Pagina 4
9.4.2 Luchttoevoer door vochtige ruimtes ................34 9.4.3 Leidingmaterialen luchtinlaat ................... 34 ....................34 UCHT UIT DE STOOKRUIMTE 9.5.1 Luchtvervuiling ......................... 34 ................. 35 UCHTTOEVOER INSTALLATIE EN ONDERDELEN – ..............36 ETELCATEGORIEËN TYPE ROOKGASSYSTEMEN ......................41 GECERTIFICEERD ................41 EN UITLAATHOOGTES OP EEN PLAT DAK 9.10 ..............
Pagina 5
12.9.5 CV met setpoint instelling door een analoog ingangs signaal ; CV modus 4 ....75 12.9.6 CV met analoge (0-10V) regeling van het brander vermogen; CV modus 5 ....76 12.10 W ....................77 ATER INSTELLINGEN 12.10.1 Geen Warm Water; WW-modus 0 ................... 77 12.10.2 WW-tank met sensor;...
De service engineer De gebruiker (zie hoofdstuk 23). Eco Heating Systems Groningen BV is niet aansprakelijk voor enige schade veroorzaakt door het onjuist opvolgen van deze instructies. Gebruik voor onderhouds- en reparatiedoeleinden alleen originele reserveonderdelen van Eco Heating Systems Groningen BV.
3 TECHNISCHE GEGEVENS CB KETELS 3.1 Functionele inleiding De CB-verwarmingsketels zijn CV-ketels met een zeer hoog rendement. Dit wordt bereikt door onder andere gebruik te maken van een speciale warmtewisselaar van RVS. Door toepassing van deze wisselaar kunnen de rookgassen worden afgekoeld tot beneden het condensatiepunt, waardoor extra warmte vrijkomt. Dit heeft een direct positief effect op het rendement.
5 ACCESSOIRES EN UITPAKKEN 5.1 Accessoires Afhankelijk van de geselecteerde besturing voor het centrale verwarmingssysteem en/of het mogelijk gebruik van een warmwaterboiler/tank kunnen de volgende artikelen meegeleverd worden met de ketel. Artikel Bestelnr. Afdichting en montage (lijmen e.d.) kit 04 S022.000.001 LOCTITE®...
6 INSTALLATIE VAN DE CB 6.1 Afstanden tot de ketel Aan alle zijden van de ketel dient tenminste 5 cm vrije ruimte te worden aangebracht tot wanden of kasten, 30 cm boven de bovenzijde van de ketel en 25 cm onder de bodem/pomp van de ketel. Afstanden tot muur, plafond en vloer in cm A: Voorzijde B: Bovenzijde...
De ketel moet worden opgehangen en geïnstalleerd door een ervaren installateur in overeenstemming met alle toepasselijke normen en voorschriften. De ingebruikname van de ketel moet worden uitgevoerd door een be- kwame onderhouds-/servicetechnicus, die is getraind voor dit type ketel. Montage van de ketel Voordat de ketel wordt gemonteerd en geïnstalleerd, moeten de volgende aansluitingen in overweging worden genomen: ...
7 AANSLUITINGEN 7.1 Ketel aansluitingen 1 - Aanvoer (warm water uit) 2 - Retour (koud water in) 3 - Gas 4 - Sifon reinigings punt. 5 - Condens afvoer 6 - Automatische ontluchter. 3 4 5 6 Spanning op de gasklep en fittingen kan leiden tot trillingen, vroegtijdige uitval van onderdelen en lek- kage en kan leiden tot brand, ontploffing, schade aan eigendommen of ernstig letsel.
De sifon moet altijd tot de rand toe met water gevuld worden, alvorens deze weer op de ke- tel wordt gemonteerd. 7.3 Aanvoer- en retouraansluitin- Gebruik T-stukken voor het extern monteren KETEL van het overstortventiel en de ketel ontluch- tings afsluiter t.b.v. het onderhoud aan de ke- tel.
7.7 By-pass De ketel heeft geen interne bypass. Als er meerdere thermostaatkranen zijn toegepast in het verwarmingssys- teem, dient het systeem uitgevoerd te worden met een externe bypass om voldoende stroming te garanderen, wanneer alle kranen dicht staan. In plaats van een bypass is het beter om een open verdeler toe te passen. De ketelstroming kan ook worden beïnvloed wanneer een leiding van het verwarmingssysteem is geblokkeerd door bijvoorbeeld bevriezing.
7.11 Waterkwaliteit De pH-waarde wordt bereikt als het wa- Verontreinigingen Maximaal toelaatbaar niveau Eenheid ter is uitgewerkt en een constante sa- 7,5 tot 9,5 menstelling heeft. Deze constante om- 5 tot 15 °fH standigheden zullen zich voordoen Totale hardheid 3,5 tot 10,5 °e (Clark) wanneer na het vullen van het verwar- 2,8 tot 8,4...
Wanneer u andere antivriesproducten op basis van glycol gebruikt, zorg er dan voor dat het een gelijkwaardig product is als de drie hierboven genoemde producten die zich exact hetzelfde gedragen op alle materialen en apparatuur in de verwarmingssystemen. Maximale glycolconcentratie is 50%. Lees en volg de gebruiksaanwijzingen van de glycol leverancier. Vanwege de hogere viscositeit van het glycolmengsel moet de opvoerhoogte van de pomp met 20% bij 40% glycol verhoogd worden.
7.14 Spoel het systeem met schoon water Het water dient vrij te zijn van eventuele deeltjes en/of vervuilingen. Hiervoor dient de gehele installatie na plaat- sing uitgebreid gespoeld te worden met schoon water alvorens de ketel in bedrijf wordt genomen. 7.15 PVC-leidingen in het verwarmingssysteem Wanneer kunststof leidingen zonder zuurstofbarrière, bijv.
Het schema hieronder toont het gedrag van de 3-wegklep en ketel pomp gedurende één hele cyclus van de ontluchtingscyclus met een DAir_Repeation_OnOff ingesteld op 2. cyclus cyclus cyclus HW Stand 3-weg klep CV Stand 3-weg klep Ketel pomp AAN Ketel pomp UIT Relevante variabelen: Specifieke parameters...
