Voor schades, die zijn ontstaan als gevolg van onjuiste opvolging van de montage-instructies, is Eco HS niet aan- sprakelijk. Voor eventuele reparaties en servicedoeleinden dienen uitsluitend originele EHS-onderdelen te worden gebruikt. Auteursrechten op deze handleiding zijn eigendom van ECO Heating Systems Groningen B.V. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Lees alle instructies aandachtig door, voordat de installatie in bedrijf wordt gesteld.
TECHNISCHE GEGEVENS AMBASSADOR SB KETELS Inleiding De Ambassador SB verwarmingsketels zijn CV-ketels met een maximaal hoog rendement. Dit wordt bereikt door onder andere gebruik te maken van een speciale warmtewisselaar van RVS. Door toepassing van deze wisselaar kunnen de rookgassen worden afgekoeld tot beneden het condensatiepunt, waardoor extra warmte vrijkomt. Dit heeft een directe invloed op het totale rendement van de ketel, dat boven de 100% uitkomt.
CE product ID nummer CE 0063 BP3254 Gascategorie II2L3B/P , I2H, I2EK B23, B23P; C13, C33, C43, C53, C63, C83 Toestelcategorie Toesteltype Ambassador SB 120 Waterinhoud liter Gewicht leeg Afmetingen (h x b x d) 842 x 476 x 486 Aanvoer-/retouraansluiting ketel inch R 1"...
Tabel technische specificaties ERP. Technische specificaties volgens de Europese ERP (Energy Related Products) richtlijn. Type Ketel: SB 120 Ketel met rookgascondensor: Lagetemperatuur verwarmingsketel: B11-ketel: Ruimte verwarmingstoestel met WKK: Combinatie verwarmingstoestel: Eenheid: Waarde Nominale warmteafgifte. 107,7 Warmteafgifte (P4) bij 60-80⁰C 107,7 30% van de Nom.
MAATVOERING Luchtinlaat (opening met sluitring en verloopstuk) Ø100 Rookgas uit R 1" (2x) R ¾" Condensafvoer. Flexibele slang Ø25/21 x 800 mm Gastoevoer Retour (pomp aan deze kant aansluiten) Aanvoer E93.1701NL.B. Handleiding Ambassador SB...
ACCESSOIRES EN UITPAKKEN Accessoires Afhankelijk van de geselecteerde besturing voor het centrale verwarmingssysteem en/of het mogelijk gebruik van een warmwaterboiler/tank kunnen de volgende artikelen meegeleverd worden met de ketel. Vraag onze verkoop- afdeling voor specificaties, prijzen en levertijden. Artikel Bestelnr. Buitentemperatuursensor: 12kOhm@25°C (verbinden met de ketelaansluitingen) E04.016.585 Externe aanvoer-temperatuursensor voor plaatsing na de open verdeler: 10kOhm@25°C...
INSTALLATIE VAN DE AMBASSADOR SB 120 Algemene opmerkingen Er dient aan weerszijden van de ketel minimaal 50 mm vrije ruimte tussen zijkant en muur te zijn, 350 mm aan de bovenzijde en genoeg ruimte aan de onderzijde van de ketel om de pomp daar te kunnen monteren.
Plaatsen van de ketel Voordat de ketel wordt geplaatst, dienen eerst de diverse aansluitingen te worden ontworpen: • Rookgasafvoer • Luchttoevoeraansluiting • Aanvoer- en retouraansluiting • Condensaatafvoer en overstortventiel • Elektrische voeding (bij voorkeur dient de aansluiting boven de ketel te zijn gesitueerd) Alle aansluitingen moeten spanningsvrij worden gemonteerd.
WATERZIJDIG AANSLUITEN Ketelaansluitingen 1 – Retour 2 – Aanvoer 3 – Sifon 4 – Condensafvoer 5 – Gas 6.1.1 ONTAGE Zorg ervoor, dat bij het aansluiten van de diverse verbindingen geen overmatige krachten worden uitgeoefend op de aansluitpijpen, de ketel zelf en-of de ketelophanging.
Condensafvoer De condensafvoer is gesitueerd in het midden aan de onderzijde van de ketel en heeft een 19mm afvoerslang. De sifon moet altijd gevuld zijn met water. Als veiligheidsmaatregel is de sifon voorzien van een drijvende bal die de afvoer afsluit in afwezigheid van water, ter voorkoming van grote rookgaslekkage. Gebruik alleen condensaatbestendige onderdelen t.b.v.
Aansluiting aanvoer en retour In de afbeelding hiernaast is een voorbeeld weergege- ven van de aanvoer- en retourleidingen in combinatie KETEL met verschillende functionele en/of veiligheid gerela- teerde componenten. De afbeelding bevat niet noodza- kelijkerwijs ALLE voorgeschreven veiligheidscompo- NIET nenten → zorg er altijd voor dat de installatie door een geleverd kundig installateur wordt geïnstalleerd, volgens alle van met de ketel...
Pomp • Monteer de externe pomp in de retourleiding • De toegepaste pomp mag alleen door de EHS-ketelbesturing worden aangestuurd. Bij toepassing van een externe pompaansturing, zonder geschreven goedkeuring door EHS, vervalt de volledige garantie op alle geleverde delen. A-label PWM-pomp: De pomp wordt gestuurd door het PWM signaal uit de branderautomaat op basis van een delta T setpoint van 20°C.
