17.4 Monteren van de Sifon
Bij montage van het onderste deel van de sifon, voor het in werking stellen van de ketel en/of na onderhoud,
moet ALTIJD volledig worden gevuld met water.
Dit is een veiligheidsmaatregel: de sifon fungeert als afsluiter voor de rook-
gassen uit de warmtewisselaar. Deze kunnen anders via de condens afvoer in
WAAR-
de stookruimte komen.
SCHUWING
WAARSCHUWING
Wanneer de ketel een warmtevraag ontvangt, start de brander automaat de ketel. Voordat de ketel wordt gebruikt,
moet de ketel worden afgesteld en afgesteld op minimale en maximale belasting.
17.5 Controle van de gasdruk
Controleer de gasdruk die beschikbaar is op de gas aansluit leiding van de ketel. Gebruik druknippel [3] van de
gasveiligheidsklep voor deze meting. In § 18.1.2 "locatie van de stelschroeven" wordt de positie van druknippel [3]
getoond.
Min. en max. gasdruk:
Type Gas
G20
G25.3
G31
17.6 De eerste keer aanzetten
Na ingebruikname van de ketel en de beschreven
eerdere acties, zal het display van de ketel dit
scherm tonen.
Dit scherm is actief gedurende het starten en zal actief blijven totdat communicatie met de brander automaat is
gemaakt. Wanneer communicatie is gemaakt zal een van de volgend status overzicht schermen verschijnen:
CV Setpoint
Alleen bij Centrale Verwarming
Het display geeft aan:
De actuele werking voor verwarming of warm water
De temperatuurinstelling
102
De sifonbeker moet altijd tot de
rand gevuld zijn met water, voor-
dat deze wordt teruggeplaatst.
p nom [mbar]
20
25
37
OF
E93.1607.900.A CB CH handleiding
p min [mbar]
17
20
25
Warmwater bereiding
Centrale Verwarming EN Warm Water
p max [mbar]
25
30
57,5
Ingeschakeld