Download Print deze pagina

Mitutoyo SJ-410 Gebruikershandleiding pagina 113

Verberg thumbnails Zie ook voor SJ-410:

Advertenties

4.3
Kalibratie uitvoeren
Het kalibratieproces omvat de meting van een referentiewerkstuk (precisie-ruwheidsnormaal)
en de aanpassing van het verschil (aanpassing van de versterking), wanneer er een is tussen
de gemeten waarde van de SJ-410 en de referentiewaarde (precisie-ruwheidsnormaal).
Naargelang het gebruik van de SJ-410 moet de kalibratie periodiek worden uitgevoerd.
Wanneer het instrument voor het eerst wordt gebruikt of wanneer de detector
is aangesloten of losgemaakt, moet kalibratie worden uitgevoerd.
Zonder het instrument goed te kalibreren, kunnen geen correcte metingen worden
verkregen.
Wanneer de aandrijfeenheid wordt vervangen, moet worden gekalibreerd. Wanneer
u kalibratie uitvoert, past u de versterking zo aan dat de meting kan worden gedaan met
de gepaste snelheid volgens het type en de kenmerken van de SJ-410 aandrijfeenheid. Als
niet correct wordt gekalibreerd, kan dit gevolgen hebben voor de berekeningsresultaten.
Ga naar "13.7 De snelheid van de aandrijfeenheid kalibreren" (pagina 13-20) voor
meer informatie.
• Wanneer kalibratie moet worden uitgevoerd met een andere standaard dan
OPMERKING
de meegeleverde precisie-ruwheidsnormaal, mag dit alleen worden gedaan nadat
de standaardvoorwaarden voor de kalibratie zijn gewijzigd zodat ze geschikt zijn voor
de ruwheidsnormaal. Ga naar "6.4 De kalibratievoorwaarden instellen" (pagina 6-11)
voor informatie over de procedure die wordt gebruikt om de voorwaarden van
de kalibratie te wijzigen.
• Door het aantal keren kalibratie van de SJ-410 tot 12 keer te verhogen, kan een
TIP
nauwkeuriger kalibratie worden uitgevoerd. Ga naar "6.4.2 Het aantal metingen
instellen" (pagina 6-13) voor meer informatie over het kalibratieaantal.
• Ga naar "Hoofdstuk 6 KALIBRATIE" (pagina 6-1) voor meer informatie over kalibratie.
NL. 99MBB465N
4. MEETPROCES
4-9

Advertenties

loading