8
• Ga naar "4.2.1 De verticale positionering uitvoeren" (Pagina 4-2) voor meer informatie
TIP
over de verticale positionering.
9
• Wanneer
TIP
wordt getikt, wordt de tasterpositie op dat moment het nulpunt voor de metingen.
Ga naar "4.2.3 De nulafstelling uitvoeren"
(Pagina 4-3) voor meer informatie.
BELANGRIJK
Om de positie aan te passen door de kantelknop rechtsom te draaien voor nivellering, draait
u de knop en controleert u dit, zodat de taster en de aandrijf-/detectoreenheid niet worden
zoals in de situatie hieronder worden weergegeven. In de hieronder weergegeven toestand
kan de detector worden beschadigd door de overmatige kracht die wordt uitgeoefend.
Als de situatie hieronder optreedt, stop dan de nivellering met de kantelknop en begin
in de juiste positie tegen een werkstuk opnieuw met het instellen van de
aandrijf-/detectoreenheid.
●
Nivellering met de hoogte-/kantelafsteleenheid (voor metingen met bevestigde glijschoen)
Er is geen strikte nivellering nodig voor metingen met bevestigde glijschoen. Voer echter
de visuele nivellering uit binnen het meetbereik en binnen het bereik waarin geen
bereikoverschrijding zal voorvallen.
4-8
Stel de verticale positie opnieuw in omdat de positie die wordt aangegeven in de
positiemeter verschoven kan worden na aanpassing.
Druk op
/
om de detector handmatig te verplaatsen en controleer
vervolgens of de nivellering bijna voltooid is.
[Nulafst.] op het scherm voor de bediening van de aandrijfeenheid
NL. 99MBB465N