Pagina 4
8.8.5 Vb. E: concentrisch systeem (muurdoorvoer C13) ............35 8.8.6 Vb. F: Luchttoevoer en rookgasafvoer in verschillende drukzones (C53) ....37 ELEKTRISCHE INSTALLATIE ........................ 38 ............................38 LGEMEEN ......................38 LEKTRISCHE AANSLUITINGEN ............................ 38 EKERINGEN ..................... 38 UNCTIES VAN DE AANSLUITINGEN ........................
Pagina 5
12 IN BEDRIJF STELLEN VAN DE KETEL ....................88 12.1 E ....................88 ERSTE SPOEL DE KETEL MET WATER 12.2 T ..............88 WEEDE KETEL EN INSTALLATIE VULLEN EN ONTLUCHTEN 12.3 D ..................88 ERDE CONTROLEER DE DOORSTROMING 13 HET TOESTEL STARTEN ........................90 13.1 A ............................90 LGEMEEN 13.2 T...
Voor schades, die zijn ontstaan als gevolg van onjuiste opvolging van de montage-instructies, is Eco HS niet aan- sprakelijk. Voor eventuele reparaties en servicedoeleinden dienen uitsluitend originele EHS-onderdelen te worden gebruikt. Auteursrechten op deze handleiding zijn eigendom van ECO Heating Systems Groningen B.V. 1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Lees alle instructies aandachtig door, voordat de installatie in bedrijf wordt gesteld.
2 TECHNISCHE GEGEVENS AMBASSADOR KETELS Inleiding De Ambassador verwarmingsketels zijn CV-ketels met een maximaal hoog rendement. Dit wordt bereikt door on- der andere gebruik te maken van een speciale warmtewisselaar van RVS. Door toepassing van deze wisselaar kunnen de rookgassen worden afgekoeld tot beneden het condensatiepunt, waardoor extra warmte vrijkomt. Dit heeft een directe invloed op het totale rendement van de ketel.
Tabel technische specificaties ALGEMEEN CE product ID nummer CE 0063 BP3254 Gascategorie II2EK3B/P Toestelcategorie B23, B23P; C13, C33, C43, C53, C63, C83 Toesteltype Afmetingen (h x b x d) 842 x 476 x 486 898 x 476 x 677 Waterinhoud liter 10,4 12,9...
3 MAATVOERING Ambassador 60-120 PARALLEL CONCENTRISCH parallel concentrisch Aansluitingen rookgas 80-80 100-100 80/125 100/150 luchtinlaat maat "A" maat "B" maat "C" N.V.T. aanvoer R 1¼" (buitendraad) condens flexibele slang Ø25/21 x 750 mm retour R 1¼" (buitendraad) R ¾" (buitendraad) E93.0802.NL.D Handleiding Ambassador...
4 ACCESSOIRES EN UITPAKKEN Accessoires Afhankelijk van de geselecteerde besturing voor het centrale verwarmingssysteem en/of het mogelijk gebruik van een warmwaterboiler/tank kunnen de volgende artikelen meegeleverd worden met de ketel. Artikel Bestelnr. Buitentemperatuursensor: 12kOhm@25°C (verbinden met de ketelaansluitingen) E04.016.585 Externe aanvoer-temperatuursensor voor plaatsing na de open verdeler: 10kOhm@25°C E04.016.304 (verbinden met de ketelaansluitingen) WW tank/boiler temperatuursensor: 10kOhm@25°C (verbinden met de ketelaansluitingen)
5 INSTALLATIE VAN DE AMBASSADOR Algemene opmerkingen Er dient aan weerszijden van de ketel minimaal 50 mm vrije ruimte tussen zijkant en muur te zijn, 350 mm aan de bovenzijde en 250 mm aan de onderzijde van de ketel. In de technische opstellingsruimte dienen onder meer aanwezig te zijn: ...
Plaatsen van de ketel Voordat de ketel wordt geplaatst, dienen eerst de diverse aansluitingen te worden ontworpen: Rookgasafvoer Luchttoevoeraansluiting Aanvoer- en retouraansluiting Condensaatafvoer en overstortventiel Elektrische voeding (bij voorkeur dient de aansluiting boven de ketel te zijn gesitueerd) ...
6 WATERZIJDIG AANSLUITEN VOORAANZICHT Ketelaansluitingen 1 – Aanvoer 2 – Condensafvoer 3 – Sifon 4 – Retour 5 – Gas Aansluiting condensafvoer De condensafvoer is gesitueerd in het midden aan de onderzijde van de ketel en heeft een ¾“ afvoerslang. Sluit deze slang m.b.v. een open verbinding op het bestaande rioleringssysteem aan.
Aansluiting aanvoer en retour Er worden twee losse T-stukken met de ketel meege- leverd, deze zijn voor het extern monteren van het overstortventiel en de ketelontluchtingsafsluiter t.b.v. het onderhoud aan de ketel. Het advies is om twee ser- geleverd met vice-afsluiters te plaatsen onder de ketel in de aanvoer- ketel de ketel...
Vorstbeveiligingsfunctie De ketel heeft een ingebouwde vorstbeveiliging, die automatisch de CV-pomp activeert als de retourwatertempera- tuur naar de ketel lager is dan 5°C (programmeerbaar). Als de watertemperatuur onder de 3°C komt (programmeer- baar), ontsteekt tevens de ketel. De pomp en de ketel schakelen weer uit, zodra de watertemperatuur boven de 10°C uitkomt (programmeerbaar).
6.11 PVC leidingen in het verwarmingssysteem Als er PVC leidingen zijn toegepast in het verwarmingssysteem, moeten deze worden gescheiden van de ketel d.m.v. een (platen)wisselaar. Door diffusie (door het plastic) bestaat de mogelijkheid dat lucht het verwarmingssys- teem binnendringt. Hierdoor kunnen ketel, pompen en andere appendages in het systeem beschadigd en/of defect raken.