Installeren van een waterfilter en/of vuilafscheider Installeer altijd een filter en/of vuilafscheider SYSTEEM MET VUILAFSCHEIDER in de retourleiding van de ketel; hierdoor VUIL- blijft het water vrij van vervuilingen en/of WATERTOEVOER AFSCHEIDER deeltjes. Als een waterfilter is toegepast NAAR KETEL(S) moet dit wekelijks (na installatie) worden gecontroleerd en eventueel worden gerei- WATER-...
6.11 PVC leidingen in het verwarmingssysteem Als er PVC leidingen zijn toegepast in het verwarmingssysteem, moeten deze worden gescheiden van de ketel d.m.v. een (platen)wisselaar. Door diffusie (door het plastic) bestaat de mogelijkheid dat lucht het verwarmings- systeem binnendringt. Hierdoor kunnen ketel, pompen en andere appendages in het systeem beschadigd en/of defect raken.
Zonder platenwisselaar moet boven de 4,0 bar een waterdrukschakelaar worden toegepast in plaats van de sen- sor - de maximum toegestane waarde met drukschakelaar is 6,0 bar en de ketelbesturing moet worden aange- past. 6.15 Waterbehandeling Van diverse producten t.b.v. de behandeling van CV-water, is de chemische compatibiliteit uitgebreid getest op de warmtewisselaars en de ketels.
6.18.2 OORBEELD VAN EEN ENKELE KETEL MET OPEN VERDELER VOORKEUR afsluiter luchtafscheider vuilafscheider filter VERWARMINGS- overdrukventiel CIRCUIT sifon pomp autom. ontluchter expansievat open verdeler 6.18.3 OORBEELD VAN EEN CASCADE OPSTELLING MET OPEN VERDELER VOORKEUR TERUGSLAG- KLEP lage weerstand NIET VEERBELAST E93.1701NL.B.
POMPKARAKTERISTIEKEN A-label PWM-pomp De ketel staat ingesteld op een A-label PWM-pomp. A-label PWM-pomp ΔT=25K ΔT=20K 10,0 Ketelweerstand Max. Pompgrafiek /u) → Debiet (m Installatie Min. Pomp grafiek Ketel- en pompgrafiek SB120 op basis van de UPML 25-105 PWM-pomp Uitleg pomp grafiek: In de hydraulische grafiek is de minimum opvoerhoogte van de pomp en een maximale opvoerhoogte van de pomp getekend.
Ketel-, boiler- en systeempomp: maximaal elektrisch vermogen Algemeen. De inschakelstroom van een reguliere (Aan-Uit) pomp is bij benadering 2½ x de nominale stroom. De maximaal te schakelen stroom, van het relais op de branderautomaat, is 5 A. De nominale stroom van de aangesloten pompen mag dus maximaal 2 A zijn. Pomp P1 - ketelpomp.
ROOKGASAFVOER- EN LUCHTTOEVOERSYSTEEM Algemeen De ketel is uitgevoerd met een overdruk-rookgassysteem. De beschikbare gezamenlijke druk voor de luchtinlaat en rookgasafvoer is 160 Pa voor dit keteltype. Aandacht: • Installeer de horizontale delen van het rookgasafvoersysteem altijd met een helling van 3° aflopend in de rich- ting van de ketel (overeenkomend met 5 centimeter voor elke lineaire meter).
In- en uitlaathoogtes op een plat dak Hoogte A Dit is de hoogte van de luchttoevoer. NB: een beschermkap is nodig om instroom van regenwater te voorkomen. Wanneer toevoer en afvoer zijn gemonteerd op een plat dak, dient de luchttoevoer tenminste 60 cm boven het dakoppervlak uit te steken en tenminste 30 cm boven het maximale sneeuwniveau.
C63 certificering Ketels zijn in het algemeen gecertificeerd met hun eigen rookgasmaterialen. Wanneer een ketel als type C63 is gekeurd, betreft de keuring een gesloten ketel zonder bijbehorende aan- of afvoeren. Geïnstalleerde aan- en af- voeren dienen functioneel te zijn en te voldoen aan alle van toepassing zijnde normen en voorschriften. Het toege- paste materiaal moet bestand zijn tegen condensvorming en overdruk en minimaal van temperatuurklasse T120 zijn.
8.7.3 (B23, B23P, B33) PEN VERSIE rookgasuitlaat geventileerde ruimte lucht- inlaat Bij open luchttoevoer volgens B23/B23P/B33 is de ketelluchtinlaat open en niet aan- gesloten, zodat alleen de rookgasafvoer aangesloten is en de ketel zijn verbran- dingslucht direct uit de stookruimte betrekt. In dat geval geldt het volgende: De stookruimte moet voorzien zijn van voldoende luchtinlaatopeningen.
ELEKTRISCHE INSTALLATIE Algemeen Alle elektrische bekabeling is aangesloten op een losse stekker, die is geplaatst in een houder. Deze stekker kan uit de houder worden genomen zonder dat de bedrading wordt losgemaakt. De elektrische aansluitingen zijn aan- gebracht bovenop het displaypaneel en zijn toegankelijk door de keteldeur en de afdekplaat weg te nemen. De toegepaste pomp mag alleen door de EHS-ketelbesturing worden aangestuurd.
