12.9.4
CV
MET CONSTANTE CIRCULATIE EN PERMANENTE WARMTEVRAAG
Voor deze modus is geen buitentemperatuursensor nodig. De aanvoertemperatuur wordt constant op de inge-
stelde temperatuur gehouden. De ketel wordt op dezelfde manier bestuurd zoals beschreven in § 12.9.1 "CV met
alleen kamerthermostaat; CV-modus 0" (standaard instelling).
Wanneer het contact van de kamerthermostaat opent, wordt CV_Setpoint verlaagd met Nachtverlaging (zie ook
§ 12.9.3, CV modus 2). In deze toestand staat de pomp altijd AAN.
Houd er rekening mee dat de functie: "pomp start één keer per 24 uur" niet wordt uitgevoerd tijdens deze mo-
dus. In deze modus zal de pomp continu draaien.
Parameters
Niveau
CV_Modus
2: Installateur
CV_Setpoint
2: Installateur
12.9.5
CV
MET SETPOINT INSTELLING DOOR EEN ANALOOG INGANGS SIGNAAL
In deze modus wordt het CV-setpoint van de ketel geregeld door een extern analoog input signaal van bijvoor-
beeld een gebouwbeheersysteem. De analoge input 0-10 VDC wordt gebruikt om het setpoint van de ketel aan
te passen tussen de Klimaatpunt Min. Temp. (par. 23) en de Klimaatpunt Max. Temp. (par. 24) instelling.
Het minimale analoge inputsignaal komt overeen met de parameter CV Setpoint Minimum (par. 110) en het maxi-
male analoge inputsignaal komt overeen met CV Setpoint Maximum (par. 111). Alle andere veiligheids- en bestu-
ringsfuncties die met de ketel samenhangen zullen normaal reageren op een afwijkende toestand en de regeling
van het analoge signaal onderdrukken om een verstoorde werking te voorkomen. Dit betekent bijvoorbeeld dat
wanneer het signaal sneller stijgt dan de ketel kan regelen, de ketel zal vertragen om het doorschieten van de
temperatuur te voorkomen.
De parameters CV Setpoint Minimum. (par. 110) en CV Setpoint Maximum. (par. 111) kunnen worden aangepast
om het gewenste temperatuur regelbereik te krijgen. Een warmtevraag wordt gegenereerd door een input van
1,5 Volt of hoger. Het regelbereik ligt tussen 2 en 9 Volt. De warmtevraag stopt wanneer de spanning onder
1 Volt daalt.
Maximaal
CV setpoint
Minimaal;
CV setpoint
Uit
Wanneer er een 0-10 V signaal wordt toegepast moet de kamerthermostaat ingang
(laagspanningsconnectoren 12 en 13) worden kortgesloten.
Min / Max CV-vermogen beperkt het 0-10V bereik.
Parameters
CV_Modus
CV Setpoint Min. (par. 110)
CV Setpoint Max. (par. 111)
(Standaard)
Bereik
Waarde
0
modus 0 - 5
85 ºC (185 ºF)
20 ... ..90 ºC ( 68 ... ..194 ºF)
Aan / Uit
Aan
Hysterese
Niveau
(Standaard) Waarde
0
2: Installateur
20 ºC (68 ºF)
2: Installateur
85 ºC (185 ºF)
2: Installateur
E93.1607.900.A CB CH handleiding
; CV
3
MODUS
; CV
4
MODUS
Bereik
Modus 0, 1, 2, 3, 4, 5
20 ... 90 ºC (68 ... 194 ºF)
20 ... 90 ºC (68 ... 194 ºF)
75