Systemen met hogere druk (bijv. in hoge gebouwen) Wanneer drukken hoger dan 4,0 bar optreden in het verwarmingssysteem, is de beste oplossing om een platenwis- selaar toe te passen. De keteldruk kan dan onder 4,0 bar blijven en de waterdrukregeling met sensor blijft ongewij- zigd.
6.18.2 OORBEELD VAN EEN ENKELE KETEL MET OPEN VERDELER VOORKEUR afsluiter luchtafscheider KETEL vuilafscheider VERWARMINGS- filter ZONE overdrukventiel sifon pomp autom. ontluchter expansievat open verdeler (wisselaar) 6.18.3 OORBEELD VAN EEN CASCADEOPSTELLING MET OPEN VERDELER TERUGSLAG- KLEP KETEL KETEL lage weerstand NIET VEERBELAST VERWARMINGSZONE...
Ketel-, boiler- en systeempomp: maximaal elektrisch vermogen Algemeen. De inschakelstroom van een reguliere pomp is bij benadering 2½ x de nominale stroom. De maximaal schakelbare stroom, die het relais op de branderautomaat aankan, is 5 A. De conclusie hieruit is dat aangesloten pompen maximaal 2 A nominaal mogen opnemen. Pomp P1 - ketelpomp.
Rookgastypen / Toestelcategorieën. Voor C43 en C83, zie de cascadehandleiding: http://www.ecohs.nl/producten/ambassador-/documenten/ Type conform EN 15502-2-1: 2012 Omschrijving B23(P) Open * Dakdoorvoer. Luchttoevoer * Zonder trekonderbreker Rookgasafvoe uit de ruimte * Luchttoevoer uit de ruimte * P = overdruk systemen Zie hoofdstuk "Accessoires" - Rookgas en luchttoevoer - tabel "Parallel".
Gesloten * Apart luchttoevoerkanaal Rookgasafvoer Luchttoevoer * Apart rookgaskanaal. van buiten * Luchttoevoer en rookgasafvoer in verschillende drukzones, echter niet op tegenover elkaar liggende muren. Zie hoofdstuk "Accessoires" - Rookgas en luchttoevoer Lucht - tabel "Parallel". inlaat Zie "Zes voorbeelden van berekeningen" - voorbeeld F Gesloten * Toestel geleverd zonder rookgasmateriaal...
Een paar voorbeelden van rookgasmateriaal geschikt voor ECO ketels: Voorbeeld CE code voor PP (kunststof): EN14471 T120 P1 W 2 O(30) I C/E L Voorbeeld CE code voor roestvrijstaal: EN1856-1 T250 P1 W V2-L50040 O (50) Let erop, dat bij het selecteren van rookgassystemen aan de minimale eisen wordt voldaan. Selecteer dus alleen rookgasmaterialen die dezelfde of betere eigenschappen hebben dan die in deze tabel.
60 Parallelversie De A 60 ketel zoals hieronder afgebeeld, heeft een parallel rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem. GEEN concentrische pijp hierop aansluiten. De parallelle versie wordt tevens herkend twee pijpen, De sticker op de rookgasaf- waarvan één met een voerpijp geeft aan dat het RODE ringvormige om een parallel systeem...
Rookgasafvoer & luchttoevoer: weerstandstabel In de hierna volgende paragraaf volgen zes voorbeeldcalculaties voor het bepalen van de maximale lengte van het rookgaskanaal en de luchttoevoerleiding. Eerst worden in de volgende tabel alle weerstandgegevens gegeven: WEERSTAND [Pa] ROOKGASUITLAAT ROOKGASKANAAL Ø [mm] * 100 A 120 A 150 A...
Zes veel voorkomende voorbeelden Systeem met aparte rookgasafvoer en luchttoevoer. Systeem met aparte rookgasafvoer/luchttoevoer en concentrische dakdoorvoer. Aparte rookgasafvoer (luchttoevoer vanuit de technische ruimte). Concentrische kanalen voor rookgasafvoer / luchttoevoer (dakdoorvoer) Concentrische kanalen voor rookgasafvoer / luchttoevoer (muurdoorvoer) Luchttoevoer en rookgasafvoer in verschillende drukzones 8.8.1 .
Pagina 33
Voorbeeld A (C63) en B (C33) maximale buislengtes concentrische dakdoorvoer adapter concentrisch naar parallel rookgas- uitlaat lucht- inlaat Voorbeeld A Voorbeeld B Voorbeeld A (C63) keteltype Diameter luchttoevoer [mm] Diameter rookgasafvoer [mm] Diameter dakdoorvoer [mm] Maximale buislengte 30,2 11,1 36,5 19,0 78,9...
8.8.3 . C: A ). (B23, B23P) PARTE ROOKGASAFVOER LUCHTTOEVOER UIT DE TECHNISCHE RUIMTE Rekenvoorbeeld met gegeven lengtes: controleer de weerstand Ketel type: Ambassador Diameter: 100 mm Aantal Pa totaal Rechte leiding m¹ totaal Bocht 90° Bocht 45° 13,6 Rookgasafvoer H/D = 1,0 11,6 11,6...
8.8.4 . D: , C33) CONCENTRISCH SYSTEEM DAKDOORVOER Rekenvoorbeeld met gegeven lengtes: controleer de weerstand Ketel type: Ambassador Diameter: 80/125 mm. Aantal Pa totaal Rechte leiding m totaal 18,1 117,7 Bocht 90° 28,7 57,4 Bocht 45° 15,4 30,8 Conc. dakdoorvoer 109,8 109,8 Totale weerstand rookgasafvoer en luchttoevoer...
