12.7.2
V
ORSTBESCHERMING
De vorstbeschermingsfunctie beschermt de ketel tegen bevriezen.
De T_Supply- en T_Return-sensoren (Aanvoer en retour) bepalen de vraag naar bescherming tegen bevriezing.
Wanneer de waarde van één van de sensoren onder FP_Start_Pump valt, wordt de ketelpomp ingeschakeld.
Wanneer de waarde van één van de sensoren onder FP_Start_Burn komt start de ketel met branden.
Wanneer de waarde van alle sensoren boven FP_Stop komt, wordt de vorst beveiliging vraag beëindigd.
Wanneer de vraag naar bescherming tegen vorst is geëindigd, zullen de pompen gedurende CH_Post_Pump_Pe-
riod nadraaien. Deze veiligheids parameters zijn vast ingesteld en niet te wijzigen.
12.8 Ontsteek cyclus
Tijdens de ontstekingscyclus zijn meerdere veiligheidscontroles actief
Voor
Status
Standby ventilatie 0 ventilatie 1 ontsteking Ontsteking herkenning Branden
Vraag
Ventilator
Gasklep
Ontsteking
Vlam
In de tabel hieronder kunt u de status van de brander ontsteek cyclus vinden zoals getoond in het diagram:
#
Brander automaat status Aktie
0
INITIALISATIE
1
RESET
2
STANDBY
3
VOOR_VENTILATIE_0
4
VOOR_VENTILATIE_1
5
VOOR_ONTSTEKING
6
ONTSTEKING
7
VLAM_HERKENNING
8
BRANDEN
9
NA_BRANDEN
10
NA_VENTILATIE_0
11
NA_VENTILATIE_1
12
FOUT_CONTROLE
13
ALARM
14
AUTOMAAT_START
Voor
Voor
Veiligheids periode
Initialisatie van de automaat
Software reset (en initialisatie)
Stand-by (wacht op vraag)
Ventilator draait niet
Als de luchtdrukschakelaar actief is wordt deze gecheckt
Ventilator start op ontsteeksnelheid
Als de luchtdrukschakelaar actief is wordt deze gecheckt
Ventilator blijft op ontsteeksnelheid draaien
Ontsteking is gestart
Als er een lpg-tank mogelijkheid is geprogrammeerd wordt de tank afsluiter geopend.
Ventilator blijft op ontsteeksnelheid draaien
De gasklep wordt geopend
Ontsteking blijft vonken
Als er een lpg-tank mogelijkheid is geprogrammeerd blijft de tank afsluiter geopend.
Ventilator blijft op ontsteeksnelheid draaien
De gaskleppen blijven geopend
De ontsteking stopt
Als er een lpg-tank mogelijkheid is geprogrammeerd blijft de tank afsluiter geopend.
De ventilator snelheid moduleert.
De gaskleppen blijven geopend
Als er een lpg-tank mogelijkheid is geprogrammeerd blijft de tank afsluiter geopend.
Als de luchtdrukschakelaar actief is wordt deze gecheckt
Ventilator snelheid gaat naar minimum.
De gaskleppen blijven geopend
De ventilator gaat naar ontsteeksnelheid.
De gasklep is gesloten
Als er een lpg-tank mogelijkheid is geprogrammeerd gaat de tank afsluiter dicht
Ventilator blijft op ontsteeksnelheid draaien
Als de luchtdrukschakelaar actief is wordt deze gecheckt
Blokkerende fout wordt ingelezen
Controleren of de Blokkerende fout kan worden gereset (fout situatie is opgelost)
Vergrendelende fout wordt gelezen
Gebruiker moet de fout resetten (de automaat zal opnieuw opstarten)
Voltooien van de processen en opnieuw opstarten van de automaat.
E93.1607.900.A CB CH handleiding
Vlam
Na-
Branden
Na-
Na-
Verlengde
ventilatie 0 ventilatie 1 Naventilatie
69