Pagina 31
ALGEMENE BLOKKERING Een warmtevraag, die de brander wil starten, wordt geblokkeerd als aansluiting 7 en 8 niet zijn geslo- ten. Deze aansluiting kan worden gebruikt voor externe veiligheidsvoorzieningen. (Aansluitingen moe- ten zijn overbrugd om de brander te kunnen laten starten). 9-10 EXTERNE WATERDRUKSCHAKELAAR Een waterdruksensor is standaard gemonteerd in de ketel.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 10.1 Bedieningspaneel: display DISPLAY 2 rijen / elk 20 karakters AAN/UIT MENU RESET ENTER SERVICE COMM.POORT Druk drie seconden voor de Standby / Programeer stand. AAN/UIT RESET Druk zes seconden om de ketel uit te schakelen. ENTER RESET- en ENTER-knop bij programmeren Aansluiting voor de computerkabel COMM.POORT Knop om het MENU-scherm te openen...
Display geeft bericht van 2x20 tekens weer gedurende drie druk: ▲ seconden. Bericht kan worden geprogram- meerd. Voorbeeld: Eco Heating Systems Groningen NL druk: ▼ Display geeft drie seconden lang het volgende weer: - Keteltype druk: ◄► - Tijd, datum en dag...
Pagina 37
BEVESTIGEN VAN VERANDERINGEN Als veranderingen zijn aangebracht in één van de negen onder- staande menu’s, dient de gebruiker deze veranderingen te be- vestigen m.b.v. de ENTER-knop. Om te voorkomen dat klanten per ongeluk wijzigingen aanbrengen, gebeurt het volgende: Stap 1 : De gebruiker drukt op ENTER om te bevestigen of op [MENU] om zonder wijzigingen het menu te verlaten.
10.3 Display gedurende normaal bedrijf Gedurende normaal bedrijf geeft het display van de ketel de volgende tekst weer. In de hierna volgende beschrij- ving worden de diverse schermen tijdens normaal bedrijf behandeld. Display bij CV WARMTEVRAAG Warmtevraag type: Actuele status: : G e e n v r a a g >...
10.4 Monitorschermen Gedurende normaal bedrijf en stand-by kunnen de [◄] en [►] knoppen worden gebruikt om informatie van de ketel weer te geven, waaronder gemeten temperaturen, instellingen en informatie. In de hiernavolgende beschrij- ving is uitgelegd, welke waarden kunnen worden weergegeven. Als er geen knop wordt ingedrukt gedurende twee minuten, keert het display terug naar het statusscherm.
Pagina 40
SCHERM C a s c . t o e w i j z 0=MASTER, 1..11 = SLAVE(S) C a s I n f 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B Geeft aantal, prioriteit en status weer van de ketels in de cascade.
Gebruik [◄] & [►] om door de monitorschermen te bladeren. Druk op [MENU] om terug te keren naar het servicemenu Druk op [SERVICE] om servicebedrijf te verlaten en terug te keren naar het normale bedieningsscherm. Maximum toerental ventilator: Ambassador SB 120 Max. instelling* 6500 Max. actueel** 6095 Marge t.o.v.
10.6 Schornsteinfegerfunctie In de hiernavolgende beschrijving wordt het gebruik van de Schornsteinfegerfunctie behandeld. LET OP: Deze functie is alleen van toepassing voor Duitsland en kan worden geactiveerd met behulp van een parameter (P5 BK). De standaard fabrieksinstelling voor deze functie is “UITgeschakeld”. Het doel van deze functie is een eenvoudige bediening voor de Duitse "Schornsteinfegers"...
10.7 Programmeren in standby De standby functie Voor het wijzigen van instellingen van de ketel zonder interactie met de besturing, kan de ketel in standby gezet worden. Wijzigingen worden bij het verlaten van de standby toestand opgeslagen. Kenmerken "standby"-functie: • De toetsen reageren en het menu is toegankelijk.
10.9 Instellingen In de hiernavolgende beschrijving worden de verwarming- en warmwaterinstellingen behandeld. LET OP: De warmwaterinstellingen worden alleen weergegeven als de ketel als een indirect warmwater- of als een direct warmwatertoestel is geprogrammeerd. Zie parameter P4 AA voor de juiste ketelconfiguratie. Bedieningsscherm: : G e e n v r a a g...
Tapwatertemperatuur normaal bedrijf/dag: (P4 AA = 1/2) I n s t e l i n g ° C Dit is de tapwatertemperatuur instelling, die actief is tijdens de ingestelde tapwaterperioden. Tapwatertemperatuur nachtverlaging: (P4 AA = 1/2) n a c h t v e r l a g i n g °...
Pagina 46
CV-PROGRAMMA. Per dag kunnen drie perioden worden geprogrammeerd (periode 1, 2 en 3). Tijdens deze perioden gebruikt de ketel de normale CV- en warmwaterinstellingen. Buiten deze perioden zijn de verlaagde tem- peratuurinstellingen actief. Als geen tijd is geprogrammeerd, wordt de betreffende periode overgeslagen. (Voorbeeld: maandag periode 3 geen tijd geprogrammeerd >...
Pagina 47
WARMWATERPROGRAMMA > > > vervolg van vorige bladzijde met CV deel < < < Warmwater programmatijden instellen: P r o g r a m m a M a a 0 6 : 0 0 - 2 3 : 0 0 Druk op [►] om door de waarden op de onderste regel te bladeren.