7.19 Installatievoorbeelden 7.19.1 OORBEELD VAN EEN SYSTEEM MET LAGE WEERSTAND afsluiter KETEL luchtafscheider vuilafscheider vuilfilter VERWARMINGSZONE overdrukventiel sifon pomp Autom. ontluchter expansievat 7.19.2 OORBEELD VAN EEN ENKELE KETEL MET OPEN VERDELER VOORKEUR afsluiter luchtafscheider KETEL vuilafscheider vuilfilter overdrukventiel VERWARMINGSZONE sifon pomp Autom.
7.19.3 OORBEELD VAN EEN CASCADEOPSTELLING MET OPEN VERDELER KETEL KETEL TERUGSLAGKLEP (lage weerstand) NIET VEERBELAST VERWARMINGSZONE Ketel pomp Systeem pomp Open verdeler temp. sensor E93.1607.900.A CB CH handleiding...
8.3 Modulerende pomp instellingen. Er zijn verschillende modulerende pomp instellingen in de software. Door een andere modus te selecteren, kan het gedrag van de pomp worden gewijzigd. De volgende modulerende pomp instellingen zijn beschikbaar. Modulerende pomp instelling Informatie Gedeactiveerd Geen pomp modulatie; de PWM duty cycle is altijd 0%. Delta temperatuur modulatie Berekende duty cycle om een delta temperatuur tussen de T-aanvoer sensor en de T-retour sensor te creëren.
9 ROOKGAS EN LUCHTTOEVOERSYSTEEM 9.1 Algemeen De ketel is uitgevoerd met een overdruk-rookgassysteem. De beschikbare gezamenlijke druk voor de luchtinlaat en rookgasafvoer is 200 Pa voor alle keteltypes. De CV-ketel is goedgekeurd als gesloten toestel waarbij de verbrandingslucht van buiten wordt aangezogen of als open toestel waarbij de verbrandingslucht uit de stookruimte wordt gebruikt.
Een paar voorbeelden van rookgasmateriaal geschikt voor ECO ketels: Voorbeeld CE code voor PP (kunststof): EN14471 T120 P1 W 2 O(30) I C/E L. Voorbeeld CE code voor roestvrijstaal: EN1856-1 T250 P1 W V2-L50040 O (50) Let erop, dat bij het selecteren van rookgassystemen aan de minimale eisen wordt voldaan. Selecteer dus alleen rookgasmaterialen die dezelfde of betere eigenschappen hebben dan in de tabel.
9.4.1 WALITEIT VERBRANDINGSLUCHT Verbrandingslucht moet vrij zijn van deeltjes en/of vervuilingen. Denk hierbij onder meer aan chloor, ammoniak en/of loogzouten, stof, zand en stuifmeel. Ketels, die in de buurt van een zwembad, wasmachine, chemische industrie of wasserette worden geïnstalleerd, kunnen hiermee te maken krijgen. 9.4.2 UCHTTOEVOER DOOR VOCHTIGE RUIMTES Als het luchttoevoerkanaal door een vochtige ruimte loopt (bijvoorbeeld een kas), moet het kanaal dubbelwandig...
Corroderende producten en ruimtes Te vermijden producten: Spuitbussen die chloor/fluorkoolwaterstoffen bevatten Haar styling producten Gechloreerde was/reinigingsmiddelen Chloorhoudende zwembadchemicaliën Calciumchloride, gebruikt voor ontdooien Natriumchloride, gebruikt voor waterontharding Koelmiddel lekkage Verf- of lak verwijderaars Zoutzuur Cement en lijm Antistatische wasverzachters die worden gebruikt in wasdrogers Bleekmiddelen van het chloortype, detergentia en schoonmaakmiddelen die in huishou- delijke wasruimtes worden aangetroffen Lijmen voor het bevestigen van bouwproducten en andere soortgelijke producten...
9.7 Ketelcategorieën – type rookgassystemen. Voor C43 en cascade zie de handleidingen op de website van de leverancier: http://www.ecohs.nl/ Type volgens EN 15502-2-1: 2012 Uitvoering Beschrijving B23(P) * Dakdoorvoer. Rookgas afvoer Open * Zonder trekonderbreker Luchttoevoer * Luchttoevoer uit de ruimte vanuit de ruimte * P = overdruk systemen Zie: voorbeeld C...
Pagina 37
Gesloten Een type C4-toestel met een ventilator stroom- Luchttoe- opwaarts van de verbrandingskamer/warmte- voer van wisselaar. buiten EHS.D0500.5010.400 Gesloten *Apart luchttoevoer kanaal Luchttoe- *Apart rookgas afvoer kanaal Rookgas voer van afvoer * Luchttoevoer en rookgas afvoer bevinden buiten zich in verschillende druk zones. Maar niet in tegenover elkaar liggende wanden.
Pagina 38
Gesloten * Aparte luchttoevoer pijp door buitenmuur. Luchttoe- * Rookgas afvoer door een aparte of gezamen- voer van Rookgas afvoer lijke gebouw gebonden rookgasafvoer ka- buiten naal. * Luchttoevoer en Rookgas afvoer bevinden zich in verschillende drukzones. Lucht inlaat * Het is niet toegestaan dat er condens van de rookgas pijp via de ketel wegvloeit.
Pagina 39
Uitvoering Beschrijving C10(3) Gesloten of Overdruk gemeenschappelijk rookgassysteem: open * Rookgasafvoer via individuele of gedeelde rookgas- Luchttoevoer kanalen die in het gebouw zijn ingebouwd van de buiten- * Luchttoevoerinlaat en rookgasuitlaat zijde of uit de * Condensaat mag niet in de ketel lopen. stookruimte * Technische gegevens: nominaal T...
Pagina 40
C(13)3 Gesloten Overdruk gemeenschappelijk rookgassysteem: Luchttoevoer * Rookgasafvoer via individuele of gedeelde van de buiten- rookgaskanalen die in het gebouw zijn in- zijde gebouwd * Luchttoevoerinlaat en rookgasuitlaat * Condensaat mag niet in de ketel lopen.. * Technische gegevens: nominaal T 85 °C rookgas nominaal Q...
