03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd
KINDERZITJE
C030000BEN
Kinderen die in de auto meerijden,
moeten altijd in de achterzitplaats zitten
en moeten altijd correcte zit hebben om
het risico op letsel te verminderen bij
een
ongeval,
plotselinge
manoeuvre. Volgens statistieken betref-
fende ongelukken zijn kinderen veiliger
wanneer ze correct zijn gepaatst op de
achterzitplaatsen ten op zichte van de
voor zitplaats. Grotere kinderen, niet in
een kinderzitje, moeten één veiligheids-
gordel gebruiken.
U moet zich bewust zijn van de speci-
fieke vereisten in uw land. Kinderzitjes
moeten correct geplaatst en geïn-
stalleerd zijn op de achterzitplaats. U
moet kinderzitjes gebruiken die voldoen
aan de vereisten van de uw land.
Kinderzitjes zijn zo ontworpen dat ze
m.b.v. de veiligheidsgordels, het buik-
gordeldeel van de driepuntsgordel of de
ISOFIX bevestiging op de stoelen
geplaatst kunnen
Kinderen kunnen letsel oplopen in een
ongeval indien het kinderzitje niet correct
is vastgezet. Voor kleine kinderen moet
altijd een kinderzitje of babyzitje worden
gebruikt. Voordat u een specifiek kinderz-
itje koopt, overtuig u ervan dat het past
met de zitplaats en veiligheidsgordels
van uw auto en dat het past bij uw kind.
11/22/2010
3:14 PM
Page 27
Volg alle door de fabrikant verstrekte
instructies tijdens het installeren van het
kinderzitje.
WAARSCHUWING
stop
of
• Een kinderzitje moet altijd op de
achterzitplaats geplaatst worden.
Installeer nooit een kinder- of
babyzitje op de zitplaats van de
voor
passagier. Als
ongeluk zou gebeuren en de air-
bag aan passagierszijde wordt
geactiveerd, zal met name een
pasgeborene of klein kind ernstig
letsel kunnen oplopen. Gebruik
daarom altijd een kinderzitje
alleen op de achterzitplaats.
• Een
veiligheidsgordel
kinderzitje kan heel warm worden
in een gesloten voertuig op een
zonnige dag, zelfs al voelt de
buitentemperatuur niet heet aan.
Controleer de stoelbedekking en
de veiligheidsgordel voordat u
uw kind in de kinderstoel plaatst.
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
(Wordt vervolgd)
• Wanneer een kinderzitje niet in
gebruik is, bewaar het in de
bagageruimte of zet het vast met
een veiligheidsgordel, zodat het
op zijn plaats blijft in geval van
een plotselinge stop of een
ongeluk.
• Kinderen kunnen ernstig letsel
er
een
oplopen door een ontplooiende
air-bag. Alle kinderen, zelfs als ze
te groot zijn voor een kinderzitje,
moeten in de achterzitplaats
meerijden.
en/of
(Wordt vervolgd)
3 27