LEGIONELLAPROGRAMMA Het legionellaprogramma van de ketel kan alleen worden gebruikt als de ketel is geprogrammeerd als een “indi- rect” toestel of als een “direct’” warmwatertoestel. Alleen deze configuraties kunnen gebruik maken van de dag en tijdsinstelling van het legionella programma. Zie de hiernavolgende beschrijving. De standaard fabrieksinstelling voor deze functie is “UITgeschakeld”.
Pagina 49
GRAFIEK STOOKLIJN (zie ook volgende bladzijde) STOOKLIJN - hoofdinstellingen P5 AD - Aanvoertemp. bij lage buitentemperaturen P6 BC - Parallelle verschuiving P5 AF - Aanvoertemp. bij hoge buitentemperaturen BUITENTEMPERATUUR P5 AE P5 AC buitentemperatuur hoog buitentemperatuur laag P5 AC Minimale buitentemperatuur stooklijn (°C) Bij deze minimale buitentemperatuur wordt de maximale aanvoertemperatuur ingesteld.
Pagina 50
→ STOOKLIJN - extra instellingen P6 BA - max. aanvoertemp. P6 BB - stooklijn nachtverschuiving P5 AH - Warm-weeruitschakeling P2 HA - Buitenvoeler hysterese P5 AG - min. aanvoertemp. BUITENTEMPERATUUR P5 AG Minimale instelling stooklijn (°C) De instelling kan nooit lager worden dan de ingestelde aanvoertemperatuur in parameter P5 AG. Deze minimale temperatuurinstelling is de limiet, zelfs als de berekende waarde van de stooklijn lager is.
Pagina 51
SCHERM In de hiernavolgende beschrijving worden de stooklijninstellingen behandeld. Bedieningsscherm: : G e e n r a a g > > > : 1 2 3 4 ° C ( 1 2 3 . 4 ° C ) Druk op [MENU] Kies "Stooklijn"...
10.12 Controleren van de bedrijfshistorie In de hiernavolgende beschrijving wordt het uitlezen van de bedrijfshistorie behandeld. Bedieningsscherm: : G e e n v r a a g > > > : 1 2 3 . 4 ° C ( 1 2 3 . 4 ° C ) Druk op [MENU] Kies "Bedrijf"...
10.13 Controleren van de fouthistorie In de hiernavolgende beschrijving wordt het uitlezen van de fouthistorie behandeld. Bedieningsscherm: : G e e n v r a a g > > > : 1 2 3 . 4 ° C ( 1 2 3 . 4 ° C ) Druk op [MENU] Selecteer "Fouthisto"...
10.14 Instellen van de onderhoudsspecificaties In de hiernavolgende beschrijving wordt het controleren en instellen van de onderhoudsspecificaties behandeld. De standaard fabrieksinstelling voor deze functie is “UITgeschakeld”. ONDERHOUDSINSTELLINGEN De ketel kan zo worden geprogrammeerd dat er een automatische onderhoudsmededeling verschijnt. Er kunnen drie criteria worden geprogrammeerd. Een onderhoudsmededeling wordt weergegeven nadat: * Een bepaalde datum is bereikt.
Pagina 55
Van vorige bladzijde Scherm: Mededeling op bepaalde datum activeren. O n d e h o u d m o d u s D a t u m Druk op [►] om in te stellen: De datum voor de onderhoudsmededeling. Druk op [◄] om terug te keren naar het criteria keuzemenu.
Pagina 56
Van vorige bladzijde Scherm: Mededeling na aantal branduren activeren. O n d e r h o u d m o d u s A a n t a l D r . u r e n Druk op [►] om in te stellen: Het aantal branduren voor de onderhoudsmededeling.
10.15 Instellen van de gebruikersblokkering In de hiernavolgende beschrijving wordt het instellen van de gebruikersblokkering behandeld. De standaard fa- brieksinstelling voor deze functie is “UITgeschakeld”. Het "GEBRUIKERSBLOKKERING" menu. In dit menu kan de ketel worden vergrendeld. 0 = TOEGANKELIJK 1 = VERGRENDELD Als de ketel toegankelijk is, kan de gebruiker het menu ope- nen door op de [MENU] knop te drukken en worden alle schermen toegankelijk.
10.16 Instellen van de parameters via het bedieningspaneel De functies van de ketelregeling zijn in de elektronica vastgelegd door middel van parameters. De waarden en instellingen hiervan kunnen door een vakbekwaam en opgeleid service-engineer geprogrammeerd worden met behulp van een computer (laptop), de juiste software en een interfacekabel. Een gedeelte van de parameters kan via het bedieningspaneel op de ketel zelf geprogrammeerd worden, zonder gebruik te maken van een computer.
Pagina 59
Bedieningsscherm: : G e e n v r a a g > > > : 1 2 3 . 4 ° C ( 1 2 3 . 4 ° C ) Druk op [MENU] Kies "Parameter" met [◄] & [►] en druk op [ENTER] Parameter menu: I n s t a l l a t e u...