9.8 C63 gecertificeerd Als een ketel C63 is gecertificeerd, dienen de onderdelen van het rookgas- en luchttoevoersysteem een afzon- derlijk CE-keurmerk te hebben, volgens de gebouwen producten regelgeving. De onderdelen moeten bestand zijn tegen condensvorming (W) en transport, overdruk (P1) en moeten een mini- male temperatuurklasse van T120 hebben.
9.10 Rookgas- en luchttoevoer -weerstandstabel In het volgende gedeelte worden voor vijf kenmerkende rookgasuitlaat en luchtinlaatconfiguraties de maximale lengten van de rechte pijpen berekend. Eerst worden alle weerstandswaarden voor componenten weergegeven in de volgende tabel: PARALLEL CB 85 CB 105 CB 125 CB 155 ROOKGASUITLAAT...
9.11 Voorbeelden van veel voorkomende opstellingen. Systeem met aparte rookgasafvoer en luchttoevoer. Systeem met aparte rookgasafvoer/luchttoevoer en concentrische dak doorvoer. Aparte rookgasafvoer (luchttoevoer vanuit de technische ruimte). Concentrische kanalen voor rookgasafvoer / luchttoevoer (dak doorvoer) Concentrische kanalen voor rookgasafvoer / luchttoevoer (muurdoorvoer) Aparte luchttoevoer pijp &...
9.11.2 B: S MET APARTE ROOKGASAFVOER LUCHTTOEVOER EN CONCENTRISCHE DAK DOORVOER Rekenvoorbeeld met gegevens lengtes: weerstandscontrole Ketel type: CB 125 Diameter: 100 mm Aantal Pa totaal Rechte buis /m totaal 36,0 Bocht 90° 21,9 43,8 concentrisch Dak terminal 100/150 66,7 66,7 Adapter 100-100 >...
Pagina 45
Voorbeeld A (C63) en B (C33) maximale buislengtes Concentrische dak doorvoer Rookgasuitlaat Luchtinlaat concentrische/ parallel adapter Voorbeeld B Voorbeeld A Voorbeeld A (C63) ketel type CB 85 CB 105 CB 125 CB 155 Diameter luchttoevoer [mm] Diameter rookgasafvoer [mm] Diameter dak doorvoer [mm] Maximale buislengte [m]...
9.11.4 D: C ONCENTRISCH SYSTEEM Rekenvoorbeeld met gegevens lengtes: weerstandscontrole Ketel type: CB 85 Diameter: 100/150 mm. aantal Pa totaal Rechte buis m totaal 31,9 Bocht 45° 12,8 Bocht 90° 10,2 30,6 Concentrische dak- doorvoer 31,2 31,2 Weerstand rookgasafvoer: 106,5 Diameter: 100/150 mm.
Pagina 48
Voorbeelden D en E maximale buislengtes Concentrische dak doorvoer Concentrische muurdoorvoer Voorbeeld D Voorbeeld E Voorbeeld D (C33) ketel type CB 85 CB 105 CB 125 CB 155 Diameter concentrische buis [mm] 100 / 150 NIET NIET NIET MOGELIJK MOGELIJK MOGELIJK Concentrische dak doorvoer...
9.11.6 F: A & (C53) PARTE LUCHTTOEVOER PIJP ROOKGASPIJP IN VERSCHILLENDE DRUKZONES Rekenvoorbeeld met gegevens lengtes: weerstandscontrole Ketel type: CB 105 Diameter: 100 mm. aantal Pa totaal Rechte buis m totaal 24,0 Bocht 45° 18,0 Bocht 90° 14,5 29,0 Dakdoorvoer Zeta=1 15,3 15,3 Weerstand rookgasafvoer:...
10 GEZAMENLIJKE ROOKGASAFVOER C10 Gemeenschappelijke rookgassystemen: WAARSCHUWING: Indien andere dan M&G rookgasmaterialen worden gebruikt, neem dan contact op met uw ketelleverancier. Bij gebruik van het C10 rookgassysteem voor het zogenaamde "CLV"-systeem moet het volgende in acht worden genomen: Er moet een data sticker op het verbindingsstuk naar de gezamenlijke rookgasafvoer geplakt zijn. Deze sticker moet de volgende gegevens bevatten: a) het gezamenlijke rookgassysteem is bedoeld voor C(10)-ketels;...
Ad 2. CO-detectie met automatische ketel afschakeling: Gebruik een CO-detectie systeem voorzien van alarmering met een relais uitgang voor automatische afschakeling van de ketel. De relais uitgang dient een normally closed (N.C.) contact te hebben. De CO-detectors worden opgenomen in de veiligheids lus van de ketels. Dit gebeurt door het N.C. contact van de CO-melder in serie te schakelen en aan te sluiten op contact 26/27 (veiligheidsschakelaar 1) of 28/29 (veiligheid schakelaar 2) van de ketel zodat de ketel uitgeschakeld wordt in geval van een alarm.
Ad 4. Sluit alle ketel luchtinlaat pijpen aan op 1 gemeenschappelijke luchtinlaat pijp Sluit alle luchtinlaat pijpen van de ketels aan op 1 gemeenschappelijke luchtinlaat pijp, het is niet noodzakelijk deze naar buiten te brengen. Een gecombineerde luchttoevoer zorgt voor een gecontroleerde luchtstroming en het verbeteren van de luchtstromingen in de ruimte en naar buiten.
11 ELEKTRISCHE INSTALLATIE 11.1 Algemeen De ketel heeft een netaansluiting van 230 VAC 50Hz nodig. De bekabeling naar de connectoren wordt ingevoerd via de kabelwartels op onderkant van de ketel. LET OP: Alvorens er aan de elektrische circuits van de ketel wordt gewerkt, dient deze te worden uitge- schakeld en de elektrische voeding te worden afgesloten.
11.4 Toelichting op de laagspanning aansluitingen. BUITEN SENSOR Als een buitensensor is aangesloten, regelt de ketel op basis van de aanvoertemperatuur voor het CV-water, door gebruik te maken van de ingestelde stooklijn en de gemeten buitentemperatuur. (CV modes 1 of 2) SYSTEEM SENSOR Als een “open”...
