Technische Gegevens voor SCIOS keuring De ketel is voorzien van een aanvoer- en retoursensor; deze sensoren hebben ieder drie functies: Het vermogen terugmoduleren tot de ingestelde temperatuurwaarde van de rode potmeter op het display of de ingestelde temperatuur van de buitentemperatuurregelaar Een afschakeling van de brander bij het bereiken van 90°C –...
De installateur De ontwerper van de technische installaties De service-engineer afkortingen Eco Heating Systems Groningen B.V. Eco Hs LET OP symbolen Waarschuwing: belangrijke informatie met aandacht voor de veiligheid van personen en/of het toestel Aanvoer Keteluitlaat warm water...
Belangrijke technische waarschuwingen en aanwijzingen Voor FOUTCODES zie hoofdstuk 15 op pagina 42. De EHS warmwatersystemen kunnen u voor een lange tijd comfortabel voorzien van warm water van de juiste temperatuur en op het gewenste tijdstip, mits in de installatie aan enkele belangrijke voorwaarden wordt voldaan.
Pagina 8
Vervolg waarschuwingen en aanwijzingen Voor schades die zijn ontstaan als gevolg van onnauwkeurige opvolging van de montage instructies is EHS niet aansprakelijk. Voor eventuele reparaties en servicedoeleinden dienen uitsluitend originele EHS onderdelen te worden gebruikt. Gebruik geen chloorhoudende producten bij solderen. De EHS warmtewisselaars zijn getest op chemische verdraagzaamheid van meerdere producten voor de behandeling van warmwatertoestellen.
LET OP ! Tussen het toestel en de veiligheidsklep mag geen afsluiter of andere vorm van vernauwing zijn aangebracht, om belemmering van de goede werking van de veiligheidsklep te voorkomen. Bij het CD toestel wordt een overeenkomend overstortventiel geleverd. toestel Type veiligheidsventielen Artikelnummer CD 80...
Display-codes Als er op het display geen code wordt weergegeven, kunnen twee verschillende situaties worden weergegeven: Een tweecijferig getal betekent: de ingestelde waarde van de tanktemperatuur. Wanneer het groene lampje niet brandt, is er geen warmtevraag. Wanneer het groene lampje wel brandt, is er warmtevraag en is de ketel in werking (vlammen op de brander).
Technische gegevens Eco-HS tanks Code Aansluiting M / F Opmerkingen 300 L 450 L 750 L incl. reducing ring R 2" R 2" R 2" ketel retour excl. reducing ring R 1½" R 1½" R 1½" incl. reducing ring R 2" R 2"...
ACCESSOIRES Toebehoren Afhankelijk van de wijze van regeling van de CD-ketel in combinatie met de gekozen tank, kunnen de volgende onderdelen hiertoe besteld worden: 1 Externe sensor t.b.v. retourleiding bij de ww-tank 10 kOhm@25°C, aan te E04.016.304 sluiten op de ketelklemmenstrook 2 CD-80 ketel: ombouwset voor concentrisch naar parallel rookgasafvoer en E61.001.163 luchttoevoer (80/125→80-80)
Cascadeframe voor ketels van 80 t/m 180 kW (de positie van de ketel aan het frame kan verlaagd worden indien dit wenselijk is). Frame voor twee en drie ketels E09.012.039F Montagehandleiding CD...
TECHNISCHE GEGEVENS Eco-HS CD-KETELS Algemeen CE-Product ID nummer CE 0063 BR3190 Afmetingen (h x br x d) 835 x 458 x 485 890 x 458 x 670 Categorie II2H3P Toestelcategorie B23; C13X,C23X,C33X,C43X, C53X, C63X,C83X Type Toestel CD-80 CD-100 CD-120 CD-150 CD-180 Water inhoud toestel Liter...
INLEIDING Waarschuwing : Voor het goed functioneren van de ketel en voor het behoud van de garantie op het toestel, dienen de volgende zaken in acht genomen te worden: A. De kwaliteit van het sanitaire water moet voldoen aan de op bladzijde 7 genoemde eisen B.