Pagina 60
Menu A: Verwarming c P r b ° C Cascade ketels aanvoertemperatuurregeling instellen. Deze parameter is de proportionele band van de ingestelde CV- aanvoertemperatuur PER ketel van de totale cascade-opstelling en van de externe (cascade) sensor. Menu A: Verwarming l n t S e c Cascade ketels aanvoertemperatuurregeling instellen.
Pagina 61
Menu B: Warm water e g i o t e m p ° C Legionellafunctie van de ketel. Deze parameter is de ingestel- de warmwatertemperatuur tijdens legionellabedrijf van de ketel. Menu B: Warm water e g i o h y s t °...
Pagina 62
Menu B: Warm water W W d e c l n t 2 3 2 0 0 S e c Functie voor de directe warmwaterketel. Deze parameter is de integratietijd van de ingestelde WW temperatuur van de ketel. Menu B: Warm water W W d e c O f °...
Pagina 63
Menu C: Cascade t r a Functie voor de cascadeopstelling van de ketel(s). Deze parameter geeft aan of er een externe extra ketel aan de Master is gekoppeld. Aansluiten op de Master via aansluiting 19-20. Menu C: Cascade C a s E n k / M a Functie voor de cascadeopstelling van de ketel(s).
Pagina 64
Menu D: Algemeen x K o e l T M i n Functie voor het instellen van de maximale nadraaitijd van de ventilator (maximaal 10 minuten). 0 = Uitschakelen Menu D: Algemeen T e m p O p D i Functie voor het instellen van de weergave van de (gemeten) temperaturen in het display van de ketel.
10.17 Foutcodes display In de hiernavolgende beschrijvingen worden de diverse storingen van de ketel behandeld. LET OP: Voordat een storing van de ketel wordt gereset, moeten altijd de ketel, het verwarmingssysteem en alle componenten, die bij de aard van de storing horen, worden gecontroleerd. Reset nooit de ketel, voordat de juiste mogelijke oorzaak van de storing is achterhaald.
Pagina 66
a m w Display mededeling o m p Reden De vlam is weggevallen tijdens normaal bedrijf. Display mededeling a m s o m p Reden Vlamsignaal gedetecteerd door de ketel, terwijl dit signaal niet aanwezig dient te zijn. Display mededeling o m p Reden De ketelbesturing detecteert geen correcte ventilatorsnelheid.
10.17.2 B LOKKEERCODES In de hiernavolgende beschrijvingen worden de diverse blokkerende codes van de ketel behandeld. Een blokke- rende code is een tijdelijke blokkering van de ketel, doordat er een ongewone situatie is waargenomen. De ketel komt weer in bedrijf na stabilisatie van deze situatie. De achtergrondverlichting van het display knippert niet, maar brandt continu tijdens de blokkeerperiode.
Display mededeling Reden De waterdruk is te hoog of te laag. Display mededeling Reden De buitentemperatuur heeft de in de parameters aangegeven blokkeertemperatuur overschre- den. Display mededeling Reden Temperatuurverschil tussen aanvoer en retour heeft de blokkeerwaarde overschreden. Display mededeling Reden Een van de gecascadeerde ketels veroorzaakt een foutmelding, vanwege een storing.
BESTURINGSOPTIES EN INSTELLINGEN 11.1 Algemeen De volgende paragrafen behandelen het gebruik van enkele algemene functies van de ketel. 11.1.1 ANSTURING VOOR EXTRA KETEL Als alle ketels (cascade) operationeel zijn en op hun maximum vermogen branden, is het mogelijk om een extra “externe”...
Bij gasconversie moet de bijbehorende sticker PROPANE G31 P PROPAN P4BD = 1 op de daarvoor bestemde plaats in het toestel PROPANO worden geplakt. Hierop moet worden aangege- PROPAAN ven welke gassoort wordt toegepast. Omdat BUTANE/PROPANE G30/G31 B/P BUTAN/PROPAN P4BD = 2 P$BD bij dit type ketel niet gewijzigd wordt BUTANO/PROPANO hoeft dit niet op de sticker te worden aange-...
11.2 Verwarming De volgende paragrafen beschrijven de verschillende functies van de ketel en de gerelateerde “regelgedrag instel- lingen” van een Cv-ketel. 11.2.1 EGELGEDRAG INSTELLINGEN De fabrieksinstellingen voor alle verwarmingsdoeleinden zijn functioneel en het is daarom aanbevolen om deze niet te wijzigen. Als er wijzigingen gewenst zijn, neem dan contact op met de fabrikant. P5 AO Offset CV aanvoertemperatuur (display A2) Het aantal graden dat de gemeten temperatuur de ingestelde aanvoertemperatuur mag overschrijden voordat de...
11.2.2 UIMTETHERMOSTAAT AAN Een ruimtethermostaat met een vast instelpunt en gebruikmakende van een AAN/UIT regeling, kan worden aan- gesloten op de ketel (aansluiting 11-12). Wijzigen van de aanvoertemperatuurinstelling en het activeren van het tijdprogramma kunnen met behulp van de ruimtethermostaat gebeuren of door middel van het programmeren van de ketelinstellingen.
11.2.6 0-10 V OLT AANSTURING OP BASIS VAN VERMOGEN Het ketelvermogen wordt geregeld op basis van een extern 0-10 Volt DC signaal naar de ketel (aansluiting 13-14). P5 BB Analoge ingang conf. (0=uit 1=temperatuur 2=vermogen) (display D1) Deze parameter moet ingesteld worden op “2”, zodat het 0-10 Volt signaal het vermogen van de ketel regelt. De standaard fabrieksinstelling voor deze functie is “1”, aansturing op basis van temperatuur.
