■ Bedieningsprocedure (Zie 5.1 "■ Het scherm voor de bediening van de aandrijfeenheid openen".)
Startscherm
Scherm voor de bediening van de
aandrijfeenheid
Scherm voor de configuratie van de
nulpuntverschuiving
Scherm voor de bediening van de
aandrijfeenheid
5-10
1
[Nulpuntverschuiving].
Tik op
2
Voer de verschuivingspositie van het nulpunt in en tik op
De ingevoerde waarde wordt aan de rechterkant weergegeven.
De
coördinaat
detectorwaarde aan vóór de nulpuntverschuiving.
TIP • Wanneer u tikt op
0 ingesteld.
• Ga naar "2.2.4 Numerieke waarden/tekens invoeren"
(pagina 2-5) voor meer informatie over het invoeren
van numerieke waarden.
De positie van de taster wordt ingesteld op de
ingevoerde waarde.
die
links
wordt
weergegeven,
,
wordt
.
geeft
de
de
waarde
op
Nr. 99MBB465N