2.
Verplaats het scènekader.
Gebruik het scènekader om een gebied in te stellen dat er scherp
uitziet.
Druk op de knop <
> om beweging van het scènekader mogelijk te
maken, dat oranje wordt.
Als u de oriëntatie van het scènekader wilt wisselen, gebruikt u de
toetsen <
><
> wanneer deze horizontaal staat, of <
><
>
bij verticale stand.
Druk voor het verplaatsen van een horizontaal scènekader op de
toetsen <
><
> en voor het verplaatsen van een verticaal
scènekader op <
><
>.
U kunt het scènekader weer centreren door op de knop <
> te
drukken.
Druk op de knop <
> om de positie van het scènekader te
bevestigen. Stel vervolgens het AF-punt in.
336