Pagina 36
Voorbeeld D en E maximale buislengtes Concentrische Concentric roof terminal dakdoorvoer Concentric Concentrische wall muurdoorvoer terminal Voorbeeld D Voorbeeld E Voorbeeld D (C33) keteltype Diameter conc. buis [mm] 80/125 80/125 100/150 100/150 Conc .dakdoorvoer [mm] 80/125 80/125 100/150 100/150 Niet mogelijk (selecteer B,C of E) Maximale buislengte...
9 ELEKTRISCHE INSTALLATIE Algemeen Alle elektrische bekabeling is aangesloten op een losse stekker, die is geplaatst in een houder. Deze stekker kan uit de houder worden genomen zonder dat de bedrading wordt losgemaakt. De elektrische aansluitingen zijn aange- bracht bovenop het displaypaneel en zijn toegankelijk door de keteldeur en de afdekplaat weg te nemen. ...
ALGEMENE BLOKKERING Een warmtevraag, die de brander wil starten, wordt geblokkeerd als aansluiting 7 en 8 niet zijn gesloten. Deze aansluiting kan worden gebruikt voor externe veiligheidsvoorzieningen. (Aansluitingen moeten zijn overbrugd om de brander te kunnen laten starten). 9-10 LEEG 11-12 EXTERNE WATERDRUK-SENSOR/SCHAKELAAR Een waterdruksensor is standaard gemonteerd in de ketel.
Display geeft bericht van 2x20 tekens weer gedurende drie druk: ▲ seconden. Bericht kan worden geprogram- meerd. Voorbeeld: Eco Heating Systems Groningen NL druk: ▼ Display geeft drie seconden lang het volgende weer: - Keteltype - Tijd, datum en dag druk: ◄►...
Pagina 45
BEVESTIGEN VAN VERANDERINGEN Als veranderingen zijn aangebracht in één van de negen onder- staande menu’s, dient de gebruiker deze veranderingen te beves- tigen m.b.v. de ENTER-knop. Om te voorkomen dat klanten per ongeluk wijzigingen aanbrengen, gebeurt het volgende: Stap 1 : De gebruiker drukt op ENTER om te bevestigen of op [MENU] om zonder wijzigingen het menu te verlaten.
10.3 Display gedurende normaal bedrijf Gedurende normaal bedrijf geeft het display van de ketel de volgende tekst weer. In de hierna volgende beschrijving worden de diverse schermen tijdens normaal bedrijf behandeld. Display bij CV WARMTEVRAAG Warmtevraag type: Actuele status: : G e e n v r a a g >...
Monitorschermen 10.4 Gedurende normaal bedrijf en stand-by kunnen de [◄] en [►] knoppen worden gebruikt om informatie van de ketel weer te geven, waaronder gemeten temperaturen, instellingen en informatie. In de hiernavolgende beschrijving is uitgelegd, welke waarden kunnen worden weergegeven. Als er geen knop wordt ingedrukt gedurende twee minuten, keert het display terug naar het statusscherm.
SCHERM C a s c . t o e w i j z 0=MASTER, 1..11 = SLAVE(S) C a s I n f 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B Geeft aantal, prioriteit en status weer van de ketels in de cascade.
10.5 Servicefunctie In de hiernavolgende beschrijving wordt het gebruik van de servicefunctie behandeld. Bedieningsscherm: : G e e n r a a g > > > : 1 2 3 . 4 ° C ( 1 2 3 . 4 ° C ) Druk 3 seconden op [SERVICE] knop.
10.6 Schornsteinfegerfunctie In de hiernavolgende beschrijving wordt het gebruik van de Schornsteinfegerfunctie behandeld. LET OP: Deze functie is alleen van toepassing voor Duitsland en kan worden geactiveerd met behulp van een parameter (P5 BK). De standaard fabrieksinstelling voor deze functie is “UITgeschakeld”. Het doel van deze functie is een eenvoudige bediening voor de Duitse "Schornsteinfegers"...
10.7 Programmeren in standby De standby functie Voor het wijzigen van instellingen van de ketel zonder interactie met de besturing, kan de ketel in standby gezet worden. Wijzigingen worden bij het verlaten van de standbytoestand opgeslagen. Kenmerken "standby"-functie: De toetsen reageren en het menu is toegankelijk. ...
10.9 Instellingen In de hiernavolgende beschrijving worden de verwarming- en warmwaterinstellingen behandeld. LET OP: De warmwaterinstellingen worden alleen weergegeven als de ketel als een indirect warmwater- of als een direct warmwatertoestel is geprogrammeerd. Zie parameter P4 AA voor de juiste ketelconfiguratie. Bedieningsscherm: : G e e n v r a a g...
OPMERKING: Tapwatertemperatuur normaal bedrijf/dag: (P4 AA = 1/2) De max. actuele WW temperatuur zal nooit hoger worden dan de I n s t e l i n g waarde ingesteld bij “CV instelling” ° C ongeacht de waarde ingesteld bij Dit is de tapwatertemperatuur instelling, die actief is tijdens “WW instelling”...
Pagina 54
CV-PROGRAMMA. Per dag kunnen drie perioden worden geprogrammeerd (periode 1, 2 en 3). Tijdens deze perioden gebruikt de ketel de normale CV- en warmwaterinstellingen. Buiten deze perioden zijn de verlaagde tem- peratuurinstellingen actief. Als geen tijd is geprogrammeerd, wordt de betreffende periode overgeslagen. (Voorbeeld: maandag periode 3 geen tijd geprogrammeerd >...
Pagina 55
WARMWATERPROGRAMMA > > > vervolg van vorige bladzijde met CV deel < < < Warmwater programmatijden instellen: P r o g r a m m a M a a 0 6 : 0 0 - 2 3 : 0 0 Druk op [►] om door de waarden op de onderste regel te bladeren.