HET INSTALLEREN VAN DE CD-KETEL Een plaats in het gebouw kiezen. De voor- en onderzijde van de ketel moeten goed bereikbaar zijn, de ketels dienen aan beide kanten met een afstand van 50 mm van muur of kastwand of t.o.v. elkaar geplaatst te worden. De volgende voorzieningen dienen in de opstellingsruimte aanwezig te zijn: ...
Het luchtinlaat- en rookgasafvoersysteem. De maximaal toegestane druk voor het inlaat- en afvoersysteem is 200 Pa voor de CD-80 t/m CD-180. N.B.! Installeer de horizontale delen van het rookgasafvoersysteem altijd met een helling van 3° aflopend in de richting van de ketel (overeenkomend met 5 centimeter voor elke lineaire meter). Indien dit niet wordt toegepast, is het mogelijk dat het condensaat zich ophoopt in het rookgaskanaal en uiteindelijk een storing en/of uitval van de ketel geeft.
CD weerstandstabel De maximale belasting van het toestel wordt beïnvloed door de weerstand van het lucht toe- en afvoersysteem als gevolg van de gas/lucht koppeling in de regeling van het toestel. Bij een maximale weerstand tot 200 Pa voor de CD80 t/m CD180, zal de maximale belasting binnen 3% van de waarde vermeld op de typeplaat van het toestel blijven.
Sanitair watercircuit De CD heeft geen overstortventiel. Dit dient in de aanvoerleiding van het systeem te worden geplaatst in de directe nabijheid van de ketel, of op de tank: de waarde van het overstortventiel is 10 bar. Tip! Ter voorkoming van vervuiling van de warmtewisselaar is het aan te bevelen om het systeem goed te spoelen met schoon leidingwater.
MONTAGE-INSTRUCTIE VOOR DE ELEKTRICIËN Aansluiting netspanning Het display heeft een AAN/UIT schakelaar om de ketel aan- of uit te schakelen. De EHS ketels zijn voorzien van een netstekker met randaarde. Voor de aansluiting dient een wandcontactdoos met randaarde te worden gebruikt in de directe nabijheid van het toestel, welke max. 16 A gezekerd is.
Aansluitingen stekerlijst. Steker Aansluiting Omschrijving 1 - 2 Externe Retoursensor Deze externe sensor moet geplaatst worden op de retourleiding naar de ketel tussen de tank en de pomp en wel zo dicht mogelijk bij de tank. Zodra de temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur, zal de ketel worden opgestart.
Pagina 26
9 - 10 - 11 Storings- en Inbedrijf- Bij gebruik van een externe stroombron (max. 230 VAC 1A), worden deze signaal spanningsvrije relaiscontacten gesloten wanneer toestel in bedrijf is c.q. in geval van een storing. B.v. een lamp of een zoemer kan hier op aangesloten worden. Storingslamp Lamp ‘In bedrijf’...
IN BEDRIJF NEMEN Bedieningspaneel Aanwezige bedieningselementen voor de gebruiker. INSTELLING TEMPERATUUR RESET SERVICE BRANDER AAN Display Draaiknop met indicatie: - “INSTELLING” betekent instelling van de warmwatertemperatuur. Met deze knop kan de max. Warm-Water temperatuur in de tank worden ingesteld. Bij het verdraaien van deze knop veschijnt in het display de ingestelde temperatuur. Drie cijfer display –...
Om de temperatuur van de volgende sensor weer te geven, druk nogmaals op de RESET-knop. temperatuur = Aanvoertemperatuur temperatuur = Retourtemperatuur temperatuur = Warmwatertemperatuur Na nogmaals indrukken van de RESET-knop keert het toestel terug naar het automatische programma. De CD heeft een automatische ontluchter aan de bovenzijde van de ketel. Deze moet continu open zijn, omdat er constant vers zuurstofrijk water wordt toegevoerd.