11.5 Toelichting op aansluitingen met netspanning. 1-2-3-PE 3-WEG KLEP OF POMP (P2) INDIRECTE WW TANK Als een warm water boiler/tank wordt toegepast, moet een driewegklep of een pomp (P2) worden gebruikt om CV-water naar de verwarmingselementen van de boiler/tank te transporteren. Deze driewegklep gaat open als de warm water boiler/tank een warm water vraag heeft.
11.8 Sensor selectie. In de volgende tabel wordt de sensor selectie weergegeven voor alle CV en warm water regelingsmodi. De sen- soren die niet vermeld worden in de tabel zijn optioneel beschikbaar voor andere functies. CV-modus T_Aanvoer T_Retour T_WW T_Buitensensor 0-10 Volt Waterflow WW RT-schakelaar...
11.10 Programmeerbare in- en uitgangen Het is mogelijk om sommige in- en uitgangen (inputs en outputs) te her programmeren met andere functies. Ge- bruik hiervoor de onderstaande lijst en ga naar: Menu\instellingen\ketelinstellingen\"1122" (installateurwacht- woord)\ketelparameters ketel parameter naam standaard omschrijving terminal (117) Prog.
12 DISPLAY EN BEDIENING. 09:03 CV Setpoint 12.1 Verklaring van de knoppen Aan-/Uitschakelaar. Schakelt de netspanning naar de ketel uit/aan. Aansluiting voor de computerkabel Reset bij vergrendelingsfout Hoofdmenu Verlaat/Ga terug naar statusoverzicht Rechts Voer een menuoptie in of bevestig selectie in het statusoverzicht (Bij direct instellen van Actueel Setpoint of WW-Setpoint) Links Keer terug naar de vorige menu-optie of statusoverzicht...
12.2 Display configuratie Het statusoverzicht heeft 3 verschillende secties, elk met specifieke informatie: Koptekst Midden sectie Voettekst Actueel Setpoint Voorbeeld van een statusoverzicht en de 3 secties Koptekst Links: Bij gecascadeerde systemen verschijnt het cascade pictogram in beeld, met de (M) als het de sturende ketel is of met het nummer van de afhankelijke ketel erbij.
12.3 Het opstarten van de ketel. Als de ketel niet aan staat, controleer dan of de gasschakelaar onder de ketel open staat en of het netsnoer op het lichtnet is aangesloten, gebruik de aan-/uitknop om de ketel in te schakelen. Het volgende scherm zal ver- schijnen: Dit scherm is actief gedurende het opstarten totdat communicatie met de hoofdbesturing tot stand is gekomen.
12.3.3 WW-S IRECT HET ETPOINT WIJZIGEN Alleen van toepassing als deze functie beschikbaar is. Druk op de knop OMHOOG of OMLAAG om de modus te selecteren: WW Opslag Setpoint 57.0 °C 57,0 °C is slechts een voorbeeld van een mogelijke temperatuurwaarde. Gebruik de links-/rechts-knoppen om het teken naar de temperatuurcijfers te verplaatsen.
Als de CV-modus is ingesteld op: CV-modus 1 - CV met een stooklijn op basis van de buitentemperatuur en thermostaatregeling CV-modus 2 - Centrale Verwarming met volledige stooklijn op basis van de buitentemperatuur Het volgende scherm verschijnt: Centrale Verwarming (CV) Weersafhankelijke reg.
12.3.7 NTLUCHTINGS CYCLUS De "Ontluchting"-cyclus is een veiligheidsfunctie die elke keer start als de netspanning op de ketel wordt inge- schakeld en na het resetten van de ketel en wordt gebruikt om de lucht uit de warmtewisselaar te verwijderen. Het display kan de volgende schermen tonen tijdens de ontluchtingssequentie: •...
(Sub)Menu optie Omschrijving Geslaagde ontstekingen Aantal geslaagde ontstekingen. Mislukt ontstekingen Aantal mislukte ontstekingen. Vlam mislukkingen Aantal vlam fouten (verlies van vlam). Totale ketel looptijd Totaal aantal uren dat de ketel in werking is (Op netspanning staat). CV Branduren Aantal uur dat het toestel heeft gebrand voor Centrale Verwarming. WW Branduren Aantal uur dat het toestel heeft gebrand voor Warm Water.
12.6.1 IJHOUDEN VAN VERLOPEN TIJD TOT ONDERHOUD Menu/ Informatie/ Service/ Servicegeschiedenis. De tijd nadat de service reminder actief wordt en het tijdstip waarop de onderhoudsbeurt wordt uitgevoerd wordt bijgehouden. Deze tijd wordt de “Overtijd” genoemd. Er kunnen maximaal 15 service momenten worden gelogd. Als het log geheugen vol is wordt de oudste invoer weer overschreven.
12.7.2 ORSTBESCHERMING De vorstbeschermingsfunctie beschermt de ketel tegen bevriezen. De T_Supply- en T_Return-sensoren (Aanvoer en retour) bepalen de vraag naar bescherming tegen bevriezing. Wanneer de waarde van één van de sensoren onder FP_Start_Pump valt, wordt de ketelpomp ingeschakeld. Wanneer de waarde van één van de sensoren onder FP_Start_Burn komt start de ketel met branden. ...
Tijdens de ontsteek cyclus worden er verschillende veiligheidscontroles uitgevoerd: Valse vlam detectie Als de vlam op het einde van de voor ontsteking tijd (Pre_Ignit) wordt gedetecteerd ontstaat er een vergrendelende storing. Herontsteking Als aan het eind van de veiligheids periode geen vlam wordt gedetecteerd gaat de brander auto- maat naar de Ventilator Nadraai functie om onverbrande gassen te verwijderen.
12.8.2 CHAKELAAR EN LEDS OP BRANDERAUTOMAAT Op de brander automaat is een 2 kleuren (rood/groen) LED met schakelaar beschikbaar. Deze worden gebruikt om de basisstatusinformatie over de besturing aan te geven. Status LED Reset drukknop 900MN Automaat operationeel Wanneer de besturing operationeel is en er geen fouten aanwezig zijn, zal de LED als een constante groene kleur worden weergegeven.
