Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nulpuntverschuiving - Mitutoyo SJ-410 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor SJ-410:
Inhoudsopgave

Advertenties

5. BEDIENINGSMETHODE VOOR DE AANDRIJFEENHEID/DETECTOR/AUTOMATISCHE
POSITIONERINGSEENHEID (OPTIONELE ACCESSOIRES)
5.4.2

Nulpuntverschuiving

Afhankelijk van de vorm van een werkstuk kan het gemeten profiel afwijken van het
bereik vanaf het nulpunt, zoals weergegeven in figuur A. In dit specifieke geval kan het
meetbereik niet op een doeltreffende manier worden gebruikt.
De functie van de nulpuntverschuiving maakt een verbreding van het meetbereik mogelijk
door het niveau van de detector naar een willekeurige positie te verplaatsen, zoals
weergegeven in onderstaande afbeelding B.
Meetbereik
De toegestane hoeveelheid van de variatiewaarde voor nulpuntverschuiving ligt tussen -
90 μm en +90 μm (-3543,307 μin en +3543,307 μinch).
De detector kan worden verschoven van zijn huidige positie met -90 μm en +90 μm
(-3543,307 μinch en +3543,307 μinch) wanneer nulpuntverschuiving wordt uitgevoerd
met de taster in contact met een werkstuk. Als de nulpuntverschuiving continu wordt
uitgevoerd zonder meting, kan het niveau van de detector worden verschoven met
slechts -90 μm en +90 μm (-3543,307 μinch en +3543,307 μin) met verwijzing naar het
niveau bij de eerste nulpuntverschuiving.
Als het niveau van de detector bij het meetbegin bijvoorbeeld is ingesteld op -10 μm
(-393,700 μinch) binnen het bereik van 800 μm (31496,062 μinch), kan de toegestane
hoeveelheid van de variatiewaarde door nulpuntverschuiving worden ingesteld van -100
μm (-3937,007 μinch) tot 80 μm (3149,606 μinch). Als de nulpuntsverschuiving continu
wordt uitgevoerd zonder meting, is de toegestane hoeveelheid van de variatiewaarde die
het niveau van de detector verschuift met nulpuntverschuiving ook van -100 μm
(-3937,007 μinch) tot 80 μm (3149,606 μinch).
• De nulafstelling kan niet worden uitgevoerd wanneer het meetbereik is ingesteld op
OPMERKING
AUTO.
• De waarde die is ingesteld door de nulpuntverschuiving wordt geannuleerd na het einde
van de meting. Telkens als een nulinstelling is vereist, voert u de instelling voor de
nulpuntverschuiving uit vóór de meting.
Het niveau van de detector bij de meetbeginpositie waar het niveau van de detector kan
worden verschoven, is zoals hieronder beschreven, afhankelijk van de bereikinstellingen
van de meting.
- Voor een bereik van 8 μm
- Voor een bereik van 80 μm
- Voor een bereik van 800 μm : - 400 μm tot 400 μm (-15748,031 μinch tot 15748,031
Nr. 99MBB465N
A: Het gemeten profiel wijkt af binnen
het bereik van 0 tot 400 μm
(0 tot 15748,031 μinch).
De positie van de detector op
de meetbeginpositie
B: de afwijking in het gemeten profiel is gecorrigeerd
door het startniveau van de meting te verschuiven
naar 0 μm (0 μinch) of lager.
0
: - 4 μm tot 4 μm (-157,480 μinch tot 157,480 μinch)
: - 40 μm tot 40 μm (-1574,803 μinch tot 1574,803 μinch)
μinch)
5-9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave