15 CASCADEREN
15.1 Systeeminstellingen
LET OP: Voor een juiste werking moeten er parameters aangepast worden, zie § 15.4.2 "Emergency mode".
De brander automaat kan meerdere ketels aansturen in een cascade-opstelling.
Er is een systeemsensor nodig om de aanvoertemperatuur van het cascadesysteem te meten. De sensor moet
verbonden worden met de brander automaat. Er is ook een pomp aansluiting beschikbaar om de systeempomp
aan te sturen, evenals een aansluiting voor de warmwaterpomp. De sensor en pomp(en) moeten op de Managing
ketel worden aangesloten.
Wanneer de CV-aanvoertemperatuur wordt be-
rekend op basis van een buitensensor, is
slechts één buitensensor nodig. Deze sensor is
verbonden met de sturende (Managing) brander
automaat en berekent het CV-setpoint voor het
cascade systeem. Een cascadesysteem kan
worden gebruikt met een indirecte WW-
tank. Een systeempomp en systeemsensor
kunnen op de sturende (Managing) ketel wor-
den aangesloten.
Cascade ketel aansluitingen voor de besturing
van de indirecte watertank of de vraag naar cen-
trale verwarming.
Alle ketels bedienen tegelijkertijd of een indi-
recte tank of de vraag naar centrale verwar-
ming.
15.2 Verkorte handleiding Cascade set-up
Hieronder een verkorte handleiding om de ketels te cascaderen, een uitgebreide handleiding waarbij alle para-
meters zijn beschreven volgt in de daaropvolgende paragrafen.
1.
Verbind de ketels onderling met een twee aderig snoer.
Verbind connector 20 van de sturende ketel met connector 10 van de afhankelijke ketels en verbind
connector 21 van de sturende ketel met connector 11 van de afhankelijke ketels.
20 21
10 11
2.
Zet de schakelaar "bus voeding aan" UIT (te vinden op de zijkant van de brander automaat.
Opmerking: zie de markering op de brander automaat op de tekening hierboven voor de juiste positie
instelling (Schakelaar staat nu in de AAN positie en moet naar de UIT positie)
3.
Pas de brander adressen van alle ketels van de cascade aan.
Parameter: Menu - Instellingen – Ketel Instellingen - Module Cascade Instellingen - Parameter 184
(Brander Adres) (Gebruik NIET de "Ketel Cascade" instellingen)
Bij sturende ketel: Stel deze in op Sturend (managing)
Bij afhankelijke ketels: instellen als afhankelijk 2 (dep2), afhankelijk 3 (dep3) etc.
4.
Wijzig het aantal aanwezige ketels (alleen) in de sturende ketel
Parameter: Menu - Instellingen – Ketel instellingen - Module Cascade Instellingen - Parameter 147
(Aantal ketels)
In sturende ketel: Geef het totale aantal ketels aan die onderdeel van de cascade zijn
(= sturende + afhankelijke)
In afhankelijke ketels: geef 1 aan (= standaard instelling)
Afhankelijke ketels
10 11
10 11
10 11
E93.1607.900.A CB CH handleiding
Boiler
Boiler
Boiler
Pump
Pump
Pump
Boiler
Pump
95