9.4.1
K
WALITEIT VERBRANDINGSLUCHT
Verbrandingslucht moet vrij zijn van deeltjes en/of vervuilingen. Denk hierbij onder meer aan chloor, ammoniak
en/of loogzouten, stof, zand en stuifmeel. Ketels, die in de buurt van een zwembad, wasmachine, chemische
industrie of wasserette worden geïnstalleerd, kunnen hiermee te maken krijgen.
9.4.2
L
UCHTTOEVOER DOOR VOCHTIGE RUIMTES
Als het luchttoevoerkanaal door een vochtige ruimte loopt (bijvoorbeeld een kas), moet het kanaal dubbelwandig
worden uitgevoerd en/of worden geïsoleerd. Dit om eventuele condensvorming aan de buitenzijde van het kanaal
te voorkomen. Het is niet mogelijk om de binnenzijde van de luchttoevoerkanalen te isoleren, daarom moet men
er zeker van zijn, dat ook hier geen condensvorming kan plaatsvinden.
Bij dak montage moet de luchttoevoer beschermd worden tegen eventuele regen, zodat er geen regenwater de
ketel instroomt.
9.4.3
L
EIDINGMATERIALEN LUCHTINLAAT
De luchtinlaatpijp(en) moeten lekvrij worden aangesloten. Neem luchtinlaatpijpmaterialen uit de volgende lijst:
PVC / PP
Flexibel propyleen buis.
Verzinkte stalen ontluchtingspijp met afdichtingen, zoals aangegeven in dit hoofdstuk.
9.5 Lucht uit de stookruimte
Bij utiliteits toepassingen mag deze ketel worden geïnstalleerd met alleen een rookgas pijp, terwijl verbrandings-
lucht uit de stookruimte wordt gebruikt. Voor deze toepassing moeten de volgende voorwaarden en overwegingen
worden opgevolgd.
De stookruimte MOET worden voorzien van openingen van de juiste grootte om voldoende verbrandings-
lucht te garanderen. Deze ventilatieopeningen moeten open zijn en mogen niet gesloten of geblokkeerd
zijn. Vereist in overeenstemming met nationale en lokale normen is bijv. NEN 3028.
Tijdens normale werking zal er een merkbare toename zijn van het geluidsniveau vanaf de inlaatlucht-
opening.
Luchttoevoersysteem en -aansluitingen moeten voldoen aan de standaard luchttoevoer instructies die in
deze handleiding zijn beschreven.
9.5.1
L
UCHTVERVUILING
Zwembad- en schoonmaak producten en gewone huishoudelijke en hobbyproducten bevatten vaak fluor- of
chloorverbindingen. Wanneer deze chemicaliën door de ketel worden aangezogen, kunnen ze sterke zuren vor-
men. Het zuur kan de ketel aantasten, waardoor ernstige schade ontstaat en er mogelijke een dreiging van lek-
kage van rookgas of het lekken van ketelwater in het gebouw kan ontstaan.
Lees de informatie in de onderstaande lijst over verontreinigingen en ruimtes die deze kunnen bevatten. Als er
verontreinigende chemicaliën aanwezig zijn in de omgeving van de luchtinlaat van de ketel, laat dan uw installa-
teur de lucht toevoer opnieuw aanleggen en breng deze dan naar een andere locatie, zoals beschreven in deze
handleiding.
WAARSCHUWING
34
.
De ketel mag, bijvoorbeeld, nooit in een wasruimte of ruimte met zwembad voor-
zieningen worden geplaatst. Deze locaties zullen altijd gevaarlijke verontreinigin-
gen bevatten.
Voorkom mogelijk ernstig persoonlijk letsel en controleer op ruimtes en producten
uit de onderstaande lijst met verontreinigingen voordat u de ketel of de lucht toevoer
pijpen installeert.
Als er verontreinigingen worden gevonden, MOET u:
-
verontreinigingen permanent verwijderen, of
-
luchtinlaat en ventilatieroosters naar andere ruimtes verplaatsen.
De installatieruimte moet voldoende ventilatieopeningen hebben. Deze ventilatie-
openingen moeten open zijn en mogen niet afgesloten of geblokkeerd zijn. Vereis-
ten in overeenstemming met nationale en lokale normen, bijv. NEN 3028.
E93.1607.900.A CB CH handleiding