11.3 Indirecte warmwaterfunctie De volgende paragrafen beschrijven de verschillende functies van de ketel en de gerelateerde “regelgedrag instel- lingen” van een Cv-ketel met een indirecte warmwaterfunctie. Bij het toepassen van de Ambassador SB voor warm-/sanitair watervoorziening moet de installatie vol- doen aan Werkblad Drinkwaterinstallaties, Vewin nr 4.4B.
11.3.4 HOGE AANVOERTEMPERATUUR NAAR DE TANK Deze functie kan alleen worden gebruikt bij een “indirect” geprogrammeerde ketel (parameter P4 AA = 1). Normaal wordt bij een reguliere wisselaar/tank een vaste watertemperatuur van 85°C naar de wisselaar van de warmwatertank getransporteerd bij een warmtevraag. Deze warmwaterstroom warmt het water in de tank indirect De parameters van deze functie kunnen worden ingesteld voor zowel een lage als een hoge aanvoertemperatuur naar de warmwatertank.
11.3.5 EN WARM WATER SCHAKELTIJDEN Deze functie kan alleen worden gebruikt bij een “indirect” geprogrammeerde ketel (parameter P4 AA = 1). Als de ketel in bedrijf is om aan een warmtevraag te voldoen, kan tegelijkertijd een warmwatervraag optreden. Een warmwatervraag heeft altijd voorrang; dit betekent dat de ketel omschakelt naar (indirect) warmwaterbedrijf. Als de warmwatervraag actief blijft voor een langere periode, wordt er gedurende deze periode geen warmte naar de verwarmingsinstallatie getransporteerd.
11.3.7 NTILEGIONELLA FUNCTIE Deze functie kan alleen worden gebruikt bij een “indirect” geprogrammeerde ketel (parameter P4 AA = 1), waarop een warmwaterprogramma actief is. Om legionellavorming te voorkomen heeft de ketel(besturing) een functiemogelijkheid om het warme water in de tank (eenmaal per week) te verwarmen naar een hogere temperatuur dan de normaal gebruikte warmwaterinstel- ling.
11.4 Cascaderegeling Onderstaande informatie is tevens te vinden in de cascadehandleiding, standaard verstrekt bij EHS cas- → cadeleveranties of op aanvraag. Voor het inbedrijfstellen van een cascade-installatie moeten enkele parameters gewijzigd worden. Deze parameters worden geprogrammeerd op de ketel zelf, zonder gebruik te maken van een computer. Veranderingen in parameters kunnen alleen worden aangebracht door een vakkundig inbedrijfsstellings- /servicemonteur die een specifieke opleiding gevolgd heeft voor het instellen van de Ambassador SB ke- tels.
Pagina 79
PARAMETERS PARAMETERS PARAMETERS PARAMETERS P5DF = 1 P5DF = 0 P5DF = 0 P5DF = 0 P5DA = 0 P5DA = 1 P5DA = 2 P5DA = 3 Ketel Ketel Ketel Ketel Master Slave 1 Slave 2 Slave 3 CASCADE AANSLUITING Nu moeten voor elke ketel van de cascade de volgende twee parameters worden geselecteerd en geprogram- meerd.
Als de cascadeaansluiting juist is geprogrammeerd zal het display het volgende weergeven. Uitleg "Cascadecommunicatie indicatie" GEEN CASCADECOMMUNICATIE > > > nr.1 Laat continu ">>>" zien CORRECTE CASCADECOMMUNICATIE > > nr.1 nr.2 > Laat afwisselend nr.1 en nr. 2 zien met een interval van 1 s. 11.4.2 ONITORSCHERMEN Cascade-informatie opvragen zie §...
IN BEDRIJF STELLEN VAN DE KETEL 12.1 Eerste: spoel de ketel met water Na installatie van de ketel moeten eerst, voordat de ketel in bedrijf wordt genomen, de ketel en de gehele verwar- mingsinstallatie met schoon water worden doorgespoeld, om vervuiling, rommel en andere materialen, die een verstopping kunnen veroorzaken, te verwijderen.
Pagina 82
Door de [SERVICE] knop van de ketel in te drukken, kan de ketel gestart worden zonder een warmtevraag. De ketel gaat branden en ook de pomp wordt actief. Het ontsteken van de ketel zonder doorstroming (maar gevuld met water!) geeft de zogenoemde “kook”-geluiden. Controleer gedurende de “servicefunctie” ook de aanvoer- en retourtemperaturen van de ketel door op de [◄] knop te drukken.
HET TOESTEL STARTEN 13.1 Algemeen Controleer de gasdruk, die beschikbaar is op de gasaansluit leiding van de ketel. Gebruik de druknippel op het gasblok (3) om deze voordruk te meten. De gasvoordruk naar de ketel dient minimaal 20 mbar te zijn bij vollast, om een goede werking van de ketel te garanderen.
AFSTELLEN VAN DE BRANDER De brander moet altijd worden afgesteld wanneer: • Een nieuwe ketel wordt geïnstalleerd • Service en onderhoud is gepleegd • De gasklep is vervangen In deze gevallen altijd de CO controleren bij minimum- en maximumlast. CO -waarden eerst instellen bij maxi- mumlast en vervolgens bij minimumlast, zie de hiernavolgende beschrijving.
