3.
Richt de camera op het onderwerp.
Er wordt een AF-punt weergegeven rond de ogen.
Als het door u geselecteerde oog niet wordt gedetecteerd, wordt er
automatisch een oog geselecteerd om op scherp te stellen.
U kunt een oog of gezicht selecteren om op scherp te stellen met de
toetsen <
de knop <
[Oogdetectie].
4.
Maak de opname.
Waarschuwing
Mogelijk worden ogen van onderwerpen niet goed gedetecteerd. Dit hangt af van
het onderwerp en de opnameomstandigheden.
Als u oogdetectie wilt annuleren, stelt u [
Opmerking
U kunt de instelling [Oogdetectie] wisselen door te drukken op de knop <
wanneer u [AF-methode] hebt ingesteld op [
instellen na drukken op de knop <
> <
> wanneer [
> hebt gedrukt, afhankelijk van de instelling van
: Oogdetectie] in op [Uitschak.].
+volgen] op het scherm Snel
>.
156
] wordt weergegeven nadat u op
>