Advertenties
4.5
De meting uitvoeren
Om de meting te starten, stelt u de aandrijf-/detectoreenheid op een werkstuk en drukt
u op
wordt het meetresultaat weergegeven ter controle.
4.5.1
Het werkstuk en de aandrijf-/detectoreenheid instellen.
■ Het werkstuk en de aandrijfeenheid instellen
Om de meting van de oppervlakteruwheid te doen slagen moet deze worden uitgevoerd op een
stevige ondergrond die zo goed mogelijk geïsoleerd is tegen alle trillingsbronnen. Als de meting
wordt uitgevoerd met aanzienlijke trillingen, kunnen de resultaten onbetrouwbaar zijn.
TIP
• In de gevallen waarbij het gemeten oppervlak smaller is dat de aandrijfeenheid
of waarbij het oppervlak gebogen is (cilindrisch, etc.), plaatst u de SJ-410 met een
gepast optioneel accessoire zoals het enkelvoudig zuilstatief. Ga naar "22.8 Optionele
accessoires" (pagina 22-9) voor meer informatie over optionele accessoires.
1
2
• Ga naar "4.2.1 De verticale positionering uitvoeren" (Pagina 4-2) voor meer informatie
TIP
over de verticale positionering.
• Ga naar "4.2.4 Nivellering uitvoeren" (Pagina 4-4) voor meer informatie over het nivelleren.
• Ga naar "5.3 De toenaderingslengte voor metingen verkorten" (pagina 5-6) voor meer
OPMERKING
informatie over de meting van de korte toenaderingslengte.
4-12
. Tijdens de meting wordt het evaluatieprofiel weergegeven. Na de meting
Plaats het werkstuk zodat het gemeten oppervlak genivelleerd is.
Stel de aandrijf-/detectoreenheid in. Voer vervolgens verticale positionering en nivellering
uit om de hoogte en de hoek van de aandrijf-/detectoreenheid aan te passen.
NL. 99MBB465N
Advertenties