12.9 CV en WW keuze menu’s Afhankelijk van de vereiste functies van de ketel en aangesloten sensoren en componenten, kunnen verschillende werkingsmodi voor Centrale Verwarming (CV) en Warm Water (WW) worden geselecteerd. 12.9.1 ; CV- 0 (S MET ALLEEN KAMERTHERMOSTAAT MODUS TANDAARD INSTELLING Voor deze functie dient de CV-modus ingesteld te zijn op 0 en is geen buitensensor nodig.
12.9.2 ; CV- MET BUITEN TEMPERATUUR STOOKLIJN EN THERMOSTAAT MODUS Als de parameter CV_Mode is ingesteld op 1, wordt de modus "Buitentemperatuur stooklijn met kamerthermo- staat" geselecteerd. Deze modus werkt alleen als een buitentemperatuursensor is aangesloten op de aansluitin- gen 1 en 2 van het laagspanningsaansluitblok. Als de buitensensor niet is aangesloten, gebruikt de ketel auto- matisch T_Aanvoer_Klimaatpunt van de stooklijn.
12.9.4 ; CV MET CONSTANTE CIRCULATIE EN PERMANENTE WARMTEVRAAG MODUS Voor deze modus is geen buitentemperatuursensor nodig. De aanvoertemperatuur wordt constant op de inge- stelde temperatuur gehouden. De ketel wordt op dezelfde manier bestuurd zoals beschreven in § 12.9.1 "CV met alleen kamerthermostaat;...
12.9.6 (0-10V) ; CV MET ANALOGE REGELING VAN HET BRANDER VERMOGEN MODUS In deze modus wordt het vermogen van de ketel (ketelinput) geregeld door een extern analoog inputsignaal van bijvoorbeeld een gebouwbeheersysteem of systeembesturing. De analoge input 0-10 VDC wordt gebruikt om het brander vermogen van de ketel aan te passen tussen de minimale ketelinput- en de maximale ketelinput-instel- lingen.
12.10 Warm Water instellingen 12.10.1 G ; WW- ATER MODUS Er is geen warm water beschikbaar. De Warmwater sensor hoeft niet te worden aangesloten. 12.10.2 WW- ; WW- TANK MET SENSOR MODUS Modus 1: warm water wordt bereid door water in een tank te verwarmen. Er kan een WW-pomp of driewegklep worden toegepast voor het overschakelen naar de WW-modus.
12.10.3 WW- ; WW- TANK MET THERMOSTAAT MODUS In deze modus wordt warm water voorbereid door een indirecte tank te verwarmen. Er kan een WW-pomp of driewegklep worden toegepast voor het overschakelen naar de WW-modus. De temperatuur van het WW in de indirecte tank wordt geregeld door een thermostaat/aquastaat (in plaats van een sensor), die alleen een AAN/UIT signaal naar de besturing zal geven.
Pagina 79
Als gedurende een periode van 7 dagen niet aan deze voorwaarde is voldaan, wordt de ketel gedwongen om het systeem voor Anti-Legionella op te warmen. Wanneer de Anti_Legionella_Sensor-temperatuur lager is dan Anti_Legionella_Setpoint, schakelt de besturing de pompen in, wanneer de Anti_Legionella_Sensor-temperatuur hoger is dan Anti_Legionella_Setpoint+5°C (41 °F), stopt de besturing de pompen.
12.10.6 S AMENVATTING VAN HET DISPLAY MENU STRUCTUUR Pas op: De waarden (min., max., Standaard) worden beinvloed door de waarde/instelling van andere parame- ters. Dus de waarden in de tabel kunnen afwijken van de waarden uitgelezen op het display van de automaat. Menustructuur Display: Toegangs niveau Omschrijving:...
3.2 Ketel status min. max. Stan- eenheid Toegangs Omschrijving: daard niveau Aanvoer temperatuur °C Gebruiker Actuele aanvoer temperatuur Aanvoer temperatuur 2 °C Gebruiker Actuele aanvoer temperatuur 2 Retourtemperatuur °C Gebruiker Actuele retour temperatuur Warmwater temperatuur °C Gebruiker Actuele warmwater temperatuur Koudwater temperatuur °C Gebruiker...
Pagina 82
4.1 Algemene instellin- min. max. Stan- een- Toegangs Omschrijving: daard heid niveau 4.1.1 Taal Gebruiker Open menu: Taal 4.1.2 Eenheid Gebruiker Open menu: Eenheid 4.1.3 Datum & tijd Gebruiker Open menu: Datum & tijd 4.1.4 Cascade-modus Gebruiker Open menu: Cascade Modus 4.1.5 Overige instellingen Gebruiker Open menu: Overige instel.
4.1.4 Cascade-modus min. max. Stan- eenheid Toegang Omschrijving: daard niveau Volle- Selecteer volledige cascademodus Volledig Volledig Installateur voor meer data, max. 8 ketels Selecteer de standaard cascademo- Basic Installateur dus voor 9 tot 16 ketels 4.1.5 Overige instellin- min. max. Stan- een- Toegangs...
Pagina 84
4.2.1 Ketelparameters min. max. Stan- een- Toegangs Omschrijving: Dis- daard heid niveau play nr.: CV-modus Installateur Stel de CV-modus in CV-setpoint ⁰C Installateur Stel het CV-setpoint in CSO (Berekende set- Stel de Offset voor CV-modus ⁰C Installateur point Offset) 1-2 berekend setp. in Stel het minimum CV setp.
Pagina 85
4.2.1 Vervolg Ketelpara- min. max. Stan- een- Toegangs- Omschrijving: Dis- meters daard heid niveau play nr.: Warmwater Setpoint ⁰C Installateur Is het gewenste WW-setpoint Boiler setpoint ⁰C Installateur Setpoint voor de WW-tank. Warmwater Hyst. Down ⁰C Installateur WW Hysterese omlaag Warmwater Hyst.
Pagina 86
4.2.2 Module Cas- min. max. Stan- een- Toegangs- Omschrijving: Dis- cade-instellingen daard heid niveau play Stand- Stel het cascade-brander-adres Brander adres Installateur alone Schakel de cascade-noodmodus Toestaan Noodbedrijf Ja/nee Installateur in/uit Emergency setpoint °C Installateur Setpoint noodmodus instelling Vertragingstijd voordat de vol- Startvertraging Module.
