Advertenties
●
Nivellering met de hoogte-/kantelafsteleenheid (voor metingen zonder glijschoen)
1
2
OPMERKING
• Zorg ervoor dat u de detector verplaatst, want dit is de inleidende bewerking voor nivellering.
3
4
5
6
7
Kantelhoek van de
aandrijf-/detectoreenheid: ± 1.5°
Stand van positiemeter na voorafgaande
voorbereiding
(- kant)
(+ kant)
NL. 99MBB465N
Ga naar het startscherm.
Controleer of de positiemeter in het startscherm ongeveer het midden aangeeft.
Tik op
op het startscherm om het scherm voor de bediening van
de aandrijfeenheid weer te geven.
Druk op
en verplaats de detector handmatig voor het aandrijfbereik.
Controleer na het uitvoeren van stap 3 of de positie van de positiemeter
(het eindpunt van het aandrijfbereik) zich in dezelfde positie bevindt als in stap 2
(het beginpunt van het aandrijfbereik).
Als er een verschil is in de positiemeter, gaat u verder naar stap 7 voor het
aanpassen van de kanteling.
Als er geen verschil is in de positiemeter, is de nivellering niet vereist.
(Het is genivelleerd)
Draai de kantelknop terwijl u de positie van de positiemeter controleert, zodat deze
het midden aangeeft.
Kantelknop
Als u aan de kantelknop draait,
wordt
de kantelhoek
de aandrijf-/detectoreenheid
gewijzigd.
(ca. 0,27 ° per volledige
omwenteling van de knop)
Richting om aan de kantelknop te draaien
(vanaf de bovenkant bekeken)
Linksom
(De linkerkant van de aandrijf-
/detectoreenheid in de afbeelding
wordt verhoogd ten opzichte van
de status vóór de DAT-meting.)
Rechtsom
(De linkerkant van
de aandrijf-/detectoreenheid
in de afbeelding is verlaagd ten
opzichte van de status vóór
de aanpassing.)
4. MEETPROCES
van
4-7
Advertenties