LEGIONELLAPROGRAMMA Het legionellaprogramma van de ketel kan alleen worden gebruikt als de ketel is geprogrammeerd als een “indirect” toestel of als een “direct’” warmwatertoestel. Alleen deze configuraties kunnen gebruik maken van de dag en tijds- instelling van het legionella programma. Zie de hiernavolgende beschrijving. De standaard fabrieksinstelling voor deze functie is “UITgeschakeld”.
Pagina 57
GRAFIEK STOOKLIJN (zie ook volgende bladzijde) STOOKLIJN - hoofdinstellingen P5 AD - Aanvoertemp. bij lage buitentemperaturen P6 BC - Parallelle verschuiving P5 AF - Aanvoertemp. bij hoge buitentemperaturen BUITENTEMPERATUUR P5 AE P5 AC buitentemperatuur hoog buitentemperatuur laag De grafiek en waarden zijn alleen ter illustratie, de werkelijke waarden in de ketel kunnen afwijken ! P5 AC Minimale buitentemperatuur stooklijn (°C) Bij deze minimale buitentemperatuur wordt de maximale aanvoertemperatuur ingesteld.
Pagina 58
STOOKLIJN - extra instellingen P6 BA - max. aanvoertemp. P6 BB - stooklijn nachtverschuiving P5 AH - Warm-weeruitschakeling P2 HA - Buitenvoeler hysterese P5 AG - min. aanvoertemp. BUITENTEMPERATUUR De grafiek en waarden zijn alleen ter illustratie, de werkelijke waarden in de ketel kunnen afwijken ! P5 AG Minimale instelling stooklijn (°C) De aanvoer temperatuur zal nooit lager worden dan de ingestelde aanvoertemperatuur in parameter P5 AG.
Pagina 59
In de hiernavolgende beschrijving worden de stooklijninstellingen behandeld. Bedieningsscherm: : G e e n r a a g > > > : 1 2 3 4 ° C ( 1 2 3 . 4 ° C ) Druk op [MENU] Kies "Stooklijn"...
10.12 Controleren van de bedrijfshistorie In de hiernavolgende beschrijving wordt het uitlezen van de bedrijfshistorie behandeld. Bedieningsscherm: : G e e n v r a a g > > > : 1 2 3 . 4 ° C ( 1 2 3 . 4 ° C ) Druk op [MENU] Kies "Bedrijf"...
10.13 Controleren van de fouthistorie In de hiernavolgende beschrijving wordt het uitlezen van de fouthistorie behandeld. Bedieningsscherm: : G e e n v r a a g > > > : 1 2 3 . 4 ° C ( 1 2 3 . 4 ° C ) Druk op [MENU] Selecteer "Fouthisto"...
10.14 Instellen van de onderhoudsspecificaties In de hiernavolgende beschrijving wordt het controleren en instellen van de onderhoudsspecificaties behandeld. De standaard fabrieksinstelling voor deze functie is “UITgeschakeld”. ONDERHOUDSINSTELLINGEN De ketel kan zo worden geprogrammeerd dat er een automatische onderhoudsmededeling verschijnt. Er kunnen drie criteria worden geprogrammeerd. Een onderhoudsmededeling wordt weergegeven nadat: * Een bepaalde datum is bereikt.
Pagina 63
Van vorige bladzijde Scherm: Mededeling op bepaalde datum activeren. O n d e h o u d m o d u s D a t u m Druk op [►] om in te stellen: De datum voor de onderhoudsmededeling. Druk op [◄] om terug te keren naar het criteria keuzemenu.
Pagina 64
Van vorige bladzijde Scherm: Mededeling na aantal branduren activeren. O n d e r h o u d m o d u s A a n t a l D r . u r e n Druk op [►] om in te stellen: Het aantal branduren voor de onderhoudsmededeling.
10.15 Instellen van de gebruikersblokkering In de hiernavolgende beschrijving wordt het instellen van de gebruikersblokkering behandeld. De standaard fabrieks- instelling voor deze functie is “UITgeschakeld”. Het "GEBRUIKERSBLOKKERING" menu. In dit menu kan de ketel worden vergrendeld. 0 = TOEGANKELIJK 1 = VERGRENDELD Als de ketel toegankelijk is, kan de gebruiker het menu ope- nen door op de [MENU] knop te drukken en worden alle schermen toegankelijk.
10.16 Instellen van de parameters via het bedieningspaneel De functies van de ketelregeling zijn in de elektronica vastgelegd door middel van parameters. De waarden en instellingen hiervan kunnen door een vakbekwaam en opgeleid service-engineer geprogrammeerd worden met be- hulp van een computer (laptop), de juiste software en een interfacekabel. Een gedeelte van de parameters kan via het bedieningspaneel op de ketel zelf geprogrammeerd worden, zonder gebruik te maken van een computer.
Pagina 67
Bedieningsscherm: : G e e n v r a a g De schermteksten op deze > > > : 1 2 3 . 4 ° C ( 1 2 3 . 4 ° C ) bladzijden zijn standaard in de software opgenomen en heb- Druk op [MENU] ben betrekking op CV-sys-...
Pagina 68
Menu A: Verwarming c P r b De schermteksten op deze ° C bladzijden zijn standaard in de Cascade ketels aanvoertemperatuurregeling instellen. software opgenomen en heb- Deze parameter is de proportionele band van de ingestelde CV- ben betrekking op CV-sys- aanvoertemperatuur PER ketel van de totale cascade-opstelling temen en/of warmwatertoestel- en van de externe (cascade) sensor.
Pagina 69
Menu B: Warm water e g i o t e m p De schermteksten op deze bladzijden zijn standaard in de ° C software opgenomen en heb- Legionellafunctie van de ketel. Deze parameter is de inge- ben betrekking op CV-sys- stelde warmwatertemperatuur tijdens legionellabedrijf van de temen en/of warmwatertoestel- ketel.
