ontladen.
Gebruik
alleen
een
bedradingsset voor de aanhangwagen-
verlichting.
goedgekeurde
5 41