10.2 Alarmmeldingen
10.2.1 Alarm van hoge prioriteit (rood)
Alarm
Accu bijna leeg
Accutemperatuur kritisch
Apneu
Apparaatstoring
Apparaattemperatuur
Apparaattemperatuur kritisch
Luchtweg druk
Oorzaak
Zeer geringe accustatus
Accutemperatuur > 80 °C
Geen inspiratie sinds de ingestelde
apneu-alarmtijd, uitzondering:
in CPR-modus handmatig sinds
59 s
Tijdelijke apparaatstoring
Apparaat defect
Apparaattemperatuur < -20 °C
Apparaattemperatuur > 75 °C
Obstructie van de luchtwegen van
de patiënt
Tube verkeerd gelegd
pMax te laag ingesteld
Slangen geknikt of bekneld
10 Alarmen en storingen
Verhelpen
Accu wisselen
Apparaat op netvoeding
aansluiten
(zie 4.2, pag. 49)
accu laden
(zie 4.3.2, pag.
Accu binnen toegestaan
temperatuurbereik gebruiken
(zie 14.1.2, pag.
Toestand van patiënt controleren.
Verplichte beademing kiezen.
In modus CPR CCSV: hartmassage
weer beginnen.
•
Apparaat uitschakelen
(zie 4.6, pag. 71)
inschakelen
•
Functiecontrole uitvoeren.
Laat het apparaat repareren.
Apparaat binnen toegestaan
temperatuurbereik gebruiken
(zie 14.1.1, pag.
Apparaat binnen toegestaan
temperatuurbereik gebruiken
(zie 14.1.1, pag.
Luchtwegen van de patiënt van
obstructie bevrijden.
Tube correct leggen.
pMax aanpassen.
Slangen zo leggen dat deze niet
geknikt of bekneld raken.
MEDUMAT Standard
(zie 4.3.5, pag.
54).
en
50).
233).
en weer
(zie 4.5, pag.
70).
228).
228).
2
NL
209