Pagina 70
Menu B: Warm water W W d e c l n t 2 3 De schermteksten op deze 2 0 0 S e c bladzijden zijn standaard in de software opgenomen en heb- Functie voor de directe warmwaterketel. ben betrekking op CV-sys- Deze parameter is de integratietijd van de ingestelde WW tem- temen en/of warmwatertoestel- peratuur van de ketel.
Pagina 71
Menu C: Cascade t r a De schermteksten op deze bladzijden zijn standaard in de software opgenomen en heb- Functie voor de cascadeopstelling van de ketel(s). ben betrekking op CV-sys- Deze parameter geeft aan of er een externe extra ketel aan de temen en/of warmwatertoestel- Master is gekoppeld.
Pagina 72
Menu D: Algemeen x K o e l T De schermteksten op deze M i n bladzijden zijn standaard in de Functie voor het instellen van de maximale nadraaitijd van de software opgenomen en heb- ventilator (maximaal 10 minuten). ben betrekking op CV-sys- 0 = Uitschakelen temen en/of warmwatertoestel- len.
10.17 Foutcodes display In de hiernavolgende beschrijvingen worden de diverse storingen van de ketel behandeld. LET OP: Voordat een storing van de ketel wordt ge-reset, moeten altijd de ketel, het verwarmingssysteem en alle componenten, die bij de aard van de storing horen, worden gecontroleerd. Reset nooit de ketel, voordat de juiste mogelijke oorzaak van de storing is achterhaald.
Display mededeling o m p Reden Rookgassensor niet gevonden door de ketel, oorzaak defecte aansluiting/sensor. Display mededeling e m p o m p Reden De rookgastemperatuur heeft 3 maal de limietwaarde overschreden binnen een bepaalde tijd.. Display mededeling o m p Reden De drukschakelaar signaleert een (te) hoge druk in het rookgassysteem en/of de sifon.
Display mededeling Reden De buitentemp. heeft de in de parameters aangegeven blokkeertemp. overschreden. Display mededeling Reden Foutief elektrisch voedingssignaal aangesloten (geen 50 of 60 Hz, 220-240 Volt). Display mededeling Reden De ketel start zijn ontluchtingscyclus en keert hierna terug naar normaal bedrijf. Deze func- tie kan worden ingesteld d.m.v.
11 BESTURINGSOPTIES EN INSTELLINGEN 11.1 Algemeen De volgende paragrafen behandelen het gebruik van enkele algemene functies van de ketel. 11.1.1 ANSTURING VOOR EXTRA KETEL Als alle ketels (cascade) operationeel zijn en op hun maximum vermogen branden, is het mogelijk om een extra “externe”...
Bij gasconversie moet de bijbehorende sticker op de daarvoor bestemde plaats in het toestel wor- den geplakt. Hierop moet worden aangegeven welke gassoort wordt toegepast, en dat parameter P4BD is aangepast. (In de afbeelding is ‘propaan’ en ‘P4BD = 1’ aan- gekruist).
11.2 Verwarming De volgende paragrafen beschrijven de verschillende functies van de ketel en de gerelateerde “regelgedraginstel- lingen” van een CV-ketel. 11.2.1 EGELGEDRAGINSTELLINGEN De fabrieksinstellingen voor alle verwarmingsdoeleinden zijn functioneel en het is daarom aanbevolen om deze niet te wijzigen. Als er wijzigingen gewenst zijn, neem dan contact op met de fabrikant. P5 AO Offset CV aanvoertemperatuur (display A2) Het aantal graden dat de gemeten temperatuur de ingestelde aanvoertemperatuur mag overschrijden voordat de...
11.2.2 UIMTETHERMOSTAAT AAN Een ruimtethermostaat met een vast instelpunt en gebruikmakende van een AAN/UIT regeling, kan worden aange- sloten op de ketel (aansluiting 13-14). Wijzigen van de aanvoertemperatuurinstelling en het activeren van het tijd- programma kunnen met behulp van de ruimtethermostaat gebeuren of door middel van het programmeren van de ketelinstellingen.
11.2.6 0-10 V OLT AANSTURING OP BASIS VAN VERMOGEN Het ketelvermogen wordt geregeld op basis van een extern 0-10 Volt DC signaal naar de ketel (aansluiting 15-16). P5 BB Analoge ingang conf. (0=uit 1=temperatuur 2=vermogen) (display D1) Deze parameter moet ingesteld worden op “2”, zodat het 0-10 Volt signaal het vermogen van de ketel regelt. De standaard fabrieksinstelling voor deze functie is “1”, aansturing op basis van temperatuur.
11.3 Indirecte warmwaterfunctie De volgende paragrafen beschrijven de verschillende functies van de ketel en de gerelateerde “regelgedraginstel- lingen” van een CV-ketel met een indirecte warmwaterfunctie. Bij het toepassen van de Ambassador voor warm-/sanitairwatervoorziening moet de installatie voldoen aan Werkblad Drinkwaterinstallaties, Vewin nr 4.4B. LET OP! Als voor het verwarmen van een boiler, behalve het CV-toestel, ook een andere warmtebron wordt toegepast, moet de systeemontwerper een aanvullende beveiliging toepassen of andere maatregelen nemen om oververhitting van het systeem te voorkomen.
11.3.4 HOGE AANVOERTEMPERATUUR NAAR DE TANK Deze functie kan alleen worden gebruikt bij een “indirect” geprogrammeerde ketel (parameter P4 AA = 1). Normaal wordt bij een reguliere wisselaar/tank een vaste watertemperatuur van 85°C naar de wisselaar van de warmwatertank getransporteerd bij een warmtevraag. Deze warmwaterstroom warmt het water in de tank indirect De parameters van deze functie kunnen worden ingesteld voor zowel een lage als een hoge aanvoertemperatuur naar de warmwatertank.