AMBASSADOR Q AMBASSADOR SB 14.2 Instellen bij minimale belasting Om de ketel op te starten in de servicestand, druk de [SERVICE]-knop ongeveer drie seconden in. De ketel start op en het volgende scherm verschijnt: Display mededeling S e r 2 6 % >...
Pagina 86
Extra meting bij minimale belasting. Voorgaande procedure is doorgaans voldoende om een goede gas/luchtverhouding te verkrijgen. Om toch zeker te zijn van de juiste afstelling, wordt geadviseerd een drukmeting te doen op meetpunt (4) van de gasklep, bij minimale belasting, ná afstellen van schroef (1) op de CO -tabelwaarde.
14.3 Gasconversie butaan/propaan (B/P) Om op een andere gassoort te kunnen stoken, is alleen een ombouwset voor propaan/butaan nodig, bestaande uit een luchtreductie-onderdeel en een O-ring om de spleet tussen de ventilator en de venturi af te dichten. Ander gas betekent een andere calorische waarde door een andere samensteling.
BUITEN BEDRIJF STELLEN VAN DE KETEL Het is aan te bevelen om het toestel het gehele jaar door in bedrijf te hebben. Hiermee wordt voorkomen dat het toestel bevriest gedurende de winterperiode en dat draaiende onderdelen eventueel gaan vastzitten. 15.1 Buiten bedrijf stellen: aan/uit Gebruiken als het toestel voor een langere periode buiten werking gesteld moet worden i.v.m.
FOUTCODES EN BLOKKERENDE CODES 16.1 Foutcodes BELANGRIJK: Voorkom elektrische schokken: sluit altijd de stroomvoorziening af, voordat er aan de ketel wordt gewerkt. Voorkom verbrandingen, laat de ketel eerst afkoelen. Denk eraan: een foutcode geeft aan dat de ketel / verwarmingssysteem mogelijk een probleem heeft.
Pagina 90
Display mededeling t o u r e m p h o o g p o m p 1 a a n 9 9 9 Reden Retourtemperatuur overschrijdt limiet. Oorzaak: Systeem toegepast, dat de ketel retourtemperatuur teveel opwarmt. Herstelactie: Verlaag de voorverwarmingstemperatuur van dit externe systeem. Oorzaak: Warmtevraag stopt per direct, daardoor een te hoge retourtemperatuur naar de ketel.
Pagina 91
Display mededeling R o o k g e m p h o o g p o m p 1 a a n 9 9 9 Reden Rookgastemperatuur heeft 3 maal de limietwaarde overschreden binnen een bepaalde periode. Oorzaak: Warmtewisselaar vervuild en niet in staat om genoeg warmte over te dragen. Herstelactie: Controleer en reinig de warmtewisselaar.
Pagina 92
F8 → Oorzaak: Ontsteking geeft vonk, maar er ontstaat geen vlam. Herstelactie: Controleer of alle gaskleppen in de toevoerleiding volledig open staan. Controleer of er geen lucht in de gastoevoer aanwezig is (opstarten nieuwe installaties). Controleer of de gasklep opent. Als de gasklep een voedingssignaal heeft, maar niet opent, dient de gasklep vervangen te worden.
Pagina 93
Oorzaak: Slecht rookgasafvoer- en/of luchttoevoersysteem. Herstelactie: Controleer of het ontwerp van het rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem voldoet aan de maximale weerstanden zoals gespecificeerd. Controleer of de rookgasafvoer en luchttoevoer zijn geïnstalleerd volgens de installatie- voorschriften en door een vakbekwaam installateur. Controleer alle afdichtingen van het rookgaskanaal en het luchtkanaal. Oorzaak: Externe factoren.
Pagina 94
Display mededeling P a r a m / H a r d w a r e f o u t p o m p 1 a a n 9 9 9 Reden Fout gedurende het programmeren van de parameters. Oorzaak: Programmeren van de parameters NIET volledig gelukt.
16.2 Blokkeercodes: Het display knippert niet, maar licht op gedurende de blokkeerperiode. De ketel blokkeert een bepaalde handeling, omdat er een ongewone situatie is ontstaan. Deze actie wordt voortgezet, na stabilisatie van de ongewone situatie. Display mededeling A a n v o e r e m p h o o g 9 9 9...
Pagina 96
Oorzaak: Warmtewisselaar defect. Herstelactie: Dit is een ongewone situatie, maar als er schade aan de wisselaar is ontstaan, is er geen goede warmteoverdracht mogelijk. Deze warmte kan dan een verhoogde rookgastem- peratuur veroorzaken. Display mededeling A n t p e n d e 9 9 9 Reden De ketel krijgt te snel een nieuwe warmtevraag, nadat de laatste...
Pagina 97
Display mededeling T 2 h o o g - T 1 9 9 9 Reden Verschil tussen T2 en T1 is groter dan de blokkeerwaarde. Oorzaak: De doorstroming van het toestel is te laag. Herstelactie: Controleer de werking van de pomp. Controleer/open alle afsluiters, die mogelijk de doorstroming van het toestel beïnvloeden.