Display codes Als er op het display geen code wordt weergegeven, kunnen twee verschillende situaties worden weergegeven: A. Een tweecijferig getal betekent: de ingestelde waarde van de tanktemperatuur; - wanneer het groene lampje niet brandt is er geen warmtevraag. - wanneer het groene lampje brandt is er warmtevraag en de ketel is in werking (vlammen op de brander).
HET TOESTEL OPSTARTEN 10.1 Algemeen Meet de voordruk in de gasleiding op meetnippel 3 van de gasklep. De minimale voordruk waarbij het toestel nog goed functioneert met de juiste belasting, moet hoger zijn dan 20 mbar, ook bij vollast. 10.2 Eerste inbedrijfstelling ...
11.2 Instelling op minimale belasting Draai de INSTELLING-knop naar links, tot aan de aanslag en wacht tot de display het minimale toerental aanwijst. Indien langer dan 40 minuten gemeten wordt, keert het toestel naar automatisch functioneren terug. Druk indien gewenst de serviceschakelaar opnieuw in voor het vervolg van de meting. ...
BUITEN BEDRIJF STELLEN Het is aan te bevelen het toestel tijdens de winter en zomer ingeschakeld te houden. Hiermee wordt voorkomen dat het toestel bevriest en dat draaiende delen gaan vastzitten. Indien het toestel toch buiten bedrijf wordt gesteld, dienen achtereenvolgend de volgende handelingen te worden verricht: ...
13.2 Tankaansluitingen De Eco-HS tanks hebben tapwateraansluitingen voor: Koudwater toevoer Warm water naar de tappunten Circulatie (indien een warmwatercirculatieleiding wordt toegepast) Aanvoerleiding ketel naar tank Retourleiding tank naar ketel Daarnaast zijn er aansluitingen voor: Veiligheidsventiel (overstort) ...
13.3 Het aansluiten van de tank op ketel en installatie Voor het aansluiten van de ketel op de tank dienen de volgende handelingen te worden verricht: Sluit de meegeleverde pomp d.m.v. de meegeleverde koppelingen en een koperen leiding aan op de achterste (“retour”)tapwateraansluiting onderaan de ketel (denk om doorstroomrichting van de pomp).
13.4 Het sanitaire systeem Voor het bepalen van de afmetingen van de koud- en warmwaterleidingen, verwijzen wij naar de eisen en voorschriften van de lokale overheden.Voor het bepalen van de leidingen van ketel naar tank moet gerekend worden met de volgende parameter: Het toegestane verschil tussen retour en aanvoer van de ketel is kleiner dan 15K (°C) voor de CD-80, -100 en -120 en 17K (°C) voor de CD-150 en -180.
13.5 Pomp De pomp moet van het pakkingloze type zijn. De pomp moet een koperen of bronzen behuizing hebben. Elke pomp wordt geleverd met 2 tweedelige koppelingen, welke gebruikt kunnen worden voor het aansluiten van de pomp tussen ketel en tank. Schematisch weergegeven in paragraaf 13.3 ‘Het aansluiten van de tank op ketel en installatie’.
P2 = Grundfos UPS 32-100N aantal CD-150 Aantal tanks gecasca- deerde toestel 1 tank 2 tanks 3 tanks 4 tanks 5 tanks 6 tanks toestellen type 1 CD 150 2 CD 150 3 CD 150 4 CD 150 P3 = UPS 40-120 FB aantal CD-180 Aantal tanks...
13.7 Cascadering Wanneer meer vermogen voor warm water nodig is, is cascadering van twee of meer ketels mogelijk. De installatie kan als volgt worden opgesteld: Voor de afmetingen van de leidingen, zie onderstaande tabel. Totaal vermogen (kW) CD80 CD100 CD120 CD150 CD180 Sectie...
BESTURING VAN HET SYSTEEM 14.1 Enkelvoudige opstelling De gepatenteerde ECO HS tank heeft een “open” verbinding. Tijdens het tappen van warm water wordt koud leidingwater aan de tank toegevoerd d.v.m. een injectiesysteem, dat ervoor zorgt dat dit koude water zich mengt met het warme water uit de tank. Dit gemengde water wordt vervolgens door de CD-ketel gepompt en verwarmd.