11.3.5 EN WARM WATER SCHAKELTIJDEN Deze functie kan alleen worden gebruikt bij een “indirect” geprogrammeerde ketel (parameter P4 AA = 1). Als de ketel in bedrijf is om aan een warmtevraag te voldoen, kan tegelijkertijd een warmwatervraag optreden. Een warmwatervraag heeft altijd voorrang; dit betekent dat de ketel omschakelt naar (indirect) warmwaterbedrijf. Als de warmwatervraag actief blijft voor een langere periode, wordt er gedurende deze periode geen warmte naar de ver- warmingsinstallatie getransporteerd.
11.3.7 NTILEGIONELLAFUNCTIE Deze functie kan alleen worden gebruikt bij een “indirect” geprogrammeerde ketel (parameter P4 AA = 1), waarop een warmwaterprogramma actief is. Om legionellavorming te voorkomen heeft de ketel(besturing) een functiemogelijkheid om het warme water in de tank (eenmaal per week) te verwarmen naar een hogere temperatuur dan de normaal gebruikte warmwaterinstelling. Ook de periode, gedurende welke het water deze hogere temperatuur moet hebben, kan worden geprogrammeerd.
11.4 Cascaderegeling Onderstaande informatie is tevens te vinden in de cascadehandleiding, standaard verstrekt bij EHS casca- deleveranties of op aanvraag. Voor het inbedrijfstellen van een cascade-installatie moeten enkele parameters gewijzigd worden. Deze parameters worden geprogrammeerd op de ketel zelf, zonder gebruik te maken van een computer. Veranderingen in parameters kunnen alleen worden aangebracht door een vakkundig inbedrijfsstellings- /servicemonteur die een specifieke opleiding gevolgd heeft voor het instellen van de Ambassador -ketels.
Pagina 86
Nu moeten voor elke ketel van de cascade de volgende twee parameters worden geselecteerd en geprogrammeerd. E.e.a. conform bovenstaande tekening. Master: Menu C: Cascade C5 P5 DF 1 C a s E n k / M a C2 P5 DA 0 Functie voor de cascadeopstelling van de ketel(s).
Als de cascadeaansluiting juist is geprogrammeerd zal het display het volgende weergeven. Uitleg "Cascadecommunicatie indicatie" GEEN CASCADECOMMUNICATIE > > > nr.1 Laat continu ">>>" zien CORRECTE CASCADECOMMUNICATIE > > nr.1 > nr.2 Laat afwisselend nr.1 en nr. 2 zien met een interval van 1 s. 11.4.2 ONITORSCHERMEN Cascade-informatie opvragen zie §...
12 IN BEDRIJF STELLEN VAN DE KETEL 12.1 Eerste: spoel de ketel met water Na installatie van de ketel moeten eerst, voordat de ketel in bedrijf wordt genomen, de ketel en de gehele verwar- mingsinstallatie met schoon water worden doorgespoeld, om vervuiling, rommel en andere materialen, die een ver- stopping kunnen veroorzaken, te verwijderen.
Pagina 89
Door de [SERVICE] knop van de ketel in te drukken, kan de ketel gestart worden zonder een warmtevraag. De ketel gaat branden en ook de pomp wordt actief. Het ontsteken van de ketel zonder doorstroming (maar gevuld met water!) geeft de zogenoemde “kook”-geluiden. Controleer gedurende de “servicefunctie” ook de aanvoer- en retourtempera- turen van de ketel door op de [◄] knop te drukken.
13 HET TOESTEL STARTEN 13.1 Algemeen Controleer de gasdruk, die beschikbaar is op de gasaansluitleiding van de ketel. Gebruik de druknippel op het gas- blok [3] om deze voordruk te meten. De tekening op pagina 96 laat de positie van de druknippel [3] op het gasblok zien voor de verschillende ketels. De gasvoordruk naar de ketel dient minimaal 20 mbar te zijn bij vollast, om een goede werking van de ketel te garanderen.
14 AFSTELLEN VAN DE BRANDER Alvorens met het afstellen te beginnen, dit hoofdstuk in zijn geheel goed doornemen. 14.1 Inleiding Het gasblok moet altijd worden afgesteld als: - een nieuwe ketel wordt geïnstalleerd - bij service en onderhoud wordt vastgesteld dat de O -waarden niet meer voldoen - het gasblok is vervangen - op een andere gassoort wordt overgestapt: gasconversie, bv van G25.3 naar G20 of naar G31...
14.1.2 NSTELWAARDEN Om het instellen eenvoudiger te maken zijn de waarden van tabel 1 overgenomen in bijgaande figuren. De O waarde mag zich niet in de gearceerde gebieden bevinden. Nominale waarden zijn te vinden in de techni- sche specificaties voorin dit manual. Alle waarden zijn gemeten zonder frontpaneel. G20, G25.3 Het O niveau mag niet in het gearceerde gebied vallen.
Pagina 93
Propaan G31: >>> vervolg Het O niveau mag niet in het gearceerde gebied vallen. afstellen 10,6 % 4,7 % max last O.K. 10,4 % 5,0 % afstellen afstellen 9,3 % 6,7 % min last O.K. 9,1 % 7,0 % afstellen __________________________________________________________________________________ afstellen 10,7 %...
Pagina 94
B/P: butaan/ propaan mengsel G30/ G31: Ventilatorsnelheden moeten worden gewijzigd door aanpassing van parameter P4BD (display D8). (alleen door een ervaren monteur). Het O niveau mag niet in het gearceerde gebied vallen. afstellen 10,6 % 5,1 % max last O.K. 10,4 % 5,4 % afstellen...