Pagina 87
Cascadeparameters staan in het Module Cascade Instellingen menu, submenu van het Ketel instellingen menu. Parameters in het Ketel Cascade Instellingen menu moeten niet worden gebruikt. 4.2.3 Ketel Cascade-in- min. max. Stan- Een- Toegangs- Omschrijving: Dis- stellingen daard heid niveau play stand Stel het cascade-ketel-adres Installateur...
13 TEMPERATUUR BEVEILIGING Het verschil tussen toevoertemperatuur en retourtemperatuur wordt continu bewaakt. Een te groot verschil kan duiden op een defecte pomp of een verstopte warmtewisselaar. Om de ketel te beschermen, verlaagt de brander besturing het vermogen wanneer het temperatuurverschil ΔT te hoog wordt: Bij maximale ketelvermogen is ΔT beperkt tot 35°C (63°F) - (Hx_Diff_DeltaT_Min) Tussen 35°...
14 STORINGS INFORMATIE. Fouten kunnen in drie groepen worden verdeeld: • Vergrendelende fouten (kunnen alleen worden gereset m.b.v. de resetknop). • Blokkerende fouten (verdwijnen als de fout verdwijnt) • Waarschuwingen (verdwijnen wanneer het probleem is opgelost, deze fouten worden niet opgeslagen in het geheugen) De ketelpomp blijft draaien tijdens de meeste vergrendelings- en blokkerings foutcodes.
Pagina 90
Fout Fout melding Omschrijving Oorzaak Oplossing code Softwarefout De inhoud van gedateerde EEprom reset BCU of vervang BCU EEPROM EEprom is niet up-to- Versie date Softwarefout Verkeerde veilig- verkeerd geprogram- reset BCU of vervang BCU EEPROM heidsparameters in meerde BCU of PB Veiligheid EEprom Softwarefout...
Pagina 91
Fout Fout melding Omschrijving Oorzaak Oplossing code Vulling Te Vaak Te veel automatische Als de uitgang is ge- Controleer of er een lek in de Actief vullingspogingen in programmeerd voor cv-installatie is of kijk of de ke- een korte tijdsperi- een vulventiel en er tel zelf lekt en controleer het zijn te veel vulpogin-...
14.3 Blokkeercodes Fout- Fout melding Omschrijving Oorzaak Oplossing code Softwarefout Watchdog RAM Interne softwarefout verkeerd gepro- reset BCU of vervang Test grammeerde BCU en / of display unit BCU of PB Softwarefout Watchdog ROM Interne softwarefout verkeerd gepro- reset BCU of vervang Test grammeerde BCU en / of display unit...
Pagina 93
Fout Fout melding Omschrijving Oorzaak Oplossing code Softwarefout Watch- Watchdog-communi- verkeerde geprogram- Reset BCU of vervang catiefout meerde BCU of PB BCU en of display unit Communicatie Retoursensor Retoursensor open defecte retoursensor of Controleer de verbinding Onderbroken niet aangesloten met BCU of controleer de NTC-sensor weerstand Aanvoersensor Aanvoersensor open...
Fout Fout melding Omschrijving Oorzaak Oplossing code Softwarefout Instellingsfout Watchdog verkeerd geprogram- reset BCU of vervang Watchdog ventilator meerd BCU of PB BCU en of display unit Configuratie Systeem Fout wordt direct gegene- De waterdruk is onder vul het systeem bij tot- Water Bijvullen reerd als de druk onder het minimale drukni-...
15 CASCADEREN 15.1 Systeeminstellingen LET OP: Voor een juiste werking moeten er parameters aangepast worden, zie § 15.4.2 "Emergency mode". De brander automaat kan meerdere ketels aansturen in een cascade-opstelling. Er is een systeemsensor nodig om de aanvoertemperatuur van het cascadesysteem te meten. De sensor moet verbonden worden met de brander automaat.
5. Selecteer op de sturende ketel de juiste CV instelling Parameter: Menu - Settings – Ketel settings - Ketel parameters - Parameter 1 (CV mode) CH mode 0 – CV met alleen kamerthermostaat CH mode 1 – CV met stooklijn op de buitentemperatuur en kamerthermostaat. CH mode 2 –...
De sturende ketel van het cascadesysteem gebruikt de AL-BUS-aansluiting op klemmen 20-21. Deze verbinding levert ook de stroom voor de communicatie bus. De afhankelijke ketels zijn allemaal parallel aangesloten op de centrale communicatie bus van de sturende ketel. De bus spanning wordt geleverd door de sturende ketel op de klemmen 20-21, schakelaar S1 moet in de UIT-stand worden gezet op alle brander automaten (zowel Managing (sturende) als Depending (afhankelijke)).
15.3.3 – CV ASCADE INSTELLINGEN Wanneer een ketel is ingesteld als "Managing" (parameter 184: "Brander adres"), zal de regelaar van deze ketel de cascade aansturen. De CV-modus instellingen van deze Managing ketel zijn van toepassing op alle andere ketels. Het is alleen nodig om de CV-modus in te stellen op de Managing ketel. •...
15.3.6 ETELROTATIE De ketelrotatie functie kan de start/stop-volgorde voor de cascadeketels wijzigen. De parameter Module_Rotatie_Interval stelt het aantal dagen in waarna de reeks wordt bijgewerkt. Wanneer Mo- dule_Rotatie_Interval is ingesteld op 0, is de ketelrotatie uitgeschakeld. Wanneer de parameter Module_Rotatie_Interval wordt bijgewerkt, worden de rotatiedagen van de ketel die nog over is naar de nieuwe instelling Module_Rotatie_Interval geïnitialiseerd.
15.4.2 OODMODUS Ketel storing in de sturende ketel Als de sturende ketel in storing staat kunnen de afhankelijke ketels blijven branden mits de parameters hierop ingesteld zijn. In de noodmodus wordt het Setpoint van het systeem ingesteld op het Noodmodus_Setpoint (in- stelbaar via het installatiemenu) Alle cascadeketels gaan dan op dit Setpoint branden.
17 IN BEDRIJF STELLEN VAN DE KETEL 17.1 Ten eerste: Spoel de ketel met water Na de installatie van de ketel is de eerste stap, vóór het in werking stellen, de ketel en de gehele verwarmingsin- stallatie door te spoelen met schoon water om vervuiling, slib en andere materialen die een blokkering kunnen veroorzaken, te verwijderen.