Gedurende de periode dat er niet getapt wordt, wordt de temperatuur in de tank automatisch op de ingestelde waarde gehouden. Bij een warmtevraag regelt de MASTER het vermogen van de ketels op basis van de gemeten temperatuur van de externe sensor. Wanneer een SLAVE stopt met branden, draait de aangesloten pomp van deze SLAVE nog een tijd ...
15.2 Storing zoeken 15.2.1 Storingsoorzaak De volgende oorzaken kunnen reden zijn van de storingen, vermeld op pagina 42. Kamerthermostaat is niet juist aangesloten. Kamerthermostaat schakelt niet uit, kortsluiting in de kabel. Sensor maakt kortsluiting in de kabel of intern. Pomp draait niet, zit vast. Waterdruk in het systeem is te laag.
Vervolg tabel storingsoorzaken Rookgascirculatie achter uit de warmtewisselaar. Aanvoer of warm tapwater lekkage. Stand toerentalschakelaar op de pomp is te laag afgesteld. Sensoren verwisseld (retour sensor S2 en warmwater sensor S3). Zekering F2 – Automatisch. Netspanning 230 VAC. Parameter(s) in het installateursprogramma zijn onjuist ingevuld Modustat kamerthermostaat of normale thermostaat op verkeerde kroonsteenpoort aangesloten.
Pagina 45
Vervolg Oplossingen tabel. Open de spoelleiding (linkerzijde van de ketel) door de dop eraf te draaien, houdt een beker eronder om de uitlopende hoeveelheid water op te kunnen vangen. Deze leiding doorprikken, zowel naar links- als naar rechtsboven. Neem desnoods de branderunit uit het toestel en giet water in de warmtewisselaar om de sifon door te spoelen.
INSPECTIE EN ONDERHOUD 16.1 Algemeen In het algemeen dient er inspectie/onderhoud te worden verricht wanneer: Het toestel een aantal gelijke storingscodes genereert. Tenminste iedere 12 maanden dient het toestel geïnspecteerd te worden. 16.2 Inspectie Voor inspectie dienen minimaal de volgende handelingen te worden verricht: a.
16.3 Onderhoud Inspectie en onderhoud Inspectie, onderhoud en het vervangen van onderdelen dient gedaan te worden door een kundige servicemonteur. Naast het doen van onderhoud adviseren wij per ketel een logboek / -kaart bij te houden met daarop ten minste het volgende vermeld: - Serienummer ketel - Wanneer is er onderhoud gepleegd - Door wie is er onderhoud gepleegd.
Warmtewisselaar / verbrandingskamer Controleer of er vuil in de wisselaar zit. De wisselaarelementen kunnen schoongemaakt worden met een (niet metalen) borstel, waarna de wisselaar met een stofzuiger schoon gezogen kan worden. Het schoonmaken van de wisselaar met zure of alkalische producten is niet toegestaan! Gas/lucht-verhouding Controleer altijd de gas/lucht-verhouding door het CO -percentage te meten bij maximale en minimale...
18.2 Parallelle luchtinlaat en rookgasafvoer bij hellend dak Pos.4 Pos.2 Pos.3 Pos.2 Pos.1 Pos.1 Pos.5 Pos.1 Pos.6 Deur Pos.5 A of B voor 80 kW tot 180 kW. Pos. 1 Verbindingspijp Pos. 4 Dakdoorvoer concentrisch Pos. 2 Plakplaat hellend dak Pos.
18.3 Parallelle luchtinlaat en rookgasafvoer bij plat dak Pos.3 Pos.4 Pos.2 Pos.2 Pos.5 Pos.1 Pos.6 Pos.1 Deur Pos.5 A of B voor 80 kW tot 180 kW. Pos.1 Verbindingspijp Pos.4 Dakdoorvoer concentrisch Pos.2 Plakplaat plat dak Pos.5 Ventilatie rooster Pos.3 Rookgas dakdoorvoer Pos.6 Condensafvoer...