Pagina 95
Tabel 2 voorinstellingen gaskleppen aantal slagen linksom ketel- nat. gas G20 / Butaan/propaan type propaan G31 G25.3 G30/G31 (B/P) 0,25 0,75 1,25 2,25 * 0,75 * 2,25 * 0,75 * 4,25 * 2,25 * *Beide kleppen dit aantal slagen openen. Tabel 3 Neem contact op met uw leverancier, wanneer u een ander gas wilt toepas- sen dan de in tabel 3 voorkomende soorten.
14.1.3 EKENINGEN GASBLOK STELSCHROEVEN LET OP: Draai NIET per ongeluk in plaats van schroef 2 aan de schroef waarbij ‘PILOT’ staat. Schroef 2 is het KLEINE schroefje direct naast de pilotschroef. E93.0802.NL.D Handleiding Ambassador...
14.1.4 FSTELSCHEMA Hier volgt een algemeen schematisch overzicht van de diverse afstelstappen. Om de ketel af te stellen, voer de handelingen volgens A of B van boven naar beneden uit (voor B moeten enkele extra stappen uitgevoerd worden (grijze velden)): <<...
14.2 Afstellen van een nieuwe ketel, of na onderhoud (situatie A) 14.2.1 LGEMENE OPMERKING Voor alle afstelprocedures onder A geldt: de gemeten O -waardes dienen overeen te komen met de waarden in tabel 1 of met de figuren. 14.2.2 NSTELLEN OP MAXIMALE BELASTING Stel de brander af op maximale belasting zoals beschreven in procedure 1 op p.100.
14.3.4 120 / A 150 / A NSTELLEN OP MAXIMALE BELASTING De A 120, A 150 en A 180-ketels hebben een dubbele gasklep, zie de tekeningen op pagina 95. Sluit een manometer op “p-uit” aan, meetpunt [4] van de linker klep (zie tekening). Draai schroef [2] van beide kleppen rechtsom tot weerstand gevoeld wordt.
14.4 Afstelprocedures Nu volgt de beschrijving van procedure 1 en procedure 2, nodig in de voorafgaande paragrafen 14.2 en 14.3: Procedure 1: afstellen op maximale belasting In situatie B (vervanging van de gasklep, of gasconversie) eerst de instructies in § 14.3 opvolgen. Voer de volgende 4 stappen uit: 1.
15 BUITEN BEDRIJF STELLEN VAN DE KETEL Het is aan te bevelen om het toestel het gehele jaar door in bedrijf te hebben. Hiermee wordt voorkomen dat het toestel bevriest gedurende de winterperiode en dat draaiende onderdelen eventueel gaan vastzitten. 15.1 Buiten bedrijf stellen: aan/uit Gebruiken als het toestel voor een langere periode buiten werking gesteld moet worden i.v.m.
16 FOUTCODES EN BLOKKERENDE CODES BELANGRIJK: Voorkom elektrische schokken: sluit altijd de stroomvoorziening af, voordat er aan de ke- tel wordt gewerkt. Voorkom verbrandingen, laat de ketel eerst afkoelen. Denk eraan: een foutcode geeft aan dat de ketel / verwarmingssysteem mogelijk een probleem heeft.
Pagina 103
A a n v R e t o u r Display mededeling p o m p 1 a a n 9 9 9 u u r Temperatuurverschil tussen aanvoer en retour groter dan de li- Reden mietwaarde, of na drie keer optreden van dT Direct Blokk. Oorzaak: De doorstroming van het toestel is te laag.
Pagina 104
Display mededeling x o n F o u t p o m p 1 a a n 9 9 9 Temperatuur warmtewisselaarzekering of branderdeurclixon hoger Reden dan maximum waarde. Oorzaak: De smeltzekering van de warmtewisselaar is geactiveerd. Herstelactie: Schakel elektrische voeding en gastoevoer af. Neem contact op met de installateur. Oorzaak: De branderdeurclixon is geactiveerd.
Pagina 105
Display mededeling t o u r s e n s o r f o u t p o m p 1 a a n 9 9 9 Reden Retoursensor niet gedetecteerd door de ketelregeling. Oorzaak: Slechte bedrading/aansluiting van het elektrische retoursensor circuit. Herstelactie: Controleer op losse bedrading/aansluitingen van het elektrische retoursensor-circuit.
Pagina 106
Display mededeling f o n s c h a k e a a r p o m p 1 a a n 9 9 9 Reden Sifondrukschakelaar detecteert een hoge druk in het rookgas/sifon systeem. Oorzaak: Er is teveel weerstand in het rookgasafvoersysteem, waardoor er een te hoge druk in de warmtewisselaar, aan de rookgaszijde, ontstaat.
Pagina 107
Display mededeling a m w e g v a p o m p 1 a a n 9 9 9 Reden Vlamsignaal valt weg tijdens bedrijf. Oorzaak: Slechte gasvoordruk. Herstelactie: Denk erom: de gasvoordruk dient gedurende alle omstandigheden gehaald te worden. Controleer of alle gaskleppen in de toevoerleiding volledig open zijn.
16.2 Blokkeercodes: Het display knippert niet, maar licht op gedurende de blokkeerperiode. De ketel blokkeert een bepaalde handeling, omdat er een ongewone situatie is ontstaan. Deze actie wordt voortgezet, na stabilisatie van de ongewone situatie. Display mededeling A a n v o e r e m p h o o g 9 9 9...
Pagina 109
Display mededeling C a s c a d e o k k 9 9 9 Reden Een ketel van de cascadeopstelling is in storing. Oorzaak: Toestel is zo geprogrammeerd, dat geen van de ketels in de cascade start, als er een ke- tel in storing valt.