Display mededeling C a s c a d e o k k 9 9 9 Reden Een ketel van de cascadeopstelling is in storing. Oorzaak: Toestel is zo geprogrammeerd, dat geen van de ketels in de cascade start, als er een ketel in storing valt.
ONDERHOUD 17.1 Algemeen Voor een goed, veilig en langdurig gebruik van de ketel is het aan te bevelen om de ketel minimaal jaarlijks te (la- ten) inspecteren en onderhouden. Onderhoud en inspectie van de ketel moeten worden uitgevoerd in de volgende gevallen: •...
Pagina 100
Servicehistorie De fouthistorie (totale aantallen en sinds de laatste servicebeurt) en de bedrijfsgeschiedenis van de ketel kunnen worden uitgelezen. Op basis van deze informatie kunnen mogelijke storingsoorzaken en de vervanging van even- tuele onderdelen voor nu en in de toekomst bepaald worden. Waterlekkage De waterdruk in de installatie dient meer dan 1 bar te bedragen tot een maximum van 2 bar, bij normaal bedrijf.
Pagina 101
3.5 mm / 0.14 inch D = 8 - 10 mm D = 0.315 - 0.393 inch Aanzicht in de volgende figuur → Brander- en brander deur pakkingen Als deze pakkingen beschadigd of verkleurd zijn, het rubber uitgehard is en/of beschadigd dan dienen deze ver- vangen te worden.
Gas/lucht-verhouding Controleer bij elke service en onderhoud van de ketel altijd de gas/lucht-verhouding door het CO -gehalte te me- ten bij maximale en minimale belasting. Stel deze zo nodig bij met behulp van de gasregelkleppen, zie voor aan- vullende informatie hoofdstuk 14 “Afstellen van de brander”. Pomp Controleer de elektrische onderdelen en de motor van de pomp op een correcte werking.
INSTALLATIEVOORBEELDEN De volgende schema’s geven de diverse opstellingsmogelijkheden van de verwarmingsinstallatie weer: Systeem type 1 Code 1 Benaming Aansluiting Artikelnr. Externe ketelpomp 30-31-32 S04.000.421 Optioneel: CV-pomp 23-24-25 Modulerende ruimtethermostaat 11-12 S04.016.355 Parameterwijziging: geen Systeem type 2 Code 2 Benaming Aansluiting Artikelnr.
Pagina 104
Systeem type 4 Code 4 Benaming Aansluiting Artikelnr. Externe ketelpomp 30-31-32 S04.000.421 Optioneel: CV-pomp 23-24-25 Modulerende ruimte- thermostaat met klok- 11-12 S04.016.355 programma Tank Tankthermostaat of S04.016.303 tanksensor Buitensensor (voeler) E04.016.585 Driewegklep 26-27-28-29 Parameterwijziging: benodigd Systeem type 5 Code 5 Benaming Aansluiting Artikelnr.
Pagina 105
Systeem type 7 Code 7 Benaming Aansluiting Artikelnr. Externe ketelpomp 30-31-32 S04.000.421 Optioneel: CV-pomp 23-24-25 Modulerende ruimte- thermostaat met klok- 11-12 S04.016.355 programma Tank Tankthermostaat of S04.016.303 tanksensor Open verdeler Externe temperatuur- E04.016.304 sensor Driewegklep 26-27-28-29 Buitensensor (voeler) E04.016.585 Parameterwijziging: benodigd Systeem type 8 Code 8 Benaming...
Pagina 106
Systeem type 9 Code Benaming Aansluiting Artikelnr. Externe ketelpomp 30-31-32 S04.000.421 Optioneel: CV-pomp 23-24-25 Modulerende ruimtethermo- 11-12 S04.016.355 staat met klokprogramma WW-pomp 29-30-31 Tank Tankthermostaat of tanksen- S04.016.303 Open verdeler Externe temperatuursensor E04.016.304 Terugslagklep (lage weer- standstype) Buitensensor (voeler) E04.016.585 Parameterwijziging: benodigd Systeem type 10 OH FS...
Pagina 107
Systeem type 11 OH FS Code 11 Benaming Aansluiting Artikelnr. Externe ketelpomp 30-31-32 S04.000.421 Optioneel: CV-pomp 23-24-25 Modulerende ruimtethermostaat met klokpro- 11-12 S04.016.355 gramma Terugslagklep (lage weerstandstype) WW-pomp 27-28-29 Tank Tankthermostaat of tanksensor S04.016.303 Open verdeler Externe temperatuursensor E04.016.304 Buitensensor (voeler) E04.016.585 Parameterwijziging: benodigd = ketel master...
AMBASSADOR SB 120 RESERVEONDERDELEN 20.1 Reserveonderdelen 3D tekening De nummers in de tekening vindt u terug in de lijst op pagina 110. E93.1701NL.B. Handleiding Ambassador SB...
Pagina 109
E93.1701NL.B. Handleiding Ambassador SB...
INDEX 0-10 volt aansturing op basis van foutzoeken, 53, 65, 89, 99 overdrukventiel, 21 e.v. aanvoertemperatuur, 72 frame, 14 overstort, 14, 17 0-10 volt aansturing op basis van overstortventiel, 14 vermogen, 72 gasconversie, 87 gasklep, 84 e.v, 99 plaatsen van de ketel, 14 aansluitingen water diversen, 14 gebruikershandleiding, 35 pomp, 17...