17.4 Monteren van de Sifon Bij montage van het onderste deel van de sifon, voor het in werking stellen van de ketel en/of na onderhoud, moet ALTIJD volledig worden gevuld met water. Dit is een veiligheidsmaatregel: de sifon fungeert als afsluiter voor de rook- gassen uit de warmtewisselaar.
18 AFSTELLEN VAN BRANDER EN GASBLOK. Lees dit hoofdstuk aandachtig door voordat u de brander afstelt. Een erkende gasmonteur dient het toestel de eerste keer aan te zetten. Het niet nale- ven van deze instructies kan leiden tot schade aan eigendommen of ernstig letsel. Zodra het apparaat volledig is geïnstalleerd (water en gaszijdig vullen en ontluchten van de installatie, gas, rookgas, luchtinlaat, bedrading enz.) volgens de voorafgaande instal- WAARSCHUWING...
18.1.2 STELSCHROEVEN VENTURI EN GASKLEP TEKENINGEN Locatie van de stelschroeven: Gas druk- Max vermogen meetnippel [3] schroef [2] Min. vermogen schroef [1] Maximaal vermogen: venturi stelschroef: gebruik inbussleutel 4 mm Max. vermogen schroef [2] Minimaal vermogen: regelschroef voor gasklep: Torx T40. Min.
18.2 Afstellen van de brander Procedure 1: Voer de volgende stappen uit voor het afstellen bij Maximaal vermogen 1. Druk vanuit het statusscherm op MENU → "Centrale Verwarming / Informatie / Instellingen / Systeem- test". 2. Druk op OMHOOG/OMLAAG ↑ ↓ om "Systeemtest" te selecteren. Druk op BEVESTIGEN om de sys- teemtest te activeren 3.
Inspuiter binnendiameter (mm) Het omzetten van de ketel naar propaan wordt gedaan door een propaan inspuiter tussen de gasklep en de venturi te plaat- CB 85 CH sen. Door gebruik te maken van de juiste inspuiter (zie tabel), CB 105 CH...
Pagina 107
3. Wijzig parameter 92 en 93. In de software moeten parameter 92 (Maximum ventilator snelheid) en parameter 93 (Minimum ventilator snel- heid) aangepast worden volgens onderstaande tabel. Maximum ventilator snelheid para 92 Minimum ventilator snelheid para 93 Ketel type Propaan G31 Aardgas Propaan G31 Aardgas...
Model naar: sales@ecohs.nl of stuur Serienummer een kopie naar het adres: Installatie datum Cascade installatie (JA / NEE) Eco Heating Systems. Aantal ketels P.O. Box 5145 Type ketels in cascade 9700 GC Groningen The Netherlands Rookgas / Luchtinlaat Informatie Luchtinlaat...
Watercirculatie en temperatuurregeling (voor WW) Diameter leiding Totale lengte van rechte buis tussen ketel en tank Aantal bochten Aantal T-stukken Temperatuurstijging tussen inlaat en uitlaat na 5 minuten. koude start max. vermogen °C / °F Instelling watertemperatuur Test van waterstromingsschakelaar (WW)? (JA / NEE) Waterdruk in het systeem afgesteld? (Minimaal 1.0 bar) (JA / NEE)
19 INSPECTIE, ONDERHOUD EN SERVICE. 19.1 Algemeen Voor een goede, veilige en langdurige werking van de ketel en om de garantie te behouden, is het verplicht om de ketel minstens één keer per jaar en/of na maximaal 2000 branduren (afhankelijk welke eerst bereikt wordt) te inspecteren en onderhoud en service uit te voeren.
Pagina 111
Waterlekkage De waterdruk van de verwarmingsinstallatie moet hoger zijn dan 1,0 bar (21 psi) en bij normaal gebruik maximaal 6,0 bar. Wanneer de waterdruk af en toe onder het minimum zakt, kan er een waterlek zijn. Controleer de ketel en de complete verwarmingsinstallatie op eventuele waterlekkages en laat deze repareren. Hogere waterdrukken zijn toegestaan met behulp van een ander overstortventiel en een drukschakelkit.
Brander Controleer het oppervlak van de brander om te zien of deze beschadigd is, en of deze tekenen van roest en/of scheuren vertoont. Als het brander oppervlak beschadigd is, moet de brander worden vervangen. De brander kan worden schoongemaakt met een zachte (niet-metalen) borstel. Het stof kan worden verwijderd met een stofzuiger of perslucht.
Pagina 113
Vervangen koord Als het temperatuurbestendige koord beschadigd is en moet worden vervangen, moet er een nieuw koord ge- plaatst worden volgens bijgaande instructie. Het koord moet worden vastgezet met siliconenlijm. - Verwijder de ontsteek elektrode. - Verwijder het koord door met een dun hulpmiddel onder de omtrek te schuiven om zo het koord los te maken en te verwijderen.
Pagina 114
Achterwand isolatieschijf; vervanging procedure: Als de isolatieschijf is aangetast of beschadigd, moet deze worden vervangen. - zorg dat de warmtewisselaar is afgekoeld, wacht na het branden een paar uur. Op deze manier plakt de be- schermende folie van de isolatieschijf niet meer aan de achterzijde van de branderkamer. - om te voorkomen dat vuil tussen de warmtewisselaar windingen terechtkomt, plaatst u een vel (bijv.
Ventilator Wanneer de ventilatorbladen vervuild en vies zijn, reinigt u deze voorzichtig met een zachte borstel. Let op: ge- bruik niet te veel kracht op de bladen, anders is de ventilator mogelijk uit balans en loopt deze onregelmatig, waardoor geluiden en ventilatorstoringen ontstaan. Controleer de ventilator ook op eventuele waterschade. Bij twijfel altijd de ventilator vervangen.
Wanneer tijdens service en onderhoud fouten en afwijkingen door de monteur worden geconstateerd en deze niet door hem te repareren zijn, moet deze informatie worden gemeld aan de eigenaar/eindgebruiker van de installatie. Ook moet de eigenaar/eindgebruiker worden geadviseerd hoe deze fouten te repareren zijn en moeten deze fouten worden gemeld in het protocol/logbestand van de ketel.
