13 TEMPERATUUR BEVEILIGING
Het verschil tussen toevoertemperatuur en retourtemperatuur wordt continu bewaakt. Een te groot verschil kan
duiden op een defecte pomp of een verstopte warmtewisselaar. Om de ketel te beschermen, verlaagt de brander
besturing het vermogen wanneer het temperatuurverschil ΔT te hoog wordt:
Bij maximale ketelvermogen is ΔT beperkt tot 35°C (63°F) - (Hx_Diff_DeltaT_Min)
Tussen 35° C (63°F) en 43 °C (77 °F) moduleert het ketelvermogen tussen minimum en maximum.
Bij het minimale ketelvermogen is een ΔT boven 43°C (77°F) toegestaan (( Hx_Diff_DeltaT_Min) + 8 °C
(+ 14.4 °F)
Boven ΔT = 48 °C (86 °F) wordt de ketel UITgeschakeld gedurende HX _ Diff_Max_Wait_Time .
Relevante fabrieks ingestelde variabelen
Parameter
HX diff DeltaT min
HX diff Max Wacht Tijd
Wachttijd na overschrijding van de limiet van de pri-
maire warmtewisselaar.
120
Maximaal vermogen
high power
100
80
60
40
20
0
20
25
88
boiler input control
Ketel vermogensregeling
30
35
40
delta T [°C]
E93.1607.900.A CB CH handleiding
Niveau
Fabrieksinstelling
35 ºC (63 ºF)
3: Fabriek
180 sec.
3: Fabriek
low power
Minimaal vermogen
off
Uit
48
43
45
50
55