Pagina 110
Display mededeling R o o k g a s e m p h o o g 9 9 9 Reden Rookgastemperatuur is hoger dan de blokkeerwaarde. Oorzaak: Warmtewisselaar vervuild en niet mogelijk om genoeg warmte over te dragen. Herstelactie: Controleer en reinig de warmtewisselaar. Oorzaak: Defecte rookgassensor of slechte bedrading.
16.3 Onderhoudsherinneringsfunctie Het display geeft afwisselend het basisscherm en deze mededeling, terwijl de verlichting knippert. De ketel is in bedrijf, maar telt de uren sinds het verschijnen van de mededeling. Na onderhoud moet een parameter worden gewijzigd om de mededeling te laten verdwij- nen.
17 ONDERHOUD 17.1 Algemeen Voor een goed, veilig en langdurig gebruik van de ketel is het aan te bevelen om de ketel minimaal jaarlijks te (laten) inspecteren en onderhouden. Onderhoud en inspectie van de ketel moeten worden uitgevoerd in de volgende gevallen: Wanneer een aantal gelijksoortige foutcodes en/of blokkerende fouten zijn opgetreden.
Pagina 113
Servicehistorie De fouthistorie (totale aantallen en sinds de laatste servicebeurt) en de bedrijfsgeschiedenis van de ketel kunnen worden uitgelezen. Op basis van deze informatie kunnen mogelijke storingsoorzaken en de vervanging van eventu- ele onderdelen voor nu en in de toekomst bepaald worden. Waterlekkage De waterdruk in de installatie dient meer dan 1 bar te bedragen tot een maximum van 2 bar, bij normaal bedrijf.
Pagina 114
Ventilator Als de schoepen van de ventilator vervuild zijn, dient iedere schoep nauwkeurig gereinigd te worden met een zachte kwast. Als deze werkzaamheden niet consequent of met te veel kracht worden uitgevoerd, kan de ventilator in on- balans raken en niet meer gelijkmatig draaien. Dit veroorzaakt lawaai en mogelijk ventilatoruitval. Controleer de ventilator ook op eventuele waterschade.
Bij geconstateerde afwijkingen, die de servicemonteur niet zelf kan verhelpen, moet de eindgebruiker op de hoogte worden gebracht met de vermelding dat dit opgelost moet worden. Dit dient ook in het service- rapport/logboek vermeld te worden. Tijdens het onderhoud worden gas, lucht, water en rookgasvoerende delen gedemonteerd. Let op dat deze onderdelen weer gasdicht en conform de voorschriften gemonteerd worden, voordat het toestel weer in bedrijf wordt genomen.
19 INSTALLATIEVOORBEELDEN De volgende schema’s geven de diverse opstellingsmogelijkheden van de verwarmingsinstallatie weer: Systeem type 1 Code 1 Benaming Aansluiting Artikelnr. Ingebouwde ketelpomp Optioneel: CV-pomp 25-26-27 Modulerende ruimtethermostaat 13-14 Parameterwijziging: nee Systeem type 2 Code 2 Benaming Aansluiting Artikelnr. Ingebouwde ketelpomp Optioneel: CV-pomp 25-26-27 Overbrugging...
Pagina 117
Systeem type 4 Code 4 Benaming Aansluiting Artikelnr. Ingebouwde ketelpomp Optioneel: CV-pomp 25-26-27 Modulerende ruimte- 13-14 thermostaat Tank Tankthermostaat of S04.016.303 tanksensor Buitensensor (voeler) E04.016.585 Driewegklep 28-29-30-31 Parameterwijziging: ja Systeem type 5 Code 5 Benaming Aansluiting Artikelnr. Ingebouwde ketelpomp Optioneel: CV-pomp 25-26-27 Modulerende ruimtether- 13-14...
Pagina 118
Systeem type 7 Code 7 Benaming Aansluiting Artikelnr. Ingebouwde ketelpomp Optioneel: CV-pomp 25-26-27 Modulerende ruimte- 13-14 thermostaat Tank Tankthermostaat of S04.016.303 tanksensor Open verdeler Externe temperatuur- E04.016.304 sensor Buitensensor (voeler) E04.016.585 Parameterwijziging: ja Systeem type 8 Code 8 Benaming Aansluiting Artikelnr.
Pagina 119
Voor de cascadeopstellingen, gebruik de speciale cascadehandleiding. Systeem type 10 Code 10 Benaming Aansluiting Artikelnr. Ingebouwde ketelpomp Optioneel: CV-pomp 25-26-27 Modulerende ruimtethermostaat 13-14 Open verdeler Externe temperatuursensor E04.016.304 Buitensensor (voeler) E04.016.585 Parameterwijziging: ja E93.0802.NL.D Handleiding Ambassador...
Pagina 120
Systeem type 11 Code 11 Benaming Aansluiting Artikelnr. Ingebouwde ketelpomp Optioneel: CV-pomp 25-26-27 Modulerende ruimtethermostaat 13-14 WW-pomp 29-30-31 Tank Tankthermostaat of tanksensor S04.016.303 Open verdeler Externe temperatuursensor E04.016.304 Buitensensor (voeler) E04.016.585 Parameterwijziging: ja E93.0802.NL.D Handleiding Ambassador...
20 INDEX 0-10 volt aansturing op basis van gasconversie, 98 plaatsen van de ketel, 16 aanvoertemperatuur, 79 gasklep, 91 e.v, 112 pomp, 18 0-10 volt aansturing op basis van gebruikershandleiding, 42 pomp en driewegklep aansturing, vermogen, 79 gebruikersinstructie, 115 gesloten ketel, 15, 28 printplaat, 40 aansluitingen water diversen, 17 pvc leidingen in het verwarmings-...
Pagina 122
E93.0802.NL.D Handleiding Ambassador...