Onderhoudstabel Inspectieactiviteiten Datum laatst voltooid Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar Controleer systeem en ketel leidingwerk op tekenen Leidingwerk bij van lekkages. Haal de keteldeur los en inspecteer de en in de ketel verbindingen in de ketel op lekkages of corrosie. Controleer alle ventilatorbuizen en verbindingen.
21 RECYCLING Het verwijderen en afvoeren van de ketel moet worden uitgevoerd volgens de plaatselijke en nationale regelgeving. Breng de ketel naar een gemeentelijk depot voor recycling. 22 INSTALLATIE VOORBEELDEN De volgende schema’s geven de diverse opstellingsmogelijkheden van de verwarmingsinstallatie weer: Alle schema’s zijn puur functioneel.
Pagina 123
Opmerking: Alle onderdelen zijn reeds gelijmd en voorzien van onderdelen zoals aardlippen, strippen, isolatie, stic- kers. Ook bouten en moeren worden indien nodig meegeleverd. Kabelboom *= Extra onderdelen benodigd (zie onderdelen lijst) E93.1607.900.A CB CH handleiding...
Pagina 125
Opmerking: Alle onderdelen zijn reeds gelijmd en voorzien van Kabelboom onderdelen zoals aardlippen, strippen, isolatie, stic- kers. Ook bouten en moeren worden indien nodig meegeleverd. *= Extra onderdelen benodigd (zie onderdelen lijst) E93.1607.900.A CB CH handleiding...
24 GEBRUIKERS HOOFDSTUK. Dit gedeelte is geschreven voor de gebruiker. Eco Heating Systems is niet aansprakelijk voor enige schade veroorzaakt door het onjuist opvolgen van deze instructies. Gebruik voor onderhouds- en reparatiedoeleinden alleen originele reserveonderdelen van Eco Heating Systems. Alle documentatie die door de fabrikant wordt geproduceerd, valt onder de auteursrechtwetgeving.
24.5 Display en bediening CV Setpoint 24.5.1 ERKLARING VAN DE KNOPPEN Aan-/Uitschakelaar. Schakelt de elektrische stroom naar de ketel Aansluiting voor de computerkabel Reset vergrendelingsfout Hoofdmenu Escape / Ga terug naar statusoverzicht Rechts Voer een menuoptie in of bevestig selectie in het statusoverzicht (bij direct instellen van het Actuele Setpoint of WW-Setpoint) Links Keer terug naar de vorige menu-optie of statusoverzicht...
24.6 Display configuratie Het statusoverzicht heeft 3 verschillende secties, elk met specifieke informatie: Koptekst Midden sectie Voettekst CV Setpoint Voorbeeld van een statusoverzicht en de 3 secties Koptekst Links: Bij gecascadeerde systemen verschijnt het cascade pictogram in beeld, met de (M) als het de sturende ketel is of met het nummer van de afhankelijke ketel erbij.
24.7 Het opstarten van de ketel. Als de ketel niet aan staat, controleer dan of de gasschakelaar onder de ketel open staat en of het netsnoer op het lichtnet is aangesloten, gebruik de aan-/uitknop om de ketel in te schakelen. Het volgende scherm zal ver- schijnen: Dit scherm is actief gedurende het opstarten totdat communicatie met de hoofdbesturing tot stand is gekomen.
24.8 Het Setpoint wijzigen en/of CV/WW inschakelen. Dit kan rechtstreeks via het statusoverzicht (zoals hierboven weergegeven) of via het MENU. Wanneer CV actief is, kunt u het Actuele Setpoint direct onderaan in het Statusoverzicht aanpassen. Wanneer WW actief is, kunt u het WW-Setpoint direct aanpassen onderaan in het Statusoverzicht. Dit betekent dat wanneer CV actief is, u het WW-Setpoint niet rechtstreeks via het Statusoverzicht kunt wijzigen.
24.9 Het menu openen. Ga naar het menu door één keer op de MENU-knop te drukken. De kop in het scherm laat zien dat u zich in het hoofdmenu bevindt. Tijdens het scrollen via het menu ziet u dat het geselecteerde menu-onderdeel wordt getoond in een witte rechthoek.
24.11.1 C (CV) ENTRALE ERWARMING Omschrijving Menu / Parameter Waarde / Eenheid Stel het cv-setpoint in ° C / ° F CV Setpoint Stooklijn Ga naar het Stooklijn menu 24.11.2 (WW) ATER Omschrijving Menu / Parameter Waarde / Eenheid WW Setpoint Het WW Setpoint instellen °...
24.11.8 NDERHOUD Omschrijving Menu / Parameter Waarde / Eenheid Onderhoudsgeschiedenis Toon de servicegeschiedenis Branduren sinds laatste onder- Toon het aantal brandurenweer sinds laatste on- uur. houd derhoud Branduren tot volgend onder- Toon het aantal uur tot het volgende onderhoud uur. houd Reset Onderhoudsherinnering Reset de onderhoudsherinnering...
24.11.16 C ASCADE MODUS Menu / Parameter Omschrijving Waarde / Eenheid Volledig Selecteer volledige cascade modus Basis Selecteer basis cascade modus Opmerking: Voor een goede werking van het cascade systeem dienen er nog enige parameters aangepast te worden. Zie §15.4.2 Noodmodus 24.11.17 O VERIGE NSTELLINGEN...
24.14 Onderhoudsherinnering De onderhoudsherinnering herinnert de eigenaar/gebruiker van het toestel aan het onderhoud van het toestel met een gespecificeerde "Service_Interval", ingesteld in de fabriek op 2000 branduren. Wanneer het onderhoud niet binnen deze tijd wordt uitgevoerd, wordt een onderhoudsherinnering op het scherm weergegeven: "Onderhoud is vereist!", afgewisseld met de normale statusweergave.
Pagina 140
Uw distributeur: Eco Heating Systems Groningen B.V. Postadres: Bezoekadres: P.O. Box 5145 Rigaweg 10 9700 GC Groningen 9723 TH Groningen The Netherlands The Netherlands +31 50 5470470 sales@ecohs.nl